ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ6093

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
5 februari 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
200.097.927-01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van veroordeling tot terugbetaling van gedane betalingen in het kader van bedrijfssamenwerking

In deze zaak heeft Cleanfuel B.V. hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag, waarin zij was veroordeeld tot betaling van € 269.712 aan Berkman Energie Service B.V. Het hoger beroep is beperkt tot deze veroordeling en de onderliggende rechtsoverwegingen. Cleanfuel betwistte de grondslag van de vordering, die was gebaseerd op gemaakte afspraken en subsidiaire ongerechtvaardigde verrijking. Het hof heeft vastgesteld dat Berkman Energie niet voldoende heeft onderbouwd dat er een afspraak bestond die Cleanfuel verplichtte tot terugbetaling. De rechtbank had de primaire grondslag van de vordering gehonoreerd, maar het hof oordeelt dat deze onvoldoende is onderbouwd. De subsidiaire grondslag, die stelt dat Cleanfuel zonder recht of titel betalingen heeft ontvangen, werd ook verworpen omdat Cleanfuel de betalingen als managementfee had gepresenteerd, wat door Berkman Energie werd erkend. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vordering van Berkman Energie af. Tevens wordt Berkman Energie veroordeeld in de proceskosten van zowel de eerste aanleg als het hoger beroep.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel Recht
Zaaknummer: 200.097.927/01
Zaak-rolnummer rechtbank: 380465/HA ZA 10-4016
Arrest d.d. 5 februari 2013
in de zaak van
Cleanfuel B.V.,
gevestigd te Nootdorp,
appellante,
hierna te noemen: Cleanfuel,
advocaat: mr. C.J. Dreef te Den Haag,
tegen
Berkman Energie Service B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
geïntimeerde,
hierna te noemen: Berkman Energie,
niet verschenen.
Het geding
Bij exploot van 9 november 2011 is Cleanfuel in hoger beroep gekomen van het vonnis van 10 augustus 2011 van de rechtbank Den Haag voor zover dit vonnis tussen partijen is gewezen. Tegen Berkman Energie, die niet is verschenen, is verstek verleend. Bij memorie van grieven heeft Cleanfuel tegen het vonnis twee grieven aangevoerd. Daarna heeft zij stukken overgelegd voor arrest.
De beoordeling van het hoger beroep
1. Gelet op de grieven is het hoger beroep beperkt tot de veroordeling van Cleanfuel tot betaling aan Berkman Energie van een bedrag van € 269.712,= met rente (vonnis onder 5.2.) en rechtsoverweging 4.20 waarop deze veroordeling is gebaseerd. Bij de beoordeling van het aldus beperkte hoger beroep kunnen de volgende feiten als achtergrond dienen.
a. Berkman Beheer B.V. exploiteert enkele tankstations en een groothandel in traditionele motorbrandstoffen. Deze B.V. is enig aandeelhouder en bestuurder van Berkman Energie.
b. [bestuurder Revis] is enig aandeelhouder en bestuurder van Revis Beheer B.V. Hij heeft specialistische kennis met betrekking tot alternatieve motorbrandstoffen en beschikt in deze branche over belangrijke contacten.
c. Nadat Berkman Beheer interesse had getoond in het businessplan van [bestuurder Revis] voor een onderneming waarin tankstations voor alternatieve motorbrandstoffen worden geëxploiteerd, is bij akte van 29 december 2006 Cleanfuel opgericht. Enig aandeelhouder van Cleanfuel was Revis Beheer.
d. Op 15 april 2008 zijn Berkman Beheer, Revis Beheer en Cleanfuel, voor zover relevant, het volgende overeengekomen:
“René [bestuurder Revis] heeft 100% van de aandelen Cleanfuel B.V. (…) en Berkman Beheer (…) heeft per direct een onvoorwaardelijke koopoptie om 2/3 van de aandelen van Cleanfuel te kopen tegen de prijs van € 1,-. (…)
Tot uiterlijk 1 december 2008 verstuurt Revis Beheer B.V. een factuur voor de verrichte werkzaamheden tot een maximum van € 8.250,- per maand die met ingang van 1 maart 2008 wordt verhoogd met € 1.500,- per maand voor de bijdrage in de operationele kosten van Cleanfuel. (…)”
e. Na 1 december 2008 is Revis Beheer voor Cleanfuel (onbetaald) werkzaamheden blijven verrichten.
