Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaak-/rolnummer rechtbank : C/09/431873 / HA ZA 12-1372
Arrest d.d. 19 augustus 2014
hierna te noemen: [appellant 1],
2. DE VERENIGING VAN EIGENAREN […] URBAN VILLA’S ONDERSPLITSING […] TE SASSENHEIM,zetelend te Sassenheim, gemeente Teylingen,
hierna 1 en 2 tezamen te noemen: [appellanten] (meervoud),
appellanten in het principaal appel,
verweerders in het incidenteel appel,
WOONSTICHTING DE VOORUITGANG,
appellante in het incidenteel appel,
Het geding
- de dagvaarding in hoger beroep van 17 september 2013, waarbij [appellanten] in hoger beroep zijn gekomen van het door de rechtbank Den Haag gewezen vonnis van 19 juni 2013, met daarin opgenomen tien grieven (met producties);
- de conclusie van eis in hoger beroep;
- de memorie van antwoord, tevens houdende incidenteel appel (met producties), waarbij de Vooruitgang haar (reconventionele) vordering heeft vermeerderd;
- de memorie van antwoord in het incidenteel hoger beroep;
- de pleitnotities van partijen, mondeling voorgedragen tijdens het pleidooi van 7 juli 2014.
Vervolgens is arrest bepaald.Beoordeling van het hoger beroep
In het principaal en incidenteel appel
(2.1) [appellanten] zijn, dan wel vertegenwoordigen een aantal, deelgerechtigden (hierna ook: appartementseigenaren of kopers) in het ten processe bedoelde, door Vooruitgang ontwikkelde en door Ballast Nedam Bouw (BNB) gebouwde, appartementencomplex te Sassenheim (hierna: het appartementencomplex) met daarin 40 appartementen.
(2.2) In eerste aanleg is het geschilpunt omtrent de eigendom van de groenstrook grotendeels onherroepelijk beslist ten gunste van [appellanten]. Slechts één aspect, verwoord in grief I van [appellanten], staat in hoger beroep nog ter discussie. Het hof zal hierop later ingaan.
(2.3) Inmiddels staat ook vast dat [appellanten] (door natrekking) eigenaar zijn van de WKO-installatie (WKO staat voor Warmte en Koude Opslag). Het is de warm- en koudwaterinstallatie die via vloerverwarming de appartementen verwarmt en koelt en waarop een boiler is aangesloten. De Vooruitgang heeft deze installatie door Van Tintelen Sustainable BV (Van Tintelen) laten bouwen en niet door BNB.
(2.4) Het thans resterende geschilpunt - afgezien van het onder 2.2 vermelde ondergeschikte punt ten aanzien van de groenstrook - betreft (kort gezegd) primair de vraag of de WKO-installatie is inbegrepen in de koop/aanneemsom en of de appartementseigenaren nog voor de WKO-installatie moeten betalen aan de Vooruitgang, dan wel subsidiair de vraag of zij medewerking moeten verlenen aan de vestiging van een opstalrecht ten gunste van de Vooruitgang.
(2.5) Een en ande
rheeft geleid tot vorderingen over en weer ten aanzien van de WKO-installatie, zakelijk inhoudende en voor zover in hoger beroep aan de orde:
a) De (conventionele) vordering van [appellanten] (subsidiair onder C), inhoudende een verklaring voor recht dat [appellanten] [hof: [appellant 1] en de leden van de VvE gebouw B, die in 2009, 2010 en later onder dezelfde (als in 2009 en 2010 geldende) voorwaarden hebben gekocht] voor hun aandeel in de WKO-installatie hebben betaald.
b) De (reconventionele) vordering van de Vooruitgang,
primairinhoudende veroordeling van [appellanten] om
naar ratote betalen voor de WKO-installatie (van in totaal € 327.773,--) en
subsidiairveroordeling van [appellanten] tot medewerking aan de vestiging van een opstalrecht ten gunste van de Vooruitgang, een en ander zoals weergegeven in de conclusie van haar memorie van antwoord tevens houdende incidenteel appel.
Beoordeling van de vordering van [appellanten] en de gewijzigde vordering van de Vooruitgang met betrekking tot de WKO-installatie
hebben in de eerste plaats betoogd dat er sprake is van een eiswijziging van de Vooruitgang in hoger beroep, die niet is toegestaan op grond van artikel 353 Rv. Bovendien is deze wijziging in strijd met een goede procesorde en onaanvaardbaar, aangezien [appellanten] hierdoor een feitelijke instantie missen, aldus nog steeds [appellanten].
Dit betoog wordt verworpen. Artikel 353 Rv verbiedt slechts dat voor het eerst in hoger beroep een eis in reconventie wordt ingesteld. Een wijziging in hoger beroep van een reeds in eerste aanleg ingestelde reconventionele vordering – zoals in dit geval – is in de regel toegestaan, mits deze wijziging plaatsvindt in de eerste conclusie in hoger beroep van de vorderende partij (zie over deze materie in het algemeen ook HR 08-02-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY6699). De enkele omstandigheid dat de wederpartij hierdoor een feitelijke instantie mist, levert geen strijd op met een goede procesorde en is evenmin onaanvaardbaar. Er zijn in dit geval geen feiten of omstandigheden gesteld of gebleken die tot de conclusie nopen dat de onderhavige - tijdige - wijziging van eis desondanks in strijd met de goede procesorde, dan wel onaanvaardbaar, moet worden geacht. De wijziging van eis door de Vooruitgang wordt dus toegestaan. In het kader van de devolutieve werking van het hoger beroep zal het hof mede de stellingen van de Vooruitgang in eerste aanleg bij zijn beoordeling betrekken.
