ECLI:NL:GHDHA:2014:3762

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
25 november 2014
Publicatiedatum
25 november 2014
Zaaknummer
22-000165-13
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het invoeren van vuurwapens en munitie vanuit België

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 25 november 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte werd beschuldigd van het invoeren van vuurwapens en munitie vanuit België naar Nederland. Het hof oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn verweer van uitlokking door de Nederlandse opsporingsambtenaren, schuldig was aan de tenlastegelegde feiten. De verdachte was op 30 april 2006 aangehouden en had zich schuldig gemaakt aan het zonder toestemming binnenbrengen van wapens en munitie in Nederland. Het hof legde een voorwaardelijke taakstraf op van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis, met een proeftijd van twee jaren. De uitspraak hield rekening met de overschrijding van de redelijke termijn van berechting, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden. De beslissing van het hof benadrukt de ernst van het bezit van vuurwapens en de risico's die dit met zich meebrengt voor de veiligheid van de samenleving.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000165-13
Parketnummer: 10-712028-07
Datum uitspraak: 25 november 2014
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 5 maart 2009 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1984 te [geboorteplaats],
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van dit hof van
11 november 2014.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 160 uren, met aftrek van voorarrest zodat 156 uren te verrichten taakstraf resteert, subsidiair 78 dagen hechtenis, alsmede tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 30 april 2006 te Breda
zonder consent
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, in de vorm van een seinpistool (merk onbekend, type SHE-82, kaliber 4, voorzien van serienummer [serienummer]) en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op 3, onder b en Bijlage I van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een speelgoed-machinegeweer, welke door vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, namelijk een machinegeweer (merk Erma, model MP40) en/of
- munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 categorie III van die wet, te weten 10, althans een (aantal) lichtsignaalpatro(o)n(en) (kaliber 4) en/of 24, althans een (aantal) kogelpatro(o)n(en) (kaliber 9 mm) en/of 10, althans een (aantal) kogelpatro(o)n(en) (lichtspoormunitie) (kaliber 7.92 (Mauser)) en/of 1 patroonband met 93, althans een (aantal) knalpatro(o)n(en) (kaliber 7.92 (Mauser)),
heeft doen binnenkomen vanuit België;
2.
hij op of omstreeks 01 mei 2006 te Rockanje, gemeente Westvoorne,
* een of meer wapens, te weten:
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, in de vorm van een pistool (merk DWM, model P-08, kaliber .9 mm en voorzien van serienummer [serienummer]) en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een onderde(e)l(en) en/of hulpstuk(ken) van een wapen, in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, namelijk onderdelen van een pistool (merk MAUSER, model C-96, kaliber 7,63 mm Mauser en voorzien van serienummer [serienummer]), te weten een kast en/of een patroonhouder, zijnde dit onderdelen en/of hulpstukken specifiek bestemd en van wezenlijke aard voor voornoemd wapen (pistool MAUSER, C-96) en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten onderdelen en/of hulpstukken van een wapen, in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, namelijk onderdelen van een pistool (merk FN, model 1922, kaliber 7,65 mm, niet voorzien van serienummer), te weten een loop met sluitveer en/of een slede en/of een sledeopsluitring en/of een kast en/of een slagpin met slagpinveer, zijnde dit onderdelen en/of hulpstukken specifiek bestemd en van wezenlijke aard voor voornoemd wapen (pistool FN, model 1922) en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie II onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een onderdeel van een wapen, in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, namelijk een loop van een automatisch vuurwapen (merk Beretta, model 38, kaliber 9 mm, niet voorzien van een serienummer), zijnde dit een onderdeel specifiek bestemd en van wezenlijke aard voor voornoemd automatisch vuurwapen (merk Beretta, model 38/42) en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, in de vorm van een geweer, te weten een kogelgeweer (merk onbekend , model 43, kaliber 7,92 mm en voorzien van serienummer [serienummer]) en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, in de vorm van een geweer, te weten een kogelgeweer (merk onbekend , model 43, kaliber 7,92 mm, waarvan het serienummer is verwijderd) en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, in de vorm van een geweer, te weten een grendel kogelgeweer (merk MAUSER, model K-98, kaliber 7,92 mm, voorzien van serienummer [serienummer]) en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, in de vorm van een geweer, te weten een grendel kogelgeweer (merk MAUSER, model K-98, kaliber 7,92 mm, voorzien van serienummer [serienummer]) en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een onderdeel van een wapen, in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, namelijk een onderdeel van een kogelgeweer (merk Garand, model M1, niet voorzien van een serienummer), te weten een afsluiter, zijnde