ECLI:NL:GHDHA:2014:2267

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
9 juli 2014
Publicatiedatum
9 juli 2014
Zaaknummer
22-001110-09
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verduistering en gebruik van vervalste cheque door bestuurder van rechtspersoon

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 9 juli 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage. De verdachte, als bestuurder van verschillende rechtspersonen, werd beschuldigd van verduistering van gelden en het opzettelijk gebruik maken van een vervalste cheque. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder het feitelijk leiding geven aan de verduistering van geldbedragen die zijn bedrijf onder zich had, en het indienen van een vervalste cheque ter incasso bij de Rabobank. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij zich schuldig had gemaakt aan de meeste van de ten laste gelegde feiten, en heeft de verdachte in een aantal gevallen vrijgesproken. Echter, het hof achtte het wel bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de verduistering van gelden en het gebruik van de vervalste cheque. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Het hof heeft ook de vorderingen van verschillende benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte ter zake van de onderliggende feiten werd vrijgesproken. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van bestuurders van rechtspersonen en de gevolgen van het niet naleven van administratieve verplichtingen.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001110-09
Parketnummer: 09-755016-06
Datum uitspraak: 9 juli 2014
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank 's-Gravenhage van 18 februari 2009 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep van dit hof van
19 februari 2010, 2 februari 2011, 7 december 2011,
28 maart 2012, 15 juni 2012 en 11 juni 2014.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 primair en subsidiair, 9 primair, 10 en 11 primair en subsidiair ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 9 subsidiair ten laste gelegde veroordeeld tot taakstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest. Voorts zijn de benadeelde partijen niet ontvankelijk in hun vorderingen tot schadevergoeding verklaard.
Namens de verdachte en door de officier van justitie is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep - ten laste gelegd dat:
1.
[bedrijf a] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks
(ZD1) de periode van 3 maart 2004 tot en met 23 mei 2005 en/of
(ZD2) de periode van 1 februari 2004 tot en met 20 mei 2005 en
(ZD4) de periode van 22 februari 2005 tot en met 1 augustus 2005 en
(ZD9) de periode van 24 augustus 2004 tot en met 5 september 2005 en
(ZDl5) de periode van 5 januari 2004 tot en met 23 mei 2005 en
(ZD17) de periode van 1 november 2004 tot en met 25 januari 2006 en
(ZD19) de periode van 25 februari 2004 tot en met 19 april 2006 en
(ZD20) de periode van 11 september 2003 tot en met 24 april 2006
althans, in of omstreeks de periode van 1 februari 2004 tot en met 24 april 2006, te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk een of meer geldbedrag(en) (telkens variërend tussen de EUR 383,69 en EUR 26.762,54 te weten in totaal ongeveer EUR 80.000) en in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan:
a. a) (ZD1) [aangever a] en/of (de eigenaar van) [aangever b] en/of
b) (ZD2) [aangever c] en/of (de eigenaar van) [aangever d] en
c) (ZD4) [aangever e] en/of
d) (ZD9) [aangever f] en/of (de eigenaar van) [aangever g] en/of
e) (ZD15) [aangever h] en/of (de eigenaar van) [aangever i] en/of
f )(ZD17) [aangever j] en/of (de eigenaar van) [aangever k] en/of
g) (ZD19) [aangever l] en/of (de eigenaar van) [aangever m] en/of
h) (ZD20) [aangever n] en/of (de eigenaar van) [aangever o]
en/of aan (een) andere natuurlijk(e) en/of (rechts)perso(o)n(en), in elk geval aan een ander dan aan [bedrijf b], welk(e) geldbedrag(en) werknemers van [bedrijf b] anders dan door misdrijf, te weten door het in opdracht van bovengenoemde opdrachtgevers incasseren van openstaande vorderingen bij derden, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend door deze (bij derden geïncasseerde) bedragen niet en/of niet geheel aan de rechthebbende(n) uit te betalen;
zulks terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, feitelijk leiding heeft gegeven aan de vorenstaande verboden gedraging(en);
2.
[bedrijf c] op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks
a. a) (ZD10) de periode van 1 maart 2005 tot en met 6 juli 2005 en/of
b) (ZD16) de periode van 1 maart 2004 tot en met 3 1 maart 2005 en/of
c) (ZD22) de periode van 1 augustus 2004 tot en met 5 juli 2005
althans, in of omstreeks de periode van 1 maart 2004 tot en met 6 juli 2005, te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk een of meer goed(eren) te weten (een deel van) een of meer administratie(s) en (een) administratie(f)(ve) stuk(ken) en in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan
a. a) (ZD10) [aangever p] en/of (de eigenaar van) [aangever q] en/of
b) (ZD16) [aangever r] en/of (de eigenaar van) [aangever s] en/of
c) (ZD22) [aangever t] en/of (de eigenaar van) [aangever u],
en/of aan (een) andere natuurlijk(e) en (rechts)perso(o)n(en), in elk geval aan een ander dan aan [bedrijf c], welk(e) (delen van) een of meer administratie(s) en administratieve stukken [bedrijf c], in elk geval anders dan door misdrijf, te weten door het ontvangen van genoemd(e) administratie(f)(ve) stuk(ken) / administratie(s) ingevolge de opdracht van de opdracht van bovengenoemde opdrachtgever(s) tot het voeren en/of doen en/of bijwerken van de boekhouding(en) en/of de administratie(s) en dit/deze stuk(ken) wederrechtelijk zich heeft toegeëigend door deze (delen van) administratie(s) niet (desgevraagd en/of op enig moment) terug te geven en/of (aldus) onder zich te houden;
zulks terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, feitelijk leiding heeft gegeven aan de vorenstaande verboden gedraging(en);
3.
