ECLI:NL:GHDHA:2014:4739
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- I.M. Davids
- P.M. Verbeek
- M.Y. Bonneur
- Rechtspraak.nl
Vernietiging vonnis en toekenning immateriële schadevergoeding in Second Opinion procedure
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, ging het om een hoger beroep in het kader van een Second Opinion procedure met betrekking tot de vergoeding van immateriële schade voor lichamelijk letsel. De zaak betreft een appellante die in eerste aanleg een smartengeldvergoeding van € 14.500,- had gevorderd, maar de rechtbank had dit bedrag vastgesteld op € 3.000,-. De appellante was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van de ingevulde SO-formulieren, waarbij partijen instemden met het Second Opinion Reglement (SOR). Het hof heeft vastgesteld dat de hoogte van de immateriële schadevergoeding naar billijkheid moet worden vastgesteld, rekening houdend met de aard van het letsel, de gevolgen voor de betrokkene, en vergelijkbare uitspraken van Nederlandse rechters.
Het hof heeft de vordering van de appellante opnieuw beoordeeld en kwam tot de conclusie dat het smartengeld naar billijkheid vastgesteld moest worden op € 4.000,-. Na aftrek van het reeds door de strafrechter toegewezen bedrag van € 500,-, heeft het hof de geïntimeerde veroordeeld tot betaling van € 3.500,- aan de appellante. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de geïntimeerde veroordeeld in de kosten van de procedure in hoger beroep, die zijn begroot op € 308,-. Dit arrest is uitgesproken op 8 juli 2014 door de rechters I.M. Davids, P.M. Verbeek en M.Y. Bonneur.