dit een onderdeel specifiek bestemd en van wezenlijke aard voor voornoemd kogelgeweer en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een onderdeel van een wapen, in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, namelijk een onderdeel van een kogelgeweer (merk Garand, model M1, niet voorzien van een serienummer), te weten een gasaftapbuis, zijnde dit een onderdeel specifiek bestemd en van wezenlijke aard voor voornoemd kogelgeweer en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten onderdelen van een wapen, in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, namelijk onderdelen van kogelgeweren (merk Enfield en/of MAUSER, model K-98, niet voorzien van (een) serienummers), te weten grendels, zijnde dit onderdelen specifiek bestemd en van wezenlijke aard voor voornoemde kogelgeweren en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten onderdelen van een wapen, in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, namelijk onderdelen van kogelgeweren (merk Beretta, model 1833 voorzien van serienummer [serienummer] en/of tweemaal van het merk MAUSER, model K-98, niet voorzien van serienummers en/of Enfield, geen model en niet voorzien van een serienummer en/of Gewehr 43 en/of onbekend merk, onbekend model en niet voorzien van een serienummer en/of Winchester, model M1), te weten zeven lopen van kogelgeweren, zijnde dit onderdelen specifiek bestemd en
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, in de vorm van een alarm- c.q. startpistool (merk VALTRO, model AP92 ARMY, kaliber 9 mm, niet voorzien van serienummer),
en/of
* munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 categorie III van die wet, te weten:
- 38, althans een (aantal) kogelpatro(o)n(en) (kaliber 9 mm) en/of
- 22, althans een (aantal) kogelpatro(o)n(en) (kaliber .22) en/of
- 200, althans een (aantal) stuks overige munitie (gas- en/of knal- en/of kogelpatronen, gedeeltelijk verroest, diverse kalibers),
voorhanden heeft gehad;
3.
hij op of omstreeks 01 mei 2006 te Rockanje, gemeente Westvoorne, een of meer wapens, te weten:
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op 3 onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een luchtdrukpistool (merk ASGK, model AUTOMAG II, kaliber BB), welke door vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertoond met een vuurwapen, namelijk
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op 3 onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een speelgoedrevolver, welke door vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertoond met een vuurwapen, namelijk een revolver (merk Colt, model S.A.A.) en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op 3 onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een speelgoedrevolver, welke door vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertoond met een vuurwapen, namelijk een percussierevolver (merk Colt, model 1850) en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op 3 onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een speelgoedmachinepistool (merk GYMA, model CM023, kaliber BB), welke door vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertoond met een automatisch vuurwapen (merk Heckler & Koch (HK), model MP5, kaliber 9 mm) en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op 3 onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een speelgoedmachinepistool (DOUBLE AEGLE; M83, kaliber 4 mm(BB)), welke door vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertoond met een automatisch vuurwapen (machinegeweer) (merk Stoner, model SR-15, kaliber 5,56 mm) en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op 3 onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een speelgoedrevolver, welke door vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertoond met een vuurwapen, namelijk een revolver (merk SMITH & WESSON, model Showfield 1871, kaliber .45) en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op 3 onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een speelgoedpistool, welke door vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertoond met een vuurwapen, namelijk een pistool (merk Walther, model P-99, kaliber 9 mm) en/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op 3 onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een speelgoedpistool, welke door vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertoond met een vuurwapen, namelijk een pistool (merk Colt, model 1911, kaliber 9 mm),
voorhanden heeft gehad.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op
of omstreeks30 april 2006 te Breda
zonder consent
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, in de vorm van een seinpistool (merk onbekend, type SHE-82, kaliber 4, voorzien van serienummer [serienummer]) en
/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op 3, onder b en Bijlage I van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een speelgoed-machinegeweer,
welkedatdoor vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, namelijk een machinegeweer (merk Erma, model MP40) en
/of
- munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 categorie III van die wet, te weten 10
, althans een (aantal)lichtsignaalpatro
(o)n
(en
)(kaliber 4) en
/of24
, althans een (aantal)kogelpatro
(o)n
(en
)(kaliber 9 mm) en
/of10
, althans een (aantal)kogelpatro
(o)n
(en
)(lichtspoormunitie) (kaliber 7.92 (Mauser)) en
/of1 patroonband met 93
, althans een (aantal)knalpatro
(o)n
(en
)(kaliber 7.92 (Mauser)),
heeft doen binnenkomen vanuit België;
2.