(ZD 18)
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2004 tot en met 28 maart 2006 te Zoetermeer, althans in Nederland, opzettelijk goederen en/of geld, te weten een motor Suzuki [kenteken] en/of de verkoop)opbrengst van de verkoop van deze motor, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangever v], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als houder (tijdelijk) onder zich had (teneinde die motor voor die [aangever v] te verkopen), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend door die motor en/of de opbrengst van de verkoop van die motor niet (desgevraagd en/of op enig moment) aan [aangever v] (terug) te geven en/of (aldus) onder zich te houden;
4.
hij in of omstreeks
a. a) (ZD6) de periode van 1 maart 2004 tot en met 2 augustus 2005 en/of
b) (ZD7) de periode van 1 april 2004 tot en met 2 augustus 2005 en/of
c) (ZD8) de periode van 1 april 2004 tot en met 12 juli 2005 en/of
d) (ZD11) de periode van 1 maart 2004 tot en met 3 augustus 2005 en/of
e) (ZD18) de periode van 1 maart 2004 tot en met 28 maart 2006 en/of
f) (ZD24) de periode van 1 maart 2004 tot en met 15 november 2006
althans, (op een of meer tijdstip(pen)) in of omstreeks de periode van 1 maart 2004 tot en met 15 november 2006, te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels
a. a) (ZD6) [aangever w] en/of
b) (ZD7) [aangever x] en/of
c) (ZD8) [aangever y] en/of
d) (ZD 11) [aangever z] en/of
e) (ZD18) [aangever v] en/of
f) (ZD24) [aangever aa] en/of [aangever bb]
heeft bewogen tot de afgifte van (een) geldbedrag(en), (telkens variërend tussen EUR 8.000,- en EUR 45.000,- te weten in totaal ongeveer EUR 145.000,-), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte (telkens) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich heeft voorgedaan als bonafide eigenaar/directeur van een of meer bedrij(f)(ven) waarvan/waarin aandelen konden worden gekocht, te weten [bedrijf d] (ZD6) en/of [bedrijf c] en/of [bedrijf b] (ZD18), en/of (als zodanig) met [aangever w] (ZD6) en/of [aangever y] (ZD8) en/of [aangever v] (ZD18) een (gedeeltelijke) aandelenoverdracht is overeengekomen terwijl (in werkelijkheid) voor dit/deze bedrij(f)(ven) nooit (die) aandelen zijn uitgeschreven en/of overgedragen en/of geleverd (aan genoemde personen),
en/of
zich heeft voorgedaan als bonafide franchisegever en/of (als zodanig) (een) franchiseovereenkomst(en) is aangegaan met [aangever x] (ZD7) en/of [aangever z] (ZD11) en/of [aangever bb] (ZD24) met betrekking tot het project/concept [bedrijf e], terwijl (in werkelijkheid) het project/concept [bedrijf e] nooit heeft gelopen/gedraaid althans niet in die vorm waarin het door hem, verdachte, aan de (mogelijke) franchisenemers werd voorgespiegeld waardoor
a. a) (ZD6) [aangever w] en/of
b) (ZD7) [aangever x] en/of
c) (ZD8) [aangever y] en/of
d) (ZD 11) [aangever z] en/of
g) (ZD 18) [aangever v] en/of
h) (ZD24) [aangever aa] en/of [aangever bb]
werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
5.
[bedrijf c] in of omstreeks
a. a) (ZD10) de periode van 1 maart 2005 tot en met 6 juli 2005 en/of
b) (ZD 16) de periode van l maart 2004 tot en met 31 maart 2005 en/of
c) (ZD21) de periode van 27 mei 2005 tot en met 1 augustus 2005 en/of
d) (ZD22) de periode van 1 augustus 2004 tot en met 5 juli 2005
althans, (op een of meer tijdstip(pen)) in of omstreeks de periode van 1 maart 2004 tot en met 1 augustus 2005, te Zoetermeer, in elk geval in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels
a. a) (ZD10) [aangever p] en/of (de eigenaar van) [aangever q] en/of
b) (ZD16) [aangever r] en/of (de eigenaar van) [aangever s] en/of
c) (ZD2 1) [aangever cc] en/of (de eigenaar van) [aangever dd] en/of
d) (ZD22) [aangever t] en/of (de eigenaar van) [aangever u],
heeft bewogen tot de afgifte van (een) geldbedrag(en), (telkens variërend tussen EUR 1.500,- en EUR 10.377,99 te weten in totaal ongeveer EUR 26.500,-), in elk geval van enig goed, hebbende (werknemers van) [bedrijf b] (telkens) met vorenomschreven oogmerk – zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich voorgedaan als bonafide boekhouder en/of administrateur en/of (als zodanig) doen voorkomen dat het bedrijf [bedrijf c], de administratie en/of boekhouding zou verzorgen en/of heeft verzorgd voor genoemde perso(o)n(en) en bedrij(f)(ven), terwijl deze (overeengekomen) werkzaamheden niet althans niet in de overeengekomen vorm en omvang konden en/of zouden worden uitgevoerd, althans niet zijn uitgevoerd, waardoor
a. a) (ZD10) [aangever p] en/of (de eigenaar van) [aangever q] en/of
b) (ZD16) [aangever r] en/of (de eigenaar van) [aangever s] en/of
c) (ZD2 1) [aangever cc] en/of (de eigenaar van) [aangever dd] en/of
d) (ZD22) [aangever t] en/of (de eigenaar van) [aangever u],
werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte(n);
zulks terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, feitelijk leiding heeft gegeven aan de vorenstaande verboden gedraging(en);
6.
