ECLI:NL:GHDHA:2014:3492
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verstekzaak inzake studielening tussen Stichting Studiefinanciering Curaçao en geïntimeerde
In deze zaak heeft de Stichting Studiefinanciering Curaçao hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter in Rotterdam, waarin een bedrag van € 11.476,07 aan de Stichting werd toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. De Stichting had een studielening van € 12.393,07 verstrekt aan de geïntimeerde, die deze lening niet volledig had terugbetaald. De overeenkomst van geldlening was gesloten op 17 juli 1995, en de lening werd opeisbaar na de beëindiging van de studie door de geïntimeerde in maart 1997. De Stichting vorderde terugbetaling van het geleende bedrag, inclusief contractuele rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter had de contractuele rente afgewezen en alleen de wettelijke rente toegewezen vanaf de datum van de dagvaarding.
Het hof oordeelt dat de Nederlandse rechter bevoegd is, aangezien de geïntimeerde in Nederland woont. Het hof bevestigt dat de overeenkomst het nauwst verbonden is met Curaçao, en dat het recht van Curaçao van toepassing is. Het hof oordeelt dat de bedongen contractuele rente van 10% per jaar onaanvaardbaar hoog is en matigt deze tot de wettelijke rente. De grief van de Stichting over de ingangsdatum van de rente slaagt, en het hof wijst de wettelijke rente toe vanaf 1 december 2003. De grief over de buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen, omdat het hof deze ook onaanvaardbaar hoog acht. Het hof compenseert de proceskosten, aangezien beide partijen gedeeltelijk in het gelijk zijn gesteld. Het arrest is uitgesproken op 4 november 2014.