Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 11 februari 2014
Fenna Holding B.V.,
Het geding
- namens Fenna de heer [bestuurder], bijgestaan door mrs. M.M. Tuijtel en W. Buikstra;
- namens de curator van Tellus mrs. A.J.M. Roos en V. Terlouw;
- de curator van Fenna, mr. M. Windt.
Beoordeling van het hoger beroep
Voorts heeft de rechtbank overwogen dat aan het pluraliteitsvereiste is voldaan, omdat Fenna ook schulden heeft aan een of meer andere schuldeisers. Zo staan de schulden aan de Belastingdienst en de verhuurder van het bedrijfspand genoegzaam vast en is niet aannemelijk geworden dat deze al wel betaald zouden zijn. De betwisting door Fenna van de schuld aan de verhuurder van ruim € 208.000,- is door de rechtbank verworpen. Een andere gestelde steunvordering kan onbesproken blijven. De rechtbank heeft vervolgens geconcludeerd dat Fenna verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen en heeft het faillissement van Fenna uitgesproken.
onbesuisde groei van kosten, met name de kosten van het personeel” als oorzaak van het verlies (van circa € 3 mln.) over 2012 zag, en dat problemen met Google – die de overeenkomst beëindigde nadat de betalingsachterstand was opgelopen tot € 2,3 mln. – hebben geleid tot een terugval naar 10% van de oorspronkelijke maandomzet in 2013. Daar komt bij dat Fenna – naast de toepasselijkheid van het vermoeden van artikel 2:248 lid 1 BW – ook de gestelde paulianeuze transacties en de onrechtmatige doorstart inhoudelijk en (uitgebreid) gemotiveerd heeft bestreden, terwijl niet op voorhand kan worden gezegd wie het gelijk in deze aan zijn zijde heeft. Daarbij wordt voorts overwogen dat de vraag kan worden gesteld of de betrokkenheid van [bestuurder] bij bedoelde transacties en doorstart in CTD, indien paulianeus en/of onrechtmatig, tot aansprakelijkheid van Fenna moet leiden. Zonder nader feitenonderzoek en eventuele bewijslevering, waarvoor binnen deze faillissementsprocedure geen ruimte is, laat zich niet vaststellen – ook niet in de zin van een summierlijk blijken – dat de door de curator van Tellus gestelde vorderingen bestaan. Een en ander dient naar het oordeel van het hof in een bodemprocedure, waarin is voorzien in de nodige waarborgen met de mogelijkheid van bewijslevering, te worden onderzocht en beoordeeld.
www.rechtspraak.nlbeschikbare model (excel-bestand). De beslissing over de faillissementskosten zal in verband hiermee worden aangehouden.