(ZD 12)
hij in of omstreeks de periode van 9 juni 2005 tot en met 26 oktober 2005 te Zoetermeer, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of
door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [aangever ee] heeft bewogen tot de afgifte van de onderneming met het daaraan dienstbare ondernemingsvermogen van de te Bodegraven gevestigde onderneming met de naam [etablissement a], in elk geval van enig goed, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich voorgedaan als een kredietwaardige en bonafide koper althans als iemand die de koopprijs (van EUR 65.000) kon betalen (althans als iemand die de koopprijs in (54) maandelijkse termijnen (van EUR 1.203,70 + rente) kon en/of voornemens was te betalen) terwijl hij in werkelijkheid op dat moment niet over dat geld beschikte en/of kon beschikken en/of in de nabije toekomst zou en/of voornemens was te kunnen beschikken, waardoor [aangever ee] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
7.
(ZD 8)
[bedrijf c]
op of omstreeks 12 maart 2004 te Zoetermeer, althans in Nederland, een brief d.d. 12 maart 2004 - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft hij, verdachte toen en daar (telkens) valselijk – immers opzettelijk in strijd met de waarheid - in die brief (d.d. 12-03-2004) opgenomen/ingevuld en/of doen laten opnemen/invullen dat [aangever y] per 01-04-2004 een salarisverhoging krijgt van EUR 297,60 bruto per maand, en/of heeft de bestuurder van [bedrijf c], althans een medewerker van [bedrijf f] dat geschrift ondertekend met zijn naam en/of handtekening ter bevestiging van de juistheid van de inhoud van dat geschrift, zulks terwijl nimmer een (dergelijke) salarisverhoging is overeengekomen tussen [bedrijf c] en die [aangever y] (en genoemde salarisverhoging ook nimmer is gevolgd) en/of zulks (telkens) met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door (een) ander(en) te doen gebruiken;
zulks terwijl hij, verdachte, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, feitelijk leiding heeft gegeven aan de vorenstaande verboden gedraging(en);
8.
(ZD 3)
hij in of omstreeks de periode van 8 februari 2005 tot en met 2 augustus 2005 te Zoetermeer althans in Nederland, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valse of vervalste (euro)cheque (van de Credit Agricole Nord de France) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande dat gebruik maken hierin dat hij, verdachte, deze cheque (op 08-02-2005) heeft ingeleverd bij de Rabobank ter incasso en/of vervolgens deze cheque en/of het verzoek tot incasso van die cheque heeft gehandhaafd althans niet heeft ingetrokken (ook nadat (op 21-04-2005) was gebleken dat genoemde cheque vals/vervalst was en/of dit aan hem, verdachte, was gemeld), en bestaande die valsheid en/of vervalsing hierin dat het bedrag in cijfers en letters is gewijzigd (van oorspronkelijk EUR 41,91 in een bedrag van EUR 126.500,-) en/of dat de naam van de begunstigde is gewijzigd (van oorspronkelijk [begunstigde] in [bedrijf a]);
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
(ZD 3)
hij in of omstreeks de periode van 8 februari 2005 tot en met 2 augustus 2005 te Zoetermeer althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk gebruik te maken van een valse of vervalste (euro)cheque (van de Credit Agricole Nord de France) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande dat gebruik maken hierin dat hij, verdachte, deze cheque (op 08-02-2005) heeft ingeleverd bij de Rabobank ter incasso en/of deze cheque niet en/of het verzoek tot incasso van die cheque heeft gehandhaafd althans niet heeft ingetrokken (ook nadat op 2 1-04-2005 is gebleken dat genoemde cheque vals/vervalst was en/of dit aan hem, verdachte, was gemeld) en/of bestaande die valsheid en vervalsing hierin dat het bedrag in cijfers en letters is gewijzigd (van oorspronkelijk EUR 41,91 in een bedrag van EUR
126.500,-) en/of dat de naam van de begunstigde is gewijzigd (van oorspronkelijk [begunstigde] in [bedrijf a]), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
9.
