Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Zaak- en rolnummer rechtbank : C/10/422466 / KG ZA 13-337
Arrest van 17 december 2013
FILOFORM B.V.,
gevestigd te Zoeterwoude,
geïntimeerden,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
Informatie omtrent het volume dat gedekt wordt door deze tender". Daarbij doelde Filoform op § 2.3.4 van de offerteaanvraag, waarvan de tekst luidt:
"
2.3.4 Indicatie van de hoeveelheden voor de komende jarenDe inschatting is dat er voor de komende jaren (2013 t/m 2015) per jaar ongeveer 4000 stuks moffen en eindsluitingen (wikkelmoffen) zullen worden besteld. Een groot gedeelte hiervan zijn aftak- en verbindingsmoffen.Opdrachtgever geeft geen afnamegarantie. Opdrachtgever verbindt zich niet tot afname van de vermelde aantallen, anders dan de aantallen welke expliciet worden afgenomen per Order."
De vraag (3) luidde:
"
Document 1, hoofdstuk 2.3.4: is de indicatie van de hoeveelheden correct ? De indicatie van 4.000 moffen per jaar lijkt ons erg laag in vergelijking met de huidige situatie. Graag vernemen wij nadere toelichting."
Stedin heeft hierop geantwoord:
"
Ja, de indicatie is correct. Hierbij dient wel te worden aangegeven dat de aantallen laag zijn ingeschat kijkend naar omzet en aantallen vorige jaren. Tevens dient hierbij te worden opgemerkt dat Stedin liever iets te laag inschat, zodat indicaties niet later naar beneden bij hoeven te worden gesteld."
"[…]
Tijdens ons gesprek van 19 december jl. hebben U en de heer [betrokkene 2] aangegeven dat Filoform in ieder geval over het volume dat de 8.000 moffen overstijgt, een nadere afspraak moet kunnen maken.[…]"
"[…]
Ik wijs u er bovendien op dat cliënte eveneens rechtsmaatregelen zal treffen indien op enig moment sprake blijkt te zijn van een wezenlijke wijziging van de opdracht. Dit zal het geval zijn indien blijkt[dat]
de door Stedin afgegeven indicatie aanzienlijk wordt overschreden[…]".
"[…]
Graag willen we, zoals voorgesteld door Filoform, in overleg treden met Filoform om te bezien of alsnog een minnelijke regeling tot de mogelijkheden behoort. […]"
"[…]
Filoform heeft in de gesprekken haar medewerking toegezegd aan oplossingen, anders dan een nieuwe openbare aanbesteding, die voor Stedin haalbaar zijn, onder de volgende condities:1) We hebben gezamenlijk vastgesteld dat het totale volume per jaar tussen de 35 en 40 duizend stuks ligt,[…]
2) Het volume wat onder deze aanbesteding is gegund zal de 6 duizend stuks per jaar niet overstijgen.3) Ten aanzien van het overgebleven volume blijft Filoform leverancier van Stedin, en/of haar aannemers, tot een nieuwe Europese aanbesteding voor kabelaccessoires plaatsvindt.[…]"
"[…]
Namens de directie van Stedin wil ik het volgende voorstel doen:1. U blijft voor de complete range aan Laagspanning mofmaterialen tot eind 2013 onze leverancier (onder het huidige contract);2. Daarnaast zijn wij bereid te kijken naar producten in uw assortiment die buiten de scope van deze aanbesteding vallen. Hierdoor kan er eventueel ook na 2013 met Stedin nog een relatie blijven bestaan;3. Na 2,5 jaar zullen wij deze aanbesteding goed met de contract partners vanaf 2014 evalueren en kijken of dit zou kunnen leiden tot andere (technische) inzichten, waardoor een nieuwe aanbesteding opportuun zou zijn;Mocht u dit voorstel afwijzen, dan overwegen wij (op korte termijn) om de extra aantallen van ca. 25.000 stuk per jaar (geïndiceerde omvang naast aantallen onder eerste aanbesteding, waaraan geen rechten kunnen worden ontleend) te gaan aanbesteden. Graag hoor ik van u.[…]"
"[…]
De aanbesteding heeft een tweetal geldige inschrijvingen opgeleverd, waardoor een heraanbesteding niet langer tot de mogelijkheden behoort. De enige juridisch juiste weg die thans nog open ligt is een nieuwe aanbesteding.[…]
Ten slotte wenst Cliënte naar u uit te spreken dat zij het zou waarderen als u zou inschrijven op de nieuwe aanbesteding.[…]"
"[…]
Langs deze weg wil ik ons gesprek van heden middag bevestigen, waarin is aangegeven dat wij hebben besloten om de gegunde contracten (voor maximaal ca. 6000 stuks per jaar) in stand te houden. Voor de overige aantallen (ca. 30.000, dit is een indicatie waaraan u geen recht kunt ontlenen) m.b.t. de Moffen en Eindsluitingen willen wij nu een aparte aanbesteding opstarten. Dit besluit is een uitkomst van de interne juridische risico afweging binnen Stedin Netbeheer B.V. voor deze aanbesteding.[…]"
Over het starten van een nieuwe aanbesteding heeft Stedin overlegd met Seher en 3M. Deze verzetten zich tegen een nieuwe aanbesteding voor een aanvullende overeenkomst. Dit betekent dat Stedin genoodzaakt is om af te zien van een nieuwe aanbesteding voor een aanvullende overeenkomst gedurende de looptijd van de overeenkomsten met Seher en 3M. Wij hebben hiervoor advies ingewonnen bij onze advocaat. Deze heeft erop gewezen dat volgens de nota van toelichting bij artikel 38 Bass de volledige behoefte dient te worden afgenomen bij de winnaars van de aanbesteding. Verder worden argumenten ontleend aan de Selectieleidraad en de concept-raamovereenkomst, die een onderdeel is van de offerteaanvraag. Kortom, zonder medewerking van 3M en Seher kan Stedin geen nieuwe aanbesteding doorzetten. Met deze partijen is door de gunning een onaantastbare overeenkomst tot stand gekomen. Bij de uitvoering hiervan acht Stedin zich niet beperkt tot afname van maximaal 6.000 stuks en daarmee komt hetgeen door Stedin in februari met Filoform is besproken te vervallen. Dit betekent dat Filoform enkel een procedure bij de rechter openstaat, met dien verstande dat de termijn om bezwaar te maken tegen gunning op 31 december 2012 is verstreken.