hij op
of omstreeks01 mei 2006 te Rockanje, gemeente Westvoorne,
*
een of meerwapens, te weten:
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, in de vorm van een pistool (merk DWM, model P-08, kaliber .9 mm en voorzien van serienummer [serienummer]) en
/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten
eenonderde
(e)l
(en
) en/of hulpstuk(ken)van een wapen, in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, namelijk onderdelen van een pistool (merk MAUSER, model C-96, kaliber 7,63 mm Mauser en voorzien van serienummer [serienummer]), te weten een kast en
/ofeen patroonhouder, zijnde dit onderdelen
en/of hulpstukkenspecifiek bestemd en van wezenlijke aard voor voornoemd wapen (pistool MAUSER, C-96) en
/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten onderdelen en/of hulpstukken van een wapen, in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, namelijk onderdelen van een pistool (merk FN, model 1922, kaliber 7,65 mm, niet voorzien van serienummer), te weten een loop met sluitveer en
/ofeen slede en
/ofeen sledeopsluitring en
/ofeen kast en
/ofeen slagpin met slagpinveer, zijnde dit onderdelen en/of hulpstukken specifiek bestemd en van wezenlijke aard voor voornoemd wapen (pistool FN, model 1922) en
/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie II onder 2 van de Wet wapens en munitie, te weten een onderdeel van een wapen, in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, namelijk een loop van een automatisch vuurwapen (merk Beretta, model 38, kaliber 9 mm, niet voorzien van een serienummer), zijnde dit een onderdeel specifiek bestemd en van wezenlijke aard voor voornoemd automatisch vuurwapen (merk Beretta, model 38/42) en
/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, in de vorm van een geweer, te weten een kogelgeweer (merk onbekend , model 43, kaliber 7,92 mm en voorzien van serienummer [serienummer]) en
/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, in de vorm van een geweer, te weten een kogelgeweer (merk onbekend , model 43, kaliber 7,92 mm, waarvan het serienummer is verwijderd) en
/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, in de vorm van een geweer, te weten een grendel kogelgeweer (merk MAUSER, model K-98, kaliber 7,92 mm, voorzien van serienummer [serienummer]) en
/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, in de vorm van een geweer, te weten een grendel kogelgeweer (merk MAUSER, model K-98, kaliber 7,92 mm, voorzien van serienummer [serienummer]) en
/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een onderdeel van een wapen, in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, namelijk een onderdeel van een kogelgeweer (merk Garand, model M1, niet voorzien van een serienummer), te weten een afsluiter, zijnde dit een onderdeel specifiek bestemd en van wezenlijke aard voor voornoemd kogelgeweer en
/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een onderdeel van een wapen, in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, namelijk een onderdeel van een kogelgeweer (merk Garand, model M1, niet voorzien van een serienummer), te weten een gasaftapbuis, zijnde dit een onderdeel specifiek bestemd en van wezenlijke aard voor voornoemd kogelgeweer en
/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten onderdelen van een wapen, in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, namelijk onderdelen van kogelgeweren (merk Enfield en
/ofMAUSER, model K-98, niet voorzien van
(een)serienummers), te weten grendels, zijnde dit onderdelen specifiek bestemd en van wezenlijke aard voor voornoemde kogelgeweren en
/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten onderdelen van een wapen, in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, namelijk onderdelen van kogelgeweren (merk Beretta, model 1833 voorzien van serienummer [serienummer] en
/oftweemaal van het merk MAUSER, model K-98, niet voorzien van serienummers en
/ofEnfield, geen model en niet voorzien van een serienummer en
/ofGewehr 43 en
/ofonbekend merk, onbekend model en niet voorzien van een serienummer en
/ofWinchester, model M1), te weten zeven lopen van kogelgeweren, zijnde dit onderdelen specifiek bestemd
en van wezenlijke aard voor voornoemde kogelgewerenen
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1, categorie III onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3 van die wet, in de vorm van een alarm- c.q. startpistool (merk VALTRO, model AP92 ARMY, kaliber 9 mm, niet voorzien van serienummer),
en
/of
* munitie in de zin van artikel 1 onder 4 van de Wet wapens en munitie, te weten munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 categorie III van die wet, te weten:
- 38
, althans een (aantal)kogelpatro
(o)n
(en
)(kaliber 9 mm) en
/of
- 22
, althans een (aantal)kogelpatro
(o)n
(en
)(kaliber .22) en
/of
- 200
, althans een (aantal)stuks overige munitie (gas- en
/ofknal- en
/ofkogelpatronen, gedeeltelijk verroest, diverse kalibers),
voorhanden heeft gehad;
3.