(i) [appellanten] hebben ieder met betrekking tot de aankoop van hun appartement een tweetal overeenkomsten gesloten. Een aan- en verkoopovereenkomst met de Vooruitgang met betrekking tot de aankoop van de grond en de verwerving van een appartementsrecht (hierna: de Koopovereenkomst) en een aanneemovereenkomst met BNB aan wie de Vooruitgang de bouw van het appartementencomplex heeft uitbesteed (hierna: de Aanneemovereenkomst).
(ii) De Koopovereenkomst heeft louter betrekking op de koop van een appartementsrecht in het appartementencomplex en niet op de WKO-installatie.
(iii) De vraag of [appellanten] hebben betaald voor de WKO-installatie hangt af van de vraag of de WKO-installatie deel uitmaakt van het werk waar de Aanneemovereenkomsten tussen [appellanten] en BNB op zien.
(iv) De WKO-installatie maakt geen onderdeel uit van de aanneemsom tussen de Vooruitgang en BNB.
(v) De opdracht voor de bouw van de WKO-installatie heeft de Vooruitgang verleend aan Van Tintelen (en niet aan BNB). Hiervoor heeft Vooruitgang een bedrag van € 327.773,-- (ex BTW) betaald.
(vi) Nu BNB geen opdracht heeft gekregen voor het bouwen van de WKO-installatie, zijn de kosten daarvan niet inbegrepen in de aanneemsom tussen BNB en [appellanten] en dus evenmin in de Aanneemovereenkomst tussen BNB en de individuele kopers van de appartementsrechten.
(vii) Het was de bedoeling dat de WKO-installatie zou worden geplaatst in de gemeenschappelijke ruimte van het appartementencomplex, maar de WKO-installatie zélf zou niet gemeenschappelijk worden. De eigendom zou door middel van een te vestigen opstalrecht bij de Vooruitgang blijven. Doordat de notaris heeft verzuimd het opstalrecht te vestigen, zijn [appellanten] door natrekking eigenaar geworden van de WKO-installatie.
(viii) Nu [appellanten] de eigendom van de WKO-installatie hebben verkregen zonder daarvoor betaald te hebben, zijn zij ongerechtvaardigd verrijkt en dienen zij het bedrag waarmee zij zijn verrijkt (de waarde van de WKO-installatie) aan de Vooruitgang terug te betalen, althans dienen ze mee te werken aan de vestiging van een opstalrecht.
a) Niet in geschil is dat [appellanten]/kopers via de makelaar van de Vooruitgang een aandeel in het nog te bouwen, door de Vooruitgang te ontwikkelen, appartementencomplex hebben gekocht, waartoe zij de Koopovereenkomst en de Aanneemovereenkomst hebben gesloten.
b) Evenmin is in geschil dat beide overeenkomsten onlosmakelijk met elkaar waren verbonden (artikel 13 Koopovereenkomst) en dat [appellanten] voorafgaande aan de ondertekening van de beide overeenkomsten een verkoopbrochure, een prijslijst (met een ‘all-in’prijs) en ‘technische kopersinformatie’ hebben ontvangen.
c) Ook staat vast dat de Aanneemovereenkomst (onder I.) de opdracht omvat om
‘conform de desbetreffende technische omschrijving en tekening(en) (….)’het gebouw en aangehorigen te bouwen naar de eis van goed en deugdelijk werk, met inachtneming van de voorschriften van overheid en nutsbedrijven.
d) Volgens de technische kopersinformatie (naar het hof begrijpt: de technische omschrijving uit de Aanneemovereenkomst), punten 28 en 29 (dan wel punten 29 en 30 in de versie 27 november 2009) – hierna deels geciteerd –, behoort daartoe als centrale verwarming en als warmwatervoorziening, een algemene WKO-installatie
(‘De warmtebron is een algemene WKO-installatie (…). Om het warme tapwater in uw woning te kunnen verzorgen is uw woning voorzien van een boiler. Deze boiler is aangesloten op het WKO-systeem (….). De WKO-installatie voorziet in het warmwatervoorziening van de appartementen).
e) De Vooruitgang heeft tijdens pleidooi desgevraagd verklaard dat het appartementencomplex uiteraard voorzien zou worden van een centrale verwarming, in dit geval de WKO-installatie, en dat tevens in elk appartement een (in de aanneemsom begrepen) boiler is geplaatst voor (bijverwarming van) het warme water.
ongerechtvaardigdeverrijking geen sprake. Dit betekent dat zowel aan de primaire als aan de subsidiaire vordering van de Vooruitgang de grondslag is komen te ontvallen.
Beoordeling van grief I van [appellanten](de eigendom van de groenstrook met betrekking tot ‘latere’ kopers)
Slotsom
De beslissing van de rechtbank ten aanzien van de groenstrook blijft in stand.
Het door partijen meer of anders gevorderde zal worden afgewezen.
Hierbij past een proceskostenveroordeling ten laste van de Vooruitgang, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep.
Om de leesbaarheid van het dictum te bevorderen zal het dictum opnieuw worden geformuleerd.
Beslissing
- vernietigt het bestreden vonnis en
- verklaart voor recht:
- verklaart voor recht:
- verklaart voor recht:
- veroordeelt de Vooruitgang in de kosten van het geding in eerste aanleg, aan de zijde van [appellanten] tot op 19 juni 2013 begroot op € 575,-- aan griffierecht, € 101,25 kosten uitbrenging dagvaarding en € 1.356,-- aan salaris advocaat;
- veroordeelt de Vooruitgang in de kosten van het geding in hoger beroep,
- wijst af het door partijen meer of anders gevorderde;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.