Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 24 juni 2014
[appellant],
appellant,
[bedrijf] (Nederland) B.V.,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
Beslissing
opnieuw rechtdoende:
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, ging het om een hoger beroep van [appellant] tegen [geïntimeerde] met betrekking tot de vaststelling van het pensioengevend salaris. Het hof heeft op 24 juni 2014 arrest gewezen na een tussenarrest op 17 december 2013, waarin partijen de gelegenheid kregen om zich uit te laten over bepaalde vragen. De appellant, vertegenwoordigd door mr. J.P. Heering, stelde dat [geïntimeerde] een te laag pensioengevend salaris aan Zwitserleven had doorgegeven, wat resulteerde in een te lage pensioenpremie. Het hof oordeelde dat [geïntimeerde] verplicht was om de correcte gegevens aan Zwitserleven door te geven, ook voor de jaren 2004 en 2005, en dat de appellant belang had bij deze opgave.
Het hof kwam terug op een eerder oordeel en stelde vast dat het vonnis van de kantonrechter van 24 juni 2011 niet kon standhouden. De grieven van de appellant die tot vernietiging van dat vonnis strekten, werden gegrond verklaard. Het hof bepaalde dat het pensioengevend salaris van de appellant per de relevante peildata als volgt was: per 1 januari 2004: € 73.719,90, per 1 januari 2005: € 75.411,53, per 1 januari 2006: € 75.021,88, en per 1 januari 2007: € 77.249,94.
Daarnaast werd [geïntimeerde] veroordeeld om binnen veertien dagen na betekening van het arrest de juiste gegevens aan de pensioenuitvoerder door te geven, met een dwangsom van € 2.000,00 per dag bij niet-naleving. Ook werd [geïntimeerde] veroordeeld tot het betalen van de kosten van het geding in zowel eerste aanleg als hoger beroep. Het arrest werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.