Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 16 september 2014
Mediq Apotheken Beheer B.V.,
Esmilo B.V.,
Het geding
De verdere beoordeling van het hoger beroep
.. terwijl anderzijds het oordeel dat uitvoering van de overeenkomst overtreding van het gestelde in artikel 37c Besluit zou betekenen ..”) - geacht wordt tevens de klacht te behelzen dat onbegrijpelijk is dat het hof aan deze aldus op te vatten stelling van Esmilo is voorbijgegaan (deze ruimhartige lezing van het middelonderdeel is ontleend aan de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 3.25.3), oordeelt dit hof dat in hetgeen Esmilo in haar memorie van antwoord en volgens de pleitnota van haar raadsman vóór verwijzing over het model naar voren heeft gebracht, elke steun ontbreekt dat Esmilo met bestellingen van apotheken bedoelde dat deze slechts tegenover fabrikanten voorgewend zouden worden. Het voorgaande is ten overvloede overwogen: Esmilo is er (ook) na verwijzing van uitgegaan dat het in het door het hof Amsterdam vastgestelde model daadwerkelijk om bestellingen van apotheken gaat.
Groothandel in geneesmiddelen: iedere activiteit die erin bestaat geneesmiddelen aan te schaffen, te houden, te leveren of uit te voeren, uitgezonderd het verstrekken van geneesmiddelen aan het publiek.”(artikel 1 lid 2 van de richtlijn uit 1992 en artikel 1 sub 17 van de richtlijn uit 2001).
andersdan op recept. Daarmee is de strijdigheid met artikel 4 lid 3 WOG maar ook met artikel 2 lid 1 onder d WOG, gegeven. Ten aanzien van het laatste geldt dat de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst overeenkomstig het meer besproken model tevens zou hebben meegebracht dat apotheken zich door de aanschaf van geneesmiddelen bestemd voor de groothandel ook zelf met groothandel ingelaten hadden, zonder (zelf) over de ingevolge artikel 2 lid 1 onder d WOG vereiste vergunning te beschikken. Het hof passeert het betoog van Esmilo dat zogenaamde retourzendingen van apothekers aan groothandels zijn toegestaan, aangezien het in het model niet ging om zendingen retour aan de leverende groothandel, maar om leveringen ook aan andere groothandels dan de leverende groothandel, met geen ander doel dan de parallelhandel.
Overwegende dat controle dient te worden uitgeoefend op de gehele distributieketen van geneesmiddelen, van de fabricage of de invoer ervan in de Gemeenschap tot de
“ongelukken, fouten en misstanden”(Kamerstukken II, 1955-1956, nr. 6, p. 2).
Overwegende dat ieder die aan de groothandel in geneesmiddelen deelneemt, een bijzondere vergunning moet bezitten; dat apothekers en personen die gemachtigd zijn geneesmiddelen rechtstreeks aan het publiek af te leveren en zich tot die activiteit beperken, dienen te worden ontheven van deze vergunningsplicht; …”
dit gedogen ten einde liep”. Zij was zich dus heel wel bewust van de inhoud en strekking van de regels die uit de WOG en het Besluit voortvloeiden, althans, had zich daarvan heel wel bewust behoren te zijn. Nu in het samenwerkingsmodel voor de apotheken een rol was weggelegd die vergelijkbaar was met die van apotheek [X], moet Esmilo zich ook bewust zijn geweest van de overtreding van de regels door die apotheken en Medimilo. Dat komt ook tot uiting in het feit dat de advocaat van Esmilo in dit verband tijdens het pleidooi bij het hof Amsterdam met betrekking tot het samenwerkingsmodel heeft opgemerkt dat het model niet illegaal is “
als je de apothekers wegdenkt”. Dat Mediq zich bewust was of had moeten zijn van de inbreuk op de regelgeving in het samenwerkingsmodel is zonder meer aannemelijk, gelet op het feit dat zij als professionele partij onderdeel uitmaakt van een internationale retail- en distributieonderneming voor geneesmiddelen en medische hulpmiddelen. Het feit dat zij stelt aan haar samenwerking steeds de voorwaarde te hebben verbonden dat deze niet in strijd zou komen met geldende wettelijke voorschriften en dat zij juist in de overtreding van de wettelijke regels aanleiding heeft gezien de samenwerking te beëindigen, maakt dit niet anders.