(ZD 23)
hij, in of omstreeks de periode van 1 maart 2004 tot en met 16 oktober 2006, althans op een of meer tijdstip(pen) in deze periode, te Zoetermeer, althans in Nederland, als bestuurder van een of meer rechtsperso(o)n(en), te weten [bedrijf d] en/of [bedrijf a] en/of [bedrijf g] en/of [bedrijf h] en/of [bedrijf i] welke bij vonnis(sen) van de Rechtbank te 's-Gravenhage (sector civiel recht - enkelvoudige kamer) van 06-07-2005 en/of 10-08-2005 en/of 24-08-2005 en/of 07-12-2005 in staat van faillissement is/zijn verklaard, meermalen, althans eenmaal, (telkens) ter bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeiser(s) van [bedrijf d] en/of [bedrijf a] en/of [bedrijf g] en/of [bedrijf h] en/of [bedrijf i], niet, althans niet volledig heeft voldaan aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en/of het bewaren en/of tevoorschijn brengen van boeken en bescheiden en gegevensdragers in dat/die artikel(en) bedoeld, immers heeft hij, verdachte, toen en aldaar
- geen (volledige) kasadministratie gevoerd in een of meer van zijn die voornoemde rechtsperso(o)n(en) / bedrij(f)(ven) en/of
- ( regelmatig) contante inkomsten en/of uitgaven van/voor een of meer van zijn die voornoemde rechtsperso(o)n(en) / bedrij(f)(ven) niet verantwoord in de administratie(s) en/of
- geen jaarrekening opgemaakt/laten opmaken over het jaar 2004 en
- vanaf maart 2005 in het geheel geen administratie (meer) gevoerd en/of
- ondanks (herhaalde) schriftelijke en mondelinge uitnodiging(en)verzoek(en) daartoe, niet de (volledige) administratie van [bedrijf d] en/of [bedrijf a] en/of [bedrijf g] en/of [bedrijf h] en [bedrijf i] aan de (benoemde) curator(en) ([curator a] en/of [curator b]) overhandigd/uitgeleverd, althans ter beschikking gesteld,
ten gevolge waarvan de rechten en verplichtingen van die rechtsperso(o)n(en) en/of hem, verdachte, niet te allen tijde (juist en volledig) konden worden gekend;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
(ZD 23)
hij, in of omstreeks de periode van 1 maart 2004 dm 16 oktober 2006, althans op een of meer tijdstip(pen) in deze periode, te Zoetermeer, althans in Nederland, als bestuurder van (een) rechtsperso(o)n(en), te weten [bedrijf d] en/of [bedrijf a] en/of [bedrijf g] en/of [bedrijf h] en/of [bedrijf i], welke bij vonnis(sen) van de Rechtbank te 's-Gravenhage (sector civiel recht - enkelvoudige kamer) van 06-07-2005 en/of 10-08-2005 en/of 24-08-2005 en/of
07- 12-2005 in staat van faillissement is/zijn verklaard, meermalen, althans eenmaal, (telkens) niet, althans niet volledig heeft voldaan aan de in artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en/of artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek omschreven verplichting(en) en de boeken en/of bescheiden en/of (andere) gegevensdragers, waarmee volgens dat/die artikel(en) administratie is gevoerd en/of die ingevolge dat/die artikel(en) zijn bewaard, niet in ongeschonden staat tevoorschijn heeft gebracht, immers heeft hij, verdachte, toen en aldaar
- geen (volledige) kasadministratie gevoerd in een of meer van zijn bedrij(f)(ven) en/of
- ( regelmatig) contante inkomsten en/of uitgaven van/voor een of meer van zijn bedrij(f)(ven) niet verantwoord in de administratie(s) en/of
- geen jaarrekening opgemaakt en/of laten opmaken over het jaar 2004 en/of
- vanaf maart 2005 in het geheel geen administratie (meer) gevoerd en/of
- ondanks (herhaalde) schriftelijke en/of mondelinge uitnodiging(en)/verzoek(en) daartoe, niet de administratie van [bedrijf d] en/of [bedrijf a] en/of [bedrijf g] en/of [bedrijf h] en/of [bedrijf i] aan de (benoemde) curator(en) ([curator a] en/of [curator b]) overhandigd/uitgeleverd, althans ter beschikking gesteld,
ten gevolge waarvan de rechten en verplichtingen van die rechtsperso(o)n(en) en/of hem, verdachte, niet te allen tijde (juist en volledig) konden worden gekend;
10.
(ZD 13) hij op of omstreeks 22 mei 2005 te Zoetermeer opzettelijk een persoon (te weten [aangever ff]) (ruw) bij zijn keel heeft gegrepen en/of zijn keel heeft dichtgeknepen, waardoor deze [aangever ff] pijn heeft ondervonden;
11.
