ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ0986
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Huurontbinding en ontruiming wegens ernstige overlast door huurster
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen de ontbinding van haar huurovereenkomst door de kantonrechter te Delft, wegens ernstige overlast die zij en haar kinderen veroorzaakten. De huurovereenkomst betrof een woning in Zoetermeer, waar [appellante] sinds december 2004 woonde. De kantonrechter had op 18 augustus 2011 geoordeeld dat de overlast, die bestond uit geluidsoverlast, alcoholgebruik, en andere hinderlijke gedragingen, voldoende was om de huurovereenkomst te ontbinden en ontruiming te bevelen. De ontruiming vond plaats op 26 september 2011.
In hoger beroep heeft [appellante] vijf grieven ingediend, waarin zij betoogt dat er geen sprake was van structurele overlast en dat Vestia, de verhuurder, onvoldoende had gedaan om de klachten te onderzoeken. Het hof heeft echter geoordeeld dat Vestia zich voldoende had ingespannen om de overlast te stoppen, en dat [appellante] meerdere waarschuwingen had ontvangen. Het hof concludeert dat de kantonrechter terecht heeft geoordeeld dat de ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd was.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en veroordeelt [appellante] in de proceskosten van Vestia in hoger beroep, die zijn begroot op € 649,- aan griffierecht en € 894,- aan salaris advocaat. Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de proceskostenveroordeling onmiddellijk kan worden uitgevoerd, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.