3.1.De rechtbank heeft vastgesteld:
"1. De FE is een fiscale eenheid als bedoeld in artikel 7, vierde lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB). [Belanghebbende] is op 21 september 2001 toegetreden tot de FE.
2. Tot 24 juni 2010 hield [B] Holding B.V. (de Holding) 100% van de aandelen in [belanghebbende]. [A] BV hield 100% van de aandelen in de Holding. Op 24 juni 2010 heeft de Holding twee derde van de aandelen in [belanghebbende] verkocht aan [C] BV en [D] BV, ieder voor een derde deel (de aandelenoverdracht).
3. Op 6 december 2010 heeft [belanghebbende] een 'Opgaaf Startende onderneming' (de Opgaaf) ingediend bij de Belastingdienst voor een onderneming met de naam '[X] B.V.' gevestigd te [Z] met als startdatum van de onderneming 1 januari 2010. Verder staat in de Opgaaf vermeld dat de onderneming voortkomt uit een bestaande onderneming te weten, [X] BV gevestigd te [R] en dat de overdragende onderneming niet blijft bestaan. In de Opgaaf worden de volgende aandeelhouders vermeld, ieder voor 1/3 deel: [E] BV, [C] BV en [D] BV.
4. De Belastingdienst was op 8 december 2010 op de hoogte van de aandelenoverdracht.
5. In april 2011 heeft tussen de directie van [A] BV (in de persoon van [F]) en de inspecteur een gesprek plaatsgevonden waarbij onder meer de concernstructuur van de [E] is besproken. Blijkens het verslag van dat gesprek (het gespreksverslag) is er daarbij op gewezen dat de akten inzake de aandelenoverdracht nog niet waren verwerkt door de Belastingdienst.
6. Aan de FE zijn de volgende naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd:
(…)
In de naheffingsaanslag met volgnummer [...] is een boetebedrag begrepen van € 4.950.
7. De FE heeft de naheffingsaanslagen niet betaald en [belanghebbende] is daarvoor bij de onderhavige beschikking aansprakelijk gesteld.
8. Op 6 maart 2013 heeft [belanghebbende] meegedeeld dat zij niet langer voldoet aan de voorwaarden van artikel 7, vierde lid, Wet OB. Naar aanleiding daarvan heeft de inspecteur bij beschikking van 13 maart 2013 [belanghebbende] met ingang van 25 juni 2010 aangemerkt als niet meer behorend tot de FE.
9. Tot de stukken van het geding behoort een email van 6 maart 2013 afkomstig van de Belastingdienst waarin wordt verklaard dat als gevolg van de aandelenoverdracht er niet langer een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting bestaat en dat [belanghebbende] als gevolg daarvan zelfstandig belastingplichtig wordt voor de vennootschapsbelasting.
10. Sedert de aansprakelijkstelling hebben met de naheffingsaanslagen verrekeningen plaatsgevonden voor een bedrag van € 62.479."