(ZD 13) hij in of omstreeks de periode van 17 mei 2005 tot en met 27 mei 2005, althans op een of meer tijdstip(pen) in deze periode, te Zoetermeer, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en/of bedreiging met geweld een ander, te weten [aangever ff], te dwingen tot de afgifte van goederen/geld (te weten een (geld)bedrag van EUR 15.000, althans enig geldbedrag), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [aangever ff], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, die [aangever ff] bij de keel heeft gegrepen en/of de keel heeft dichtgeknepen en/of (vervolgens) heeft gedreigd met fysiek geweld (te weten hem, die ander, te zullen slopen met zijn handen) en/of heeft gedreigd het bedrijf van die ander kapot te zullen maken, althans te zullen zorgen voor het royement van het bedrijf van die ander als die [aangever ff] niet aan hem, verdachte, een bedrag van EUR 15.000 (althans enig bedrag) zou betalen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
(ZD 13)
hij in of omstreeks de periode van 17 mei 2005 tot en met 27 mei 2005, althans op een of meer tijdstip(pen) in deze periode, te Zoetermeer, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een ander, te weten [aangever ff], door geweld en/of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld en/of enige andere feitelijkheid gericht tegen die [aangever ff] en/of zijn bedrijf, wederrechtelijk te dwingen iets te doen (te weten het aan hem, verdachte, betalen van een bedrag van EUR 15.000, althans enig geldbedrag) en/of iets te dulden en/of iets na te laten, heeft gedreigd het bedrijf van die [aangever ff] kapot te zullen maken, althans te zullen zorgen voor het royement van het bedrijf van die [aangever ff] als die [aangever ff] niet aan hem, verdachte, een bedrag van EUR 15.000 (althans enig bedrag) zou betalen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraken
Naar het oordeel van het hof is op grond van het verhandelende ter terechtzitting en de voorhanden zijnde processtukken niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2 sub a en c, 4, 5, 6, 9 primair, 10 en 11 primair en subsidiair, ten laste is gelegd, zodat de verdachte daarvan overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal behoort te worden vrijgesproken.
Van het onder
1, sub b, d, e, f, g en h, ten laste gelegde moet de verdachte eveneens worden vrijgesproken. Daartoe overweegt het hof als volgt. Ter zake van de ten laste gelegde verduistering met betrekking tot [aangever d] (b), [aangever g] (d), [aangever k] (f), [aangever m] (g) en [aangever n] (h) is naar het oordeel van het hof niet wettig en overtuigend bewezen dat [bedrijf a] die gelden gedurende de ten laste gelegde periode zich wederrechtelijk had toegeëigend. Er is niet wettig en overtuigend bewezen dat er reeds een betalingsverplichting bestond toen [bedrijf a] nog de beschikking had over geld op de rekening waarop geïncasseerde bedragen waren gestort en het enkele feit dat [bedrijf a] financieel in zwaar weer verkeerde en niet alle schuldeisers betaalde, is onvoldoende redengevend voor het bewijs dat zij bedragen die zij later verschuldigd zou gaan worden, zich toe-eigende. Ter zake van de ten laste gelegde verduistering met betrekking tot [aangever i] (e) overweegt het hof dat [bedrijf a] blijkens het verhandelde ter terechtzitting in de tenlastegelegde periode een betalingsregeling heeft getroffen op grond waarvan er betalingen hebben plaatsgevonden.
Ook van het onder
2, sub b, ten laste gelegde dient de verdachte te worden vrijgesproken. Naar ’s hofs oordeel is niet wettig en overtuigend bewezen dat [bedrijf c] (en daarmee de verdachte als feitelijk leidinggevende) het opzet heeft gehad op het zich wederrechtelijk toe-eigenen van de ten laste gelegde administratieve stukken. [bedrijf c] had deze stukken rechtmatig onder zich omdat zij de boekhouding deed. Er is niet wettig en overtuigend bewezen dat zij moesten worden teruggegeven voordat zij in het ongerede waren geraakt bij de ontruiming van het kantoorpand door de curator.
Van het onder
3ten laste gelegde moet de verdachte eveneens worden vrijgesproken. Het hof overweegt daartoe het navolgende. Ingevolge een met [aangever v] gemaakte afspraak, welke inhield dat de verdachte een aan [aangever v] in eigendom toebehorende motorfiets zou verkopen, heeft de verdachte die motorfiets te gelde gemaakt door deze te ruilen tegen een ander voertuig. De met die transactie behaalde winst heeft de verdachte zelf behouden, volgens de verdachte omdat was afgesproken dat hij de opbrengst van de motorfiets zou verrekenen met een schuld welke [aangever v] aan de verdachte had. Tegenover dat laatste staat de lezing van [aangever v] die blijkens zijn aangifte luidde dat de verdachte de opbrengst aan hem zou afdragen. Verdere gegevens omtrent deze overeenkomst zijn niet naar voren gekomen. Met de rechtbank is het hof van oordeel dat bij deze stand van zaken moet worden geconcludeerd dat de standpunten van [aangever v] en de verdachte omtrent de vraag aan wie de verkoopopbrengst van de motor toekwam, tegenover elkaar staan zonder dat het hof duidelijke aanwijzingen heeft gevonden voor de onjuistheid van de lezing van de verdachte. Hetgeen hiertoe door de advocaat-generaal in appel naar voren is gebracht maken deze feiten en omstandigheden niet anders. Dat de verdachte er voor had kunnen kiezen een schuld van [aangever v] met het loon van [aangever v] te verrekenen of dat [aangever v] de wegenbelasting bleef voldoen, zoals de advocaat-generaal naar voren heeft gebracht, vormen niet een voldoende duidelijke aanwijzing. Gelet op het bovengenoemde is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden dat verdachte zich de motor wederrechtelijk heeft toegeëigend.
Ook van het onder
7ten laste gelegde dient de verdachte te worden vrijgesproken. Het hof overweegt daartoe dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat [bedrijf c] geen salarisverhoging overeen is gekomen met [aangever y]. Immers, geen van de salarisstroken die op het salaris vanaf de in geding zijnde verhoging betrekking zouden hebben gehad, bevinden zich in het procesdossier. Bovendien gaat de door [aangever y] zelf ondertekenende kredietaanvraag van 12 maart 2004 uit van een salarisverhoging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 8 primair en 9 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
[bedrijf a]
op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks
a)(ZD1) de periode van 3 maart 2004 tot en met 23 mei 2005 en/of
b)(ZD2) de periode van 1 februari 2004 tot en met 20 mei 2005 en
c)(ZD4) de periode van 22 februari 2005 tot en met 1 augustus 2005 en
d)(ZD9) de periode van 24 augustus 2004 tot en met 5 september 2005 en
e)(ZDl5) de periode van 5 januari 2004 tot en met 23 mei 2005 en
f)(ZD17) de periode van 1 november 2004 tot en met 25 januari 2006 en
g)(ZD19) de periode van 25 februari 2004 tot en met 19 april 2006 en
h)(ZD20) de periode van 11 september 2003 tot en met 24 april 2006
althans,in
of omstreeksde periode van 1 februari 2004 tot en met 24 april 2006,
te Zoetermeer, in elk gevalin Nederland, meermalen,
althans eenmaal, (telkens
)opzettelijk
een of meergeldbedrag
(en
) (telkens variërend tussen de EUR 383,69 en EUR 26.762,54 te weten in totaal ongeveer EUR 80.000) en in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deletoebehoorde
(n
)aan:
a)
(ZD1) [aangever a] en/of (de eigenaar van
)[aangever b] en
/of
b)(ZD2) [aangever c] en/of (de eigenaar van) [aangever d] en
c)
(ZD4) (de eigenaar van
)[aangever e]
en/of
d)(ZD9) [aangever f] en/of (de eigenaar van) [aangever g] en/of
e)(ZD15) [aangever h] en/of (de eigenaar van) [aangever i] en/of
f)(ZD17) [aangever j] en/of (de eigenaar van) [aangever k] en/of
g)(ZD19) [aangever l] en/of (de eigenaar van) [[aangever m] en/of
h)(ZD20) [aangever n] en/of (de eigenaar van) [aangever o]
en/of aan (een) andere natuurlijk(e) en/of (rechts)perso(o)n(en), in elk geval aan een ander dan aan [bedrijf b],welk
(e
)geldbedrag
(en
) werknemers van[bedrijf a] anders dan door misdrijf, te weten door het in opdracht van bovengenoemde opdrachtgevers incasseren van openstaande vorderingen bij derden, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend door deze
(bij derden geïncasseerde)bedragen niet
en/of niet geheelaan de rechthebbende
(n
)uit te betalen;
zulks terwijl hij, verdachte,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,feitelijk leiding heeft gegeven aan de vorenstaande verboden gedraging
(en
);
8.
(ZD 3)
hij in
of omstreeksde periode van 8 februari 2005 tot en met 2 augustus 2005
te Zoetermeer althansin Nederland,
opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een
valse ofvervalste
(euro)cheque
(van de Credit Agricole Nord de France
)- zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande dat gebruik maken hierin dat hij, verdachte, deze cheque
(op 08-02-2005
)heeft ingeleverd bij de Rabobank ter incasso
en/of vervolgens
deze cheque en/of het verzoek tot incasso van die cheque heeft gehandhaafd althans niet heeft ingetrokken (ook nadat (op 21-04-2005) was gebleken dat genoemde cheque vals/vervalst was en/of dit aan hem, verdachte, was gemeld),en bestaande die
valsheid en/ofvervalsing hierin dat het bedrag in cijfers en letters is gewijzigd (van oorspronkelijk EUR 41,91 in een bedrag van
EUR 126.500,-) en
/ofdat de naam van de begunstigde is gewijzigd
(van oorspronkelijk [begunstigde] in [bedrijf a]);
9.
