Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest d.d. 8 juli 2014
[appellant], en
[geïntimeerde],
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
(…)
”.
zaaknummer 200.107.334/01heeft Mr. Coumou q.q. in eerste aanleg gevorderd [appellant] c.s. hoofdelijk te veroordelen om de executie van de dwangsommen als bedoeld onder 1.5. en 1.7. te staken en gestaakt te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom. Volgens Mr. Coumou q.q. is tijdig en volledig aan het onder 1.5. vermelde vonnis voldaan, zodat executie van het vonnis door inning van dwangsommen onrechtmatig is. De voorzieningenrechter heeft Mr. Coumou q.q. bij het bestreden vonnis van 29 maart 2012 in het gelijk gesteld en de vordering toegewezen. [appellant] c.s. is in de proceskosten veroordeeld.
zaaknummer 200.110.103/01heeft [appellant] c.s. in conventie gevorderd, voor zover in appel nog van belang, de veroordeling van Mr. Coumou q.q., thans [geïntimeerde], tot (i) het verwijderen van de meterkast die zich nu bevindt in een ruimte die deel uitmaakt van het appartement van [appellant] c.s., (ii) (primair) herstel van twee rookafvoerkanalen, althans (subsidiair) vergoeding van de schade die is veroorzaakt door het verwijderen door [betrokkene] van twee rookafvoerkanalen, (iii) het staken van geluidsoverlast door verwijdering van de parketvloer, dan wel door het aanbrengen van een geluidswerende ondervloer conform de geluidsnorm van 10 Db en (iv) het terugplaatsen van de deur, dan wel het plaatsen van een nieuwe deur tussen de binnentuin van het appartement van [betrokkene] en de binnenplaats van [appellant] c.s., (i) tot en met (iv) steeds op straffe van verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van Mr. Coumou q.q. in de proceskosten
“de karakteristieke luchtgeluidisolatie-index lager is dan de gehanteerde toetswaarde van 0 dB”en:
“de contactgeluidisolatie-index voor de constructie tussen de kantoorruimte bij de entree en het appartement op de eerste verdieping is lager dan de gehanteerde toetswaarde van 0 dB en voldoet hiermee niet aan de prestatie-eisen uit de NEN 1070 (1976).”. [appellant] c.s. heeft echter niet deugdelijk onderbouwd gesteld waaruit blijkt dat de door Sonus gehanteerde NEN-normen van toepassing zijn op dit – relatief oude – gebouw, hetgeen door [geïntimeerde] is betwist. Ook uit het splitsingsreglement blijkt de toepasselijkheid van deze normen niet. In artikel 5 is slechts opgenomen dat de gebruikers van de appartementen verplicht zijn zich te (het hof begrijpt:) onthouden van onnodige en overmatige luidruchtigheid en dat [geïntimeerde] zich daaraan niet zou hebben gehouden blijkt in elk geval niet uit het rapport van Sonus. Naar het oordeel van het hof heeft de rechtbank vordering sub (iii) van [appellant] c.s. dan ook terecht afgewezen. Grief 3 faalt eveneens.
Beslissing
[appellant] c.s. en [betrokkene] in 2001 een overeenkomst hebben gesloten op grond waarvan [betrokkene] en zijn rechtsopvolgers het recht hebben de ruimte in het appartement van [appellant] c.s. (uitkomend op de opgang naar het appartement van [betrokkene]) te gebruiken als meterkast en [appellant] c.s. en hun rechtsopvolgers het recht hebben de ruimte onder de trap te gebruiken, welke rechten als erfdienstbaarheid ingeschreven dienen te wordenen wijst de reconventionele vordering van [geïntimeerde] alsnog af;