hij op
of omstreeks01 mei 2006 te Rockanje, gemeente Westvoorne,
een of meerwapens, te weten:
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op 3 onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een luchtdrukpistool (merk ASGK, model AUTOMAG II, kaliber BB), welke door vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertoontmet een vuurwapen, namelijk
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op 3 onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een speelgoedrevolver,
welkedatdoor vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertoon
dtmet een vuurwapen, namelijk een revolver (merk Colt, model S.A.A.) en
/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op 3 onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een speelgoedrevolver,
welkedatdoor vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertoon
dtmet een vuurwapen, namelijk een percussierevolver (merk Colt, model 1850) en
/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op 3 onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een speelgoedmachinepistool (merk GYMA, model CM023, kaliber BB),
welkedatdoor vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertoon
dtmet een automatisch vuurwapen (merk Heckler & Koch (HK), model MP5, kaliber 9 mm) en
/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op 3 onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een speelgoedmachinepistool (DOUBLE AEGLE; M83, kaliber 4 mm(BB)),
welkedatdoor vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertoon
dtmet een automatisch vuurwapen (machinegeweer) (merk Stoner, model SR-15, kaliber 5,56 mm) en
/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op 3 onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een speelgoedrevolver,
welkedatdoor vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertoon
dtmet een vuurwapen, namelijk een revolver (merk SMITH & WESSON, model Showfield 1871, kaliber .45) en
/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op 3 onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een speelgoedpistool,
welkedatdoor vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertoon
dtmet een vuurwapen, namelijk een pistool (merk Walther, model P-99, kaliber 9 mm) en
/of
- een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op 3 onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, namelijk een speelgoedpistool,
welkedatdoor vorm en afmeting een sprekende gelijkenis vertoon
dtmet een vuurwapen, namelijk een pistool (merk Colt, model 1911, kaliber 9 mm),
voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Verweren
Ter terechtzitting in hoger beroep is door de raadsman bepleit dat er sprake is geweest van uitlokking van de verdachte door de Nederlandse opsporingsambtenaar dan wel dat de verdachte een gegeven ambtelijk bevel opvolgde, nu de Nederlandse opsporingsambtenaar op Belgisch grondgebied aan de auto waarin de verdachte zich bevond een volgteken gaf. Indien dit volgteken, dat volgens de verdachte is gegeven op een plaats waar de E19/A16 nog voor de grens met Nederland via een afrit verlaten had kunnen worden, niet was gegeven, zou de auto waarin de verdachte zich bevond in België (Hoogstraten) zijn gestopt bij een kennis van één van de inzittenden, waar zij zouden bekijken wat zij met de wapens en de munitie gingen doen, en zij de wapens mogelijk zouden hebben achtergelaten alvorens zij hun weg naar Nederland zouden vervolgen. Voorts stelt de raadsman dat door het geven van een volgteken door de politie aan verdachte de mogelijkheid tot vrijwillige terugtred is ontnomen: verdachte had immers, bij het aanschouwen van de controlepost over de grens met Nederland, in België de auto op de vluchtstrook kunnen stoppen en (zo begrijpt het hof) zich van de wapens kunnen ontdoen, waardoor er van invoer van wapens in Nederland geen sprake zou zijn.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt. Op grond van de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen staat vast dat op Belgisch grondgebied door een Nederlandse opsporingsambtenaar een attentie– of volgteken is gegeven aan de auto waarin de verdachte zich bevond. Voor een gerechtvaardigd beroep op uitlokking is vereist dat de verdachte door de handelwijze van de Nederlandse opsporingsambtenaar niet is gebracht tot andere handelingen dan die waarop zijn opzet reeds was gericht (vgl. Hoge Raad 4 december 1979, NJ 1980, 356 (Tallon-criterium)). In deze zaak had het gegeven ambtelijk bevel –het volgteken van de motoragent- niet tot doel de verdachte de grens met Nederland te laten passeren, maar diende het om naar een controleplaats te gaan, alwaar de auto waarin de verdachte als passagier reed kon worden gecontroleerd. De consequentie van een in België gegeven volgteken om naar een parkeerplaats in Nederland te gaan is dat de grens wordt overschreden en dat in Nederland verboden goederen worden ingevoerd. In een dergelijk geval is voor een geslaagd beroep op het ontbreken van de strafbaarheid van het feit eveneens vereist dat dat de verdachte door de handelwijze van de Nederlandse opsporingsambtenaar is gebracht tot iets wat hij niet reeds voornemens was te doen.