2. Aan de vordering tot betaling van € 269.712,= heeft Berkman Energie ten grondslag gelegd dat zij tot dit totaalbedrag aan Cleanfuel bedragen heeft voorgeschoten om haar in staat te stellen aan haar verplichtingen te voldoen en dat Cleanfuel gehouden is tot terugbetaling op grond van gemaakte afspraken, subsidiair wegens ongerechtvaardigde verrijking. De rechtbank heeft de primaire grondslag gehonoreerd.
3. De primaire grondslag is door Cleanfuel gemotiveerd betwist en wordt als onvoldoende onderbouwd verworpen. Berkman Energie heeft de “gemaakte afspraken” niet nader gespecificeerd. Een afspraak kan niet worden gevonden in de onder 1 sub d genoemde overeenkomst reeds omdat Berkman Energie daarbij geen partij was. Voorts houdt deze overeenkomst geen verplichting in tot terugbetaling door Cleanfuel aan Berkman Beheer of Berkman Energie van aan Cleanfuel verrichte betalingen. Rest de verklaring van de advocaat van Berkman Energie (en Berkman Beheer) mr. B.D. Bos tijdens de comparitie na antwoord in eerste aanleg: “Ook in het geval dat Berkman zijn deel van de aandelen van Cleanfuel zou hebben verkregen, zou de betaalde managementfee door Cleanfuel uiteindelijk aan Berkman Energie moeten worden terugbetaald.” Waaruit deze verplichting zou voortvloeien, wordt echter niet gespecificeerd. Het hof volgt niet de rechtbank dat de in rechtsoverweging 4.20 genoemde omstandigheden wijzen op het bestaan van een afspraak tussen partijen tot terugbetaling van de onderhavige bedragen die aan Cleanfuel zouden zijn voorgeschoten of geleend. De grieven treffen doel.
4. Dit betekent dat alsnog de subsidiaire grondslag zal moeten worden beoordeeld. Daartoe heeft Berkman Energie aangevoerd dat Cleanfuel zonder recht of titel de betalingen van Berkman Energie heeft ontvangen en behouden en zonder recht of titel voordeel heeft genoten van de betaling door Berkman Beheer van de kosten voor aan Cleanfuel verleende diensten. Cleanfuel heeft hiertegen ingebracht dat de betalingen waren te beschouwen als managementfee zoals partijen waren overeengekomen. Berkman Energie heeft erkend dat de betalingen zagen op de managementfee. Vast staat dat Revis Beheer voor de managementfee een factuur stuurde aan Cleanfuel die deze doorstuurde naar Berkman Energie, daarbij aansluitend bij de overeenkomst zoals geciteerd hierboven onder 1 sub d. Tegenover deze betwisting en dit gegeven heeft Cleanfuel haar stelling dat sprake was van betalingen zonder recht of titel onvoldoende onderbouwd. Ook de subsidiaire grondslag kan de vordering dus niet dragen.
5. De slotsom is dat het vonnis voor zover dat tussen partijen is gewezen en onderwerp is van hoger beroep zal worden vernietigd met beslissing zoals hieronder te vermelden. Het bewijsaanbod van Berkman Energie in eerste aanleg wordt gepasseerd omdat het niet is toegesneden op stellingen die, indien juist, tot een ander oordeel zouden kunnen leiden. Als de in eerste aanleg grotendeels in het ongelijk gestelde partij zal Berkman Energie de kosten van deze aanleg tussen partijen hebben te dragen alsmede als de in het ongelijk gestelde partij die van het hoger beroep.
Beslissing
Het hof:
vernietigt het vonnis van de rechtbank Den Haag van 10 augustus 2011 voor zover dat tussen partijen is gewezen en daarbij (onder 5.2.) Cleanfuel is veroordeeld tot betaling aan Berkman Energie van een bedrag van € 269.712,= met rente, en in zoverre opnieuw recht doende:
wijst deze vordering alsnog af;
veroordeelt Berkman Energie in de kosten van de eerste aanleg tussen partijen, tot aan genoemd vonnis aan de zijde van Cleanfuel begroot op € 4.000,= voor salaris;
veroordeelt Berkman Energie in de kosten van het hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Cleanfuel begroot op € 4.789,31 voor verschotten en € 3.263,= voor salaris;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. E.J. van Sandick, R.F. Groos en C.J.J.C. van Nispen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 februari 2013 in aanwezigheid van de griffier.