(i) Stedin zal verbieden uitvoering te geven aan de met Seher en 3M gesloten overeenkomsten en Stedin zou gebieden om deze overeenkomsten op te zeggen en de gunning in te trekken,
(ii) Stedin zal gebieden tot heraanbesteding over te gaan voor haar totale behoefte subsidiair voor de aantallen die de 6.000 overschrijden,
(iii) Stedin zal veroordelen tot het betalen van een bedrag van € 14.425,- als voorschot op de schadevergoeding,
(iv) Stedin zal veroordelen in de proceskosten.
Zij vordert in hoger beroep dat het hof, verkort weergegeven, het bestreden vonnis zal vernietigen en, opnieuw recht doende:
(i) Stedin zal verbieden om uitvoering te geven aan de met Seher en 3M gesloten overeenkomst, subsidiair om onder de raamovereenkomst opdrachten te verstrekken die het aantal van 6.000 moffen te boven gaan of betrekking hebben op andere moffen dan die welke zien op het verbinden van XPLE-kabels,
(ii) Stedin zal gebieden tot heraanbesteding over te gaan voor haar totale behoefte, subsidiair tot aanbesteding voor haar aanvullende behoefte,
(iii) Stedin zal gebieden bij (her)aanbesteding Filoform uit te nodigen tot het doen van een inschrijving,
(iv) Stedin zal gebieden bij (her)aanbesteding te realiseren dat ook voor de levering van de kringklemmen en verbinders een level playing field zo veel mogelijk wordt gewaarborgd en verstoring van concurrentie wordt voorkomen;
(v) Stedin in het geval van heraanbesteding zal veroordelen tot betaling van een bedrag van € 14.425,- als voorschot op schadevergoeding;
(vi) Stedin zal veroordelen in de proceskosten.
Het hof stelt vast dat met de grief alleen de beslissing van de voorzieningen-rechter ten aanzien van de vorderingen van Filoform in de hoofdzaak wordt voorgelegd, dat wil zeggen het oordeel zoals vermeld in het dictum van het bestreden vonnis sub 5.2 tot en met 5.4.
Het hof oordeelt hierover als volgt.
(i) Bij gebreke van een tijdig (binnen de Alcateltermijn van 15 dagen ingesteld) beroep op de rechter zijn de door Stedin met 3M en Seher aangegane raamovereenkomsten (hierna in enkelvoud: de raamovereenkomst) geldig tot stand gekomen.
(ii) Voor zover Filoform nog de intentie heeft gehad de gunningsbeslissing ter discussie te stellen, dienen haar vorderingen te worden afgewezen.
(iii) In deze procedure is nog wel ruimte voor de beoordeling van de vordering van Filoform voor zover deze erop gericht is een verbod tot uitvoering van de raamovereenkomst te verkrijgen in de situatie dat die uitvoering leidt tot een wezenlijke wijziging van de raamovereenkomst die met de aanbestedings-procedure werd beoogd.
(iv) Het instellen van de sub (iii) bedoelde vordering is in beginsel niet aan een termijn gebonden die samenhangt met het bekend maken van het voornemen tot gunning.
“[…]
34 Met het oog op het garanderen van de transparantie van de procedures en de gelijke behandeling van de inschrijvers, vormen wijzigingen van de bepalingen van een overeenkomst inzake een overheidsopdracht tijdens de geldigheidsduur ervan een nieuwe plaatsing van een opdracht in de zin van richtlijn 92/50, wanneer zij kenmerken vertonen die wezenlijk verschillen van de bepalingen van de oorspronkelijke overeenkomst[…]
35 De wijziging van een nog lopende overeenkomst inzake een overheids-opdracht kan worden aangemerkt als wezenlijk wanneer zij voorwaarden invoert die, wanneer zij in de oorspronkelijke aanbestedingsprocedure waren genoemd, zouden hebben geleid tot toelating van andere inschrijvers dan die welke oorspronkelijk waren toegelaten, of tot de keuze voor een andere offerte dan die waarvoor oorspronkelijk was gekozen.36[…]
37 Een wijziging kan ook als wezenlijk worden aangemerkt wanneer zij het economische evenwicht van de overeenkomst wijzigt in het voordeel van de opdrachtnemer op een wijze die door de voorwaarden van de oorspronkelijke opdracht niet was bedoeld.[…]”
De stellingen van partijen kunnen tegen deze achtergrond als volgt worden beoordeeld.
tevens een groot aantal GPLK kabels bevinden … in het huidige Stedin net".
“
2.3.2 QuantitiesIn total the following quantities are expected for the following three years:Based on the indicated scope, Stedin expects an average value of 2,5M€ a year for all plots combined, with a bandwidth of plus and minus 20%.[…]
The amount is mainly, and almost equally, divided over plots I and II.[…]”
Uit dit getal was volgens Stedin en 3M al af te leiden dat de raamovereenkomst op veel meer dan 4.000 of 6.000 stuks zou zien.
De indicatie van 4.000 moffen, genoemd in de offerteaanvraag, is niet meer dan een indicatie, waaraan geen rechten kunnen worden ontleend. Een behoorlijk geïnformeerde en normaal oplettende inschrijver zou het na kennisneming van alle aanbestedingsstukken duidelijk zijn geweest dat de overeenkomst getalsmatig niet in omvang is beperkt, aldus Stedin. Aan raamovereenkomsten is nu eenmaal eigen dat het werkelijke aantal dat besteld wordt, pas onder de werking van de overeenkomst kan worden bepaald. Ook Seher en 3M zijn ervan uitgegaan dat geen beperking in aantal zou gelden; dat volgt, zegt Stedin, uit schriftelijke verklaringen van hun zijde (waarvan het hof vaststelt dat zij pas zijn opgemaakt nadat de opdracht al was gegund en tussen Filoform en Stedin een conflict was ontstaan). Ook Filoform moet het duidelijk zijn geweest dat het om de totale behoefte van Stedin gedurende de contractsjaren ging, nu zij in haar begeleidende brief bij haar inschrijving vermeldt:
“[…]
In bestand 1.1 treft u een samenvatting aan van de verschillende besparingen van deze offerte ten opzichte van de huidige situatie.[…]
Als het aantal moffen per jaar hoger is, wat wij overigens zeker verwachten op basis van de gemiddelde afzet de afgelopen jaren, dan neemt de besparing/efficiency nog verder toe. Voor de vaststelling van de aangeboden prijzen voor de mofcomponenten hebben wij hier ook rekening meegehouden.[…]”
Voorts heeft Stedin nog gewezen op de nota van toelichting bij artikel 38 Bass, waaruit volgens Stedin volgt dat zij producten die het onderwerp vormen van de raamovereenkomst, niet bij een andere partij dan de raamcontractant mag afnemen. Tot slot stelt zij dat aan de in het prijsdocument genoemde indicatieve hoeveelheden geen rechten kunnen worden ontleend.
Artikel 1 Bass definieert ‘raamovereenkomst’ als (met onderstrepingen van het hof): een overeenkomst tussen een of meer ondernemers en een of meer aanbestedende diensten met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te gunnen opdrachten
vast te leggen, met name wat betreft de prijs en de
beoogde hoeveelheid.
De onderstreepte woorden leggen een zekere beperking op voor wat betreft de inhoud van de overeenkomst: het volume van de gecontracteerde producten of diensten moet voldoende vastgelegd worden.
In de concept-raamovereenkomst, die behoort tot de aanbestedingsstukken, wordt in artikel 5, dat ziet op de omvang van de levering, verwezen naar “
een geprognosticeerde jaarafname per jaar”, onder toevoeging dat hier slechts sprake is van een indicatieve functie. Bij de redactie hiervan is kennelijk aangehaakt bij de indicatie, die in de offerteaanvraag wordt genoemd. Dat betekent dat die indicatie voor de inschrijvers leidend is en moet zijn geweest voor de bepaling van de afzet, die zij onder de raamovereenkomst konden verwachten. Weliswaar is hier sprake van een indicatie, maar wanneer aangenomen wordt dat daarmee niet een zinledige indicatie is beoogd, zal het ervoor gehouden moeten worden, dat het volume van de raamovereenkomst niet een veelvoud van de indicatie zal mogen bedragen. Wanneer Stedin het voornemen had onder de raamovereenkomst haar volledige jaarbehoefte af te nemen, is het vermelden van een indicatieve afname van slechts