In deze zaak gaat het om een hoger beroep van A.S. Watson Health & Beauty Continental Europe B.V. (voorheen Kruidvat Retail B.V.) tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage. De zaak betreft de ontbinding van een overeenkomst tot verkoop en levering van een partij overhemden, waarbij Kruidvat zich beroept op inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van Tommy Hilfiger. Kruidvat heeft in eerste aanleg gevorderd dat de leverancier, PARTIJENHANDEL B.V., wordt veroordeeld tot terugbetaling van het factuurbedrag van € 343.558,95, vermeerderd met wettelijke rente, en tot schadevergoeding. De rechtbank heeft de vorderingen van Kruidvat afgewezen, omdat Kruidvat niet had bewezen dat de overhemden inbreuk maakten op de merkrechten van Tommy Hilfiger.
In hoger beroep heeft Kruidvat vier grieven ingediend. Het hof heeft geoordeeld dat Kruidvat terecht heeft betoogd dat de rechtbank onvoldoende rekening heeft gehouden met de inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten. Het hof heeft vastgesteld dat de leverancier niet heeft aangetoond dat de overhemden met toestemming van de merkhouder binnen de Europese Economische Ruimte zijn gebracht. Het hof heeft de grieven van Kruidvat gegrond verklaard en het bestreden vonnis vernietigd. Kruidvat is in het gelijk gesteld en de leverancier is veroordeeld tot terugbetaling van het factuurbedrag en tot schadevergoeding, nader op te maken bij staat.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van leveranciers met betrekking tot intellectuele eigendomsrechten en de gevolgen van wanprestatie in het kader van koopovereenkomsten. Het hof heeft ook de proceskosten aan de zijde van Kruidvat toegewezen, inclusief de kosten van beide instanties.