In de onderhavige zaak is aldus van belang of de verdachte, reeds voordat de auto waarin hij zich als passagier bevond het volgteken van de motoragent kreeg, voornemens was zich met de in België aangeschafte wapens naar Nederland te begeven. Het hof neemt bij de beoordeling van deze vraag het volgende in aanmerking:
De verdachte heeft vanaf aanvang af aan verklaard dat hij (destijds) een verzamelaar van militaire voorwerpen (wapens en munitie) was. Op 30 april 2006 verklaarde de verdachte bij de politie bovendien dat hij zich op de beurs heeft laten verleiden tot de aanschaf van munitie welke paste bij zijn verzameling om het geheel compleet te maken. Het seinpistool en de patronen heeft hij voor Nieuwjaar gekocht en de imitatie van de MP40 heeft hij gekocht omdat deze als origineel wapen niet meer te vinden is. Bovendien heeft de verdachte bij de politie bekend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de invoer van wapens en munitie vanuit België in Nederland. Pas ter terechtzitting van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 18 juni 2008 heeft de verdachte verklaard dat hij en zijn medeverdachten niet voornemens waren om zich rechtstreeks met de wapens en munitie naar Nederland te begeven, maar dat zij in België, in de plaats Hoogstraten, een bekende van een van de mensen in de auto de wapens wilden laten controleren en misschien achterlaten. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft hij verklaard dat deze persoon ook zou kunnen aangeven of de wapens in Nederland illegaal waren. De verdachte heeft echter verklaard niet de naam van die persoon te kennen en ook niets te weten over diens kennis op het gebied van (de regelgeving met betrekking tot) wapens en munitie.
Deze op onderdelen wisselende verklaring van de verdachte strookt niet met de verklaring van de medeverdachten.
De medeverdachte [medeverdachte 1] heeft bij de politie op 30 april 2006 verklaard dat hij op de beurs een aantal goederen had aangetroffen die zijn interesse hadden en hij heeft die aangeschaft. Hij kocht twee revolvers, omdat het hem interesseerde uit te zoeken waar en wanneer die gemaakt waren. Dit gold ook voor de gekochte munitie. Hij heeft 14 stuks munitie gekocht omdat hij van plan was om een aantal stuks penvuurmunitie te bewaren en de rest te ruilen met medeverzamelaars.
Op 17 oktober 2007 heeft [medeverdachte 1] bij de rechter-commissaris verklaard dat zij op de terugweg (het hof begrijpt: naar Nederland) waren. Toen zij 10 tot 15 minuten voor de grens waren kreeg de auto een volgteken van een motoragent. Hij verklaarde voorts dat als de politie hem voor de grens had gezegd dat hij in Nederland zou worden aangehouden wegens verboden wapenbezit, hij niet de grens was overgegaan.
De medeverdachte [medeverdachte 2], zijnde de bestuurder van de auto waarin de verdachte zich bevond, heeft bij de politie op 30 april 2006 verklaard dat het hem leuk leek om een pistool in alarmuitvoering erbij te hebben en thuis ergens neer te zetten. De munitie hoorde daarbij.
