ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ5998
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- S.R. Mellema
- M.H. van Coeverden
- J.W. van Rijkom
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake achterstallig salaris en vakantiedagen
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, heeft de appellante, vertegenwoordigd door mr. M.M. Zwaan, een vordering ingesteld tegen de geïntimeerden, echtelieden die in rechte niet verschenen. De zaak betreft een hoger beroep na een tussenarrest van 9 oktober 2012, waarin het hof de appellante de gelegenheid gaf om haar vordering te herberekenen. De appellante heeft in haar akte van 20 november 2012 aangegeven dat zij gedurende de referentieperiode van 1 februari 2004 tot 1 februari 2006 in totaal 8.352 gewerkte uren heeft gemaakt, wat resulteert in een bruto salaris van € 26.228,76. Na aftrek van kosten voor kost en inwoning, komt zij uit op een vordering van € 19.500,36 aan achterstallig salaris, vermeerderd met een wettelijke verhoging van 50%. Daarnaast vordert zij een bedrag van € 2.010,06 voor opgebouwde maar niet genoten vakantiedagen.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellante een onjuiste berekening heeft gemaakt van het aantal gewerkte uren, en heeft het aantal uren dat voor verloning in aanmerking komt vastgesteld op 4.160 per jaar. Dit leidde tot een aanpassing van het gevorderde bedrag aan achterstallig salaris naar € 19.401,63, waarop een wettelijke verhoging van 30% van toepassing is. Het hof heeft de vordering van de appellante grotendeels toegewezen, het vonnis van de kantonrechter van 23 februari 2011 vernietigd en de geïntimeerden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de achterstallige bedragen, inclusief wettelijke rente vanaf 17 januari 2009. Tevens zijn de kosten van de procedure aan de zijde van de appellante toegewezen.
De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof heeft het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit arrest is gewezen op 5 februari 2013 en is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.