Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 25 februari 2014
De Coöperatie Coöperatieve Bloemenveiling Floraholland U.A.,
[naam],
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
“De werknemer onthoudt zich, op straffe van
alleomstandigheden van het geval, zoals deze zich niet later dan op het tijdstip van ingang van het ontslag voordeden, in onderling verband en samenhang in aanmerking worden genomen. Daarbij behoren, naast de ernst van de verweten gedraging ook in beschouwing te worden genomen de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals de leeftijd van [woonplaats], het gegeven dat hij al 20 jaar bij Floraholland in dienst was, daar steeds goed gefunctioneerd heeft en nimmer betrokken is geweest bij een veiligheidsincident.
onbegrijpelijk is dat FloraHolland daarnaast nog aanspraak wil maken op financiële compensatie terwijl zij weet dat hij is aangewezen op een uitkering op minimumniveau.”
Beslissing
- beveelt partijen in persoon, als het om een rechtspersoon gaat, deugdelijk vertegenwoordigd door een persoon die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is om een schikking aan te gaan, vergezeld van hun raadslieden, voor het verstrekken van inlichtingen en het beproeven van een minnelijke regeling te verschijnen voor de hierbij benoemde raadsheer-commissaris mr. S.R. Mellema in één der zalen van het Paleis van Justitie, Prins Clauslaan 60 te Den Haag op
- bepaalt dat, indien één der partijen
- verstaat dat het hof reeds beschikt over een kopie van de volledige procesdossiers in eerste aanleg en in hoger beroep, inclusief producties, zodat overlegging daarvan voor de comparitie niet nodig is;
- bepaalt dat partijen de in dit arrest eventueel opgevraagde overige stukken
- bepaalt dat partijen de bescheiden waarop zij voor het overige een beroep zouden willen doen, zullen overleggen door deze