ECLI:NL:GHDHA:2014:3093
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige onttrekking van gelden door penningmeester van Wmo-adviesraad
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam, waarin hij is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 55.654,29 aan de gemeenten. De gemeenten, te weten Gemeente Dirksland, Gemeente Goedereede, Gemeente Middelharnis en Gemeente Oostflakkee, hebben [appellant] aangeklaagd wegens onrechtmatige onttrekking van gelden die hij als penningmeester van een gezamenlijke Wmo-adviesraad had beheerd. De gemeenten stelden dat [appellant] onrechtmatig heeft gehandeld door gelden van de betaalrekening van de adviesraad voor privédoeleinden te gebruiken, zonder deugdelijke verantwoording af te leggen.
De rechtbank heeft in haar vonnis de primaire vordering van de gemeenten toegewezen, waarbij [appellant] is veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente. [appellant] heeft in hoger beroep drie grieven ingediend, waarbij hij onder andere aanvoert dat de gemeenten niet-ontvankelijk verklaard hadden moeten worden en dat hij niet in de gelegenheid is gesteld om bewijs te leveren voor zijn verweer.
Het hof heeft geoordeeld dat de gemeenten in hun vorderingen niet terugvorderingen van subsidiebedragen eisen, maar dat [appellant] als privépersoon moet worden veroordeeld tot terugbetaling van de onterecht onttrokken gelden. Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stellingen en dat hij niet heeft aangetoond dat de onttrekkingen niet voor privédoeleinden waren. De grieven van [appellant] zijn verworpen, en het hof heeft het vonnis van de rechtbank bekrachtigd, met veroordeling van [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep.