ECLI:NL:GHDHA:2014:3295

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
28 maart 2014
Publicatiedatum
14 oktober 2014
Zaaknummer
22-004397-12
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens overschrijding appeltermijn

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 28 maart 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam, dat op 23 januari 2012 was gewezen in een ontnemingszaak. De veroordeelde had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, maar het hof heeft geoordeeld dat de veroordeelde niet-ontvankelijk is in het hoger beroep. De advocaat-generaal had ter terechtzitting op 14 maart 2014 gevorderd dat de veroordeelde niet-ontvankelijk zou worden verklaard, omdat de appeltermijn was overschreden en deze overschrijding niet verschoonbaar was.

De raadsvrouw van de veroordeelde stelde dat haar cliënt ontvankelijk was in het hoger beroep, omdat de ontnemingszaak volgens haar cliënt op de zitting van 12 december 2011 niet inhoudelijk was behandeld. De veroordeelde was echter aanwezig op deze zitting en was op de hoogte gesteld van de uitspraak die op 23 januari 2012 zou worden gedaan. Het hof heeft het proces-verbaal van de zitting van 12 december 2011 in overweging genomen en geconcludeerd dat de inhoud daarvan niet onjuist was. Hierdoor was de overschrijding van de appeltermijn niet verschoonbaar.

Het hof heeft uiteindelijk besloten de veroordeelde niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, omdat het hoger beroep niet binnen de vereiste termijn van veertien dagen na het vonnis van 23 januari 2012 was ingesteld. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken en is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier R. Luijken. Mr. A.M. Zwaneveld was buiten staat om het arrest te ondertekenen.

Uitspraak

Rolnummer: 22-004397-12 PO
Parketnummer: 10-722079-10
Datum uitspraak: 28 maart 2014
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam van 23 januari 2012 in de ontnemingszaak tegen de veroordeelde:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1983,
[adres].
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 14 maart 2014 gevorderd dat de veroordeelde niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het hoger beroep.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat haar cliënt ontvankelijk is in zijn hoger beroep, nu de ontnemingszaak volgens haar cliënt op de zitting van 12 december 2011 niet inhoudelijk is behandeld en veroordeelde er derhalve niet van op de hoogte was en ook niet kon zijn, wanneer daarin uitspraak zou worden gedaan, zodat de overschrijding van de appeltermijn verschoonbaar is geweest.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Op 17 september 2012 is namens de veroordeelde hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 23 januari 2012. Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting van 12 december 2011 was de veroordeelde op de terechtzitting aanwezig en is met hem daar inhoudelijk over het wederrechtelijk verkregen voordeel gesproken, waarna door de politierechter na sluiting van het onderzoek aan de veroordeelde is medegedeeld dat het vonnis dat betrekking heeft op de ontnemingsvordering op 23 januari 2012 te 09.00 uur zal worden uitgesproken.
Dit proces-verbaal is met de veroordeelde ter terechtzitting in hoger beroep doorgenomen en hetgeen de veroordeelde daarover verklaarde, geeft het hof geen aanleiding voor de conclusie dat de inhoud van het proces-verbaal onjuist zou zijn.
Het hof is derhalve van oordeel dat de overschrijding van de appeltermijn niet verschoonbaar is geweest. Het hof zal daarom de veroordeelde niet-ontvankelijk verklaren in het hoger beroep, nu het hoger beroep niet binnen veertien dagen na het op 23 januari 2012 gewezen vonnis is ingesteld.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de veroordeelde niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door mr. C.J. van der Wilt, mr. M.J.J. van den Honert en mr. A.M. Zwaneveld, in bijzijn van de griffier R. Luijken.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 28 maart 2014.
Mr. A.M. Zwaneveld is buiten staat dit arrest te ondertekenen.