Op 17 oktober 2007 heeft [medeverdachte 2] bij de rechter-commissaris verklaard dat hij ongeveer vijf kilometer van de grens met Nederland een volgteken kreeg van een Nederlandse motoragent. Als de motoragent geen volgteken had gegeven, zou hij in België zijn gestopt als één van de inzittenden dat had gevraagd. Dat dit daadwerkelijk door één van de inzittenden is gevraagd is niet gebleken. Voorts heeft [medeverdachte 2] verklaard dat als de politie van te voren had gezegd dat hij in Nederland zou worden aangehouden wegens verboden wapenbezit, dat hij
danniet naar Nederland was gegaan. Hij had het spul desnoods in België in een prullenbak gestopt. Hij heeft daar toen niet met de andere inzittende (het hof begrijpt: inzittenden) over gesproken.
Op grond van het voorgaande kan worden vastgesteld dat de verklaring van de verdachte, dat hij niet voornemens was om zich met de wapens en munitie naar Nederland te begeven, niet strookt met hetgeen de verdachte aanvankelijk en met hetgeen de medeverdachten bij de politie en ten overstaan van de rechter-commissaris verklaarden met betrekking tot de intenties en de gang van zaken in de auto. Gelet op de voorgenoemde feiten en omstandigheden acht het hof de verklaring van de verdachte, dat hij de wapens en munitie in België bij een voor hem onbekende kennis van [medeverdachte 1] zou achterlaten, onaannemelijk. Het hof is van oordeel dat uit het bovengenoemde blijkt dat de verdachte en de anderen in de auto voornemens waren om zich met de op de militariabeurs te Ciney, België, aangeschafte wapens en munitie naar Nederland te begeven en dat zij door het gegeven volgteken dan wel ambtelijk bevel van de Nederlandse motoragent niet zijn gebracht tot andere handelingen dan die waarop hun opzet reeds was gericht. De verweren hieromtrent worden derhalve verworpen.
Het verweer van de raadsman dat de verdachte de mogelijkheid op een vrijwillige terugtred is ontnomen, nu de verdachte bij het zien van de autocontrole bij de afrit Hazeldonk desnoods op de vluchtstrook had kunnen stoppen, wordt eveneens verworpen, aangezien dit geen situatie van
vrijwilligeterugtred oplevert.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 14, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III

en

handelen in strijd met artikel 14, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd

en

handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II

en

handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.

Het onder 3 bewezen verklaarde levert op:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis, voorwaardelijk met een proeftijd van 1 jaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich op de bewezen verklaarde wijze schuldig gemaakt aan het zonder consent binnen Nederland brengen van wapens en munitie alsmede aan het onbevoegd voorhanden hebben van een grote hoeveelheid (vuur)wapens en munitie. Dergelijke feiten brengen onaanvaardbare risico's voor de veiligheid van personen met zich mee. Daarnaast brengt dergelijk bezit onder burgers gevoelens van onveiligheid met zich mee aangezien vuurwapens dikwijls worden gebruikt bij het plegen van strafbare feiten of bij eigenrichting.
Het hof neemt voorts in aanmerking dat verdachte, blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 28 oktober 2014, zowel voor als na onderhavige zaak buiten een verkeerssnelheidsovertreding in 2012 niet met Justitie in aanraking is gekomen.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat in beginsel een taakstraf voor de duur van 160 uren alsmede een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden een passende en geboden reactie vormen.
Het hof stelt evenwel vast dat de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden fors is overschreden. In de eerste plaats heeft de berechting in eerste aanleg niet plaatsgevonden binnen twee jaren, gelet op het feit dat de verdachte op 30 april 2006 in de onderhavige strafzaak is aangehouden en het eindvonnis op 5 maart 2009 – te weten circa 2 jaren en 11 maanden later - is gewezen. Daarnaast is de inzendtermijn fors overschreden, nu het hoger beroep op 16 maart 2009 is ingesteld en het dossier op 18 juli 2014 –derhalve niet binnen 8 maanden, maar na circa 5 jaren en 4 maanden- ter griffie van het hof is ontvangen. Het hof zal deze overschrijding verdisconteren in de strafmaat in die zin, dat in plaats van de overwogen taakstraf van 160 uren alsmede een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden voorwaardelijk, een geheel voorwaardelijke taakstraf van na te melden duur zal worden opgelegd.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13, 14, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis;
bepaalt dat de taakstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door mr. J.W. van Rijkom,
mr. J.M. van de Poll en mr. A.W.M. Bijloos, in bijzijn van de griffier mr. J. van der Vegte.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 25 november 2014.
Mr. A.W.M. Bijloos is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.