hij, in
of omstreeksde periode van 1 maart 2004 tot en met 16 oktober 2006,
althans op een of meer tijdstip(pen) in deze periode, te Zoetermeer, althansin Nederland, als bestuurder van
(een)rechtsperso
(o)n
(en
), te weten
[bedrijf d] en/of[bedrijf a] en/of [bedrijf g] en/of [bedrijf h] en/of [bedrijf i], welke bij vonnis
(sen
)van de Rechtbank te 's-Gravenhage (sector civiel recht - enkelvoudige kamer) van 06-07-2005 en
/of10-08-2005 en
/of24-08-2005 en
/of07- 12-2005 in staat van faillissement
is/zijn verklaard, meermalen,
althans eenmaal, (telkens) niet, althansniet volledig heeft voldaan aan de in artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek
en/of artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboekomschreven verplichting
(en
)en de boeken en
/ofbescheiden en
/of (andere
)gegevensdragers, waarmee volgens dat
/dieartikel
(en)administratie is gevoerd
en/of die ingevolge dat/die artikel(en) zijn bewaard, niet in ongeschonden staat tevoorschijn heeft gebracht, immers heeft hij, verdachte, toen en aldaar
- geen volledige
)kasadministratie gevoerd in een
of meervan zijn bedrij
(f)(ven
)en
/of
-
(regelmatig)contante inkomsten en/of uitgaven van/voor een
of meervan zijn bedrij
(f)(ven
)niet verantwoord in de administratie
(s)en
/of
- geen jaarrekening opgemaakt en/of laten opmaken over het jaar 2004 en/of
- vanaf maart 2005 in het geheel geen administratie (meer) gevoerd en/of
- ondanks
(herhaalde)schriftelijke en/of mondelinge
uitnodiging(en)/verzoek(en) daartoe, niet de administratie van
[bedrijf d] en/of[bedrijf a] en/of [bedrijf g] en/of [bedrijf h] en/of [bedrijf i] aan de
(benoemde)curator
(en
)([curator a] en/of [curator b])
overhandigd/uitgeleverd, althanster beschikking gesteld,
ten gevolge waarvan de rechten en verplichtingen van die rechtsperso
(o)n
(en
) n/of hem, verdachte,niet te allen tijde (juist en volledig) konden worden gekend
;.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverweging
Ter zake van het onder 1 sub a) ten laste gelegde overweegt het hof nader dat [bedrijf a] de gelden van de debiteur van [aangever b] (via de deurwaarder) had laten overmaken op bankrekeningnummer 45.72.18.371, zijnde een andere rekening dan de in het contract met [aangever b] zogenoemde “derde gelde” rekening 45.77.06.821. [bedrijf a] heeft nadat de gehele som in november 2004 ontvangen was, niet aan [aangever b] betaald.
Ter zake van het onder 1 sub c) ten laste gelegde overweegt het hof nader dat de verdachte heeft verklaard dat de gelden die aan [aangever e] moesten worden uitbetaald, zijn gebruikt om andere crediteuren te voldoen en achterstallig loon van personeel te betalen.
Door de raadsman van de verdachte is – overeenkomstig zijn overgelegde en in het procesdossier gevoegde – pleitnotities betoogd dat de verdachte, voor zover hier van belang, van het onder 8 primair en subsidiair ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken. Ter adstructie heeft hij hiertoe – kort gezegd – aangevoerd dat nu de verdachte niet wist dat de ten laste gelegde cheque vervalst was, hij van dit feit dient te worden vrijgesproken. Bovendien, zo stelt de raadsman, kan geen veroordeling volgen nu de betaling ten gunste zou zijn gekomen van [bedrijf b] en de tenlastelegging zich richt tegen de natuurlijke persoon en ook overigens geen feitelijk leiding geven ten laste gelegd is.
Het hof stelt aan de hand van het verhandelde ter terechtzitting alsmede de zich in het dossier bevindende wettige en overtuigende bewijsmiddelen de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 8 februari 2005 heeft de verdachte zelf een cheque van de Crédit Agricole Nord de France aangeboden bij de Rabobank te Zoetermeer. Het bedrag op voornoemde cheque was € 126.500,-, een bedrag van aanzienlijke omvang. De Rabobank heeft de cheque ter incasso naar een bank in Frankrijk gestuurd waarop de Rabobank vervolgens wordt medegedeeld dat het een vervalste cheque betreft aangezien het origineel ingevulde bedrag € 41,91 betrof. De verdachte heeft verklaard dat hij de cheque heeft ontvangen van [persoon a], directeur van [bedrijf j], op wie [bedrijf a] een vordering heeft van ruim € 54.000,-. Het meerdere zou na inning van de cheque aan [persoon a] worden teruggegeven. [persoon a] zou met dat bedrag een doorstart gaan maken, aldus de verdachte. De verdachte weet niet waarom het bedrag voor die doorstart aan [bedrijf a] overgemaakt zou worden en hij heeft daar ook niet naar gevraagd. Evenmin zijn er over het bedrag voor de doorstart afspraken op schrift gezet.
Het hof kan in het midden laten of de verklaring van de verdachte dat hij de cheque van [persoon a] heeft ontvangen ter betaling van een schuld van ruim € 54.000,- voldoende aannemelijk is tegenover verklaringen van anderen. Naar het oordeel van het hof heeft de verdachte op zijn minst voorwaardelijk opzet gehad op het aanbieden van een vervalste cheque. Immers, betaling door middel van een cheque van € 126.500,- van een vordering ter hoogte van nog niet de helft daarvan onder de mededeling dat “een doorstart” gemaakt moet gaan worden, terwijl voor overmaking van dit (veel) hogere bedrag dan de schuld geen verklaring wordt gegeven en er ook niets over op papier wordt gezet, roept zodanig veel vragen op, dat de verdachte er in redelijkheid niet van uit mocht gaan dat de cheque echt en onvervalst was. De verdachte heeft naar het oordeel van het hof de aanmerkelijke kans op de valsheid van de cheque bewust aanvaard. Door deze cheque toch doelbewust bij de bank in te leveren, zonder nader onderzoek naar de echtheid ervan en zonder mededelingen over de achtergrond van de cheque aan de Rabobank te doen, heeft hij zich schuldig gemaakt aan het bewezenverklaarde. Daaraan doet niet af dat de betaling ten gunste zou zijn gekomen van [bedrijf b].
