Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest d.d. 22 april 2014
[appellant],
STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE BOUWNIJVERHEID,
advocaat: mr. E. Lutjens.
Het geding
Indien u per 1 januari 2006 wenst deel te nemen aan de
“niet van de ene op de andere dag de mogelijkheid zou worden ontnomen om vervroegd met pensioen te gaan”(mvg punt 48). Bpf Bouw had voorts besloten dat aanbod in dezelfde brief aan de dga’s bekend te maken als waarin de dga’s in kennis werden gesteld van de beëindiging van de eerdere regelingen. Door zich aldus de belangen van die dga’s aan te trekken brengen de eisen van zorgvuldigheid die Bpf Bouw in het kader van de vervulling van zijn maatschappelijke taak in acht dient te nemen, met zich dat Bpf Bouw voldoende maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat dat aanbod de betrokken dga’s ook daadwerkelijk bereikt. Gegeven de omstandigheden waarin (personen als) [appellant] tengevolge van de beëindiging van de eerdere regelingen kwamen te verkeren en de voor Bpf Bouw kenbare belangen van die groep bij het tijdig treffen van vervangende voorzieningen, zoals hierna in rov. 10 wordt besproken, is het hof van oordeel dat Bpf Bouw zijn zorgplicht heeft geschonden doordat hij zich heeft beperkt tot het (laten) verzenden van een enkele (gewone) brief door de Stichting Vroegpensioen zonder enige herinneringsbrief dan wel contrôle of die brief de geadresseerde dga ook daadwerkelijk (heeft) bereikt.
– gedurende een periode van drie jaar uit te keren - vroegpensioen van circa
€ 48.000,- per jaar veilig te stellen. Bpf Bouw heeft de genoemde bedragen niet, althans onvoldoende gemotiveerd betwist. Nu [appellant] verplicht deelnemer was in de vut- en vroegpensioenregelingen die werden uitgevoerd door VUT-Stichting en Stichting Vroegpensioenfonds, waren de persoonlijke en financiële gegevens van [appellant] bij hen bekend, zodat de betrokken belangen van [appellant], en van personen vergelijkbaar met [appellant], ook voor hen kenbaar waren. Die belangen waren ook kenbaar voor Bpf Bouw, ook al is Bpf Bouw een andere, zelfstandige rechtspersoon. Er mag immers van worden uitgegaan dat Bpf Bouw, die met haar aanbod een aanzienlijk verzekeringsrisico op zich nam door de betrokken dga’s de mogelijkheid te bieden deel te nemen in de pensioenregeling en de aanvullende regelingen (“55-“ en “55+”), zich omtrent de omvang en samenstelling van de betreffende groep dga’s op de hoogte heeft gesteld of op de hoogte heeft kunnen stellen. Dat spreekt te meer nu Bpf Bouw de uitvoering van zijn pensioenregeling had uitbesteed bij hetzelfde pensioenuitvoeringsbedrijf als de VUT-Stichting en de Stichting Vroegpensioen (pleitnota Bpf Bouw punt 13). Uit het feit dat de brief van maart 2006 van de Stichting Vroegpensioenfondsgroep met het aanbod van Bpf Bouw aan [appellant] persoonlijk was gericht, leidt het hof af dat ook alle andere betrokken dga’s persoonlijk zijn aangeschreven en dus bij Bpf Bouw persoonlijk bekend waren.
Beslissing
en verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.