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
Verduistering, begaan door een rechtspersoon, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging, meermalen gepleegd.
Het onder 8 bewezen verklaarde levert op:
Opzettelijk gebruik maken van een vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst.
Het onder 9 subsidiair bewezen verklaarde levert op:
Als bestuurder van een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, aan hem te wijten zijn dat aan de in artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek omschreven verplichtingen niet is voldaan en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, waarmee volgens artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek administratie is gevoerd, niet in ongeschonden staat worden te voorschijn gebracht.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 2 ten aanzien van de streepjes a en c, het onder 4, 5, 6, 9 primair, 10 en 11 primair en subsidiair ten laste gelegde zal worden vrijgesproken. Ter zake het onder 1, 2 ten aanzien van streepje b, 3, 7, 8 primair en 9 subsidiair ten laste gelegde heeft de advocaat-generaal gevorderd – in aanmerking nemend dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden is overschreden - dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 maanden, met aftrek van voorarrest waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het feitelijk leiding geven aan verduistering van gelden die zijn bedrijf onder zich had. Het bedrijf van de verdachte heeft in opdracht van anderen openstaande vorderingen bij derden geïncasseerd, maar heeft deze geïncasseerde gelden niet naar haar opdrachtgevers overgemaakt, zoals afgesproken, maar voor eigen doeleinden gebruikt. Aldus handelend heeft de verdachte het vertrouwen dat in zijn bedrijf was gesteld doen beschamen en heeft hij financieel nadeel berokkend. Voorts heeft de verdachte opzettelijk een vervalste cheque bij de Rabobank willen incasseren. Aldus handelend heeft hij het vertrouwen geschonden dat men in het maatschappelijk verkeer in de echtheid van een dergelijk geschrift moet kunnen hebben. Tot slot heeft de verdachte niet voldaan aan de verplichting om als bestuurder een juiste administratie van een besloten vennootschap te voeren en na sommatie aan de curator over te leggen. Hierdoor heeft de verdachte een goede afhandeling van het faillissement moeilijk gemaakt met (onbekend) nadeel voor crediteuren.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat in beginsel een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden een passende en geboden reactie vormt.
Het hof stelt evenwel vast dat de redelijke termijn, als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden fors is overschreden, nu tussen het moment dat de verdachte redelijkerwijs er van uit mocht gaan dat een strafvervolging jegens hem zou komen (30 oktober 2006) en het vonnis in eerste aanleg op 18 februari 2009 ruim twee jaar en vier maanden en tussen de binnenkomst van het strafdossier ter griffie van het hof op 18 maart 2009 en de datum van de onderhavige uitspraak op 9 juli 2014, ruim 5 jaren zijn verstreken.
Het hof zal, dat in aanmerking genomen, aan de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur opleggen.

Vordering van de benadeelde partij [aangever j]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 13.348,93. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van zijn oorspronkelijke vordering.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Nu de verdachte ter zake van het onder
1sub
ften laste gelegde wordt vrijgesproken, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Nu door of namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op de verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.

Vordering van de benadeelde partij [aangever p]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 10.375,-. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van zijn oorspronkelijke vordering.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Nu de verdachte ter zake van het onder
2sub
aalsmede ter zake van het onder
5sub
aten laste gelegde wordt vrijgesproken, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Nu door of namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op de verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.

Vordering van de benadeelde partij [aangever bb]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 39.274,22. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard dient te worden. De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Nu de verdachte ter zake van het onder
4sub
ften laste gelegde wordt vrijgesproken, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Nu door of namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op de verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.

Vordering van de benadeelde partij [aangever y]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 30.381,87. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd dat de vordering van de benadeelde partij tot het vergoeding van immateriële schade tot een bedrag van € 1.000,-, dient te worden toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Ter zake van de materiële schade dient de vordering niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Nu de verdachte ter zake van het onder
4sub
cten laste gelegde wordt vrijgesproken, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Nu door of namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op de verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.

Vordering van de benadeelde partij [aangever z]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 39.000,-. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep niet-ontvankelijk verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van haar oorspronkelijke vordering.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd dat de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte betwist.
Nu de verdachte ter zake van het onder
4sub
dten laste gelegde wordt vrijgesproken, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Nu door of namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op de verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 51, 57, 63, 225, 321 en 342 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 sub b, d, e, f, g en h, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 9 primair, 10 en 11 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 sub a en c, 8 en 9 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 sub a en c, 8 en 9 subsidiair bewezen verklaarde strafbaar en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [aangever j]
Verklaart de benadeelde partij [aangever j] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Vordering van de benadeelde partij [aangever p]
Verklaart de benadeelde partij [aangever p] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Vordering van de benadeelde partij [aangever bb]
Verklaart de benadeelde partij [aangever bb] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Vordering van de benadeelde partij [aangever y]
Verklaart de benadeelde partij [aangever y] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Vordering van de benadeelde partij [aangever z]
Verklaart de benadeelde partij [aangever z] in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door mr. J.M. Reinking,
mr. G. Dulek-Schermers en mr. W.J. van Boven, in bijzijn van de griffier mr. M.Th.A. de Ridder.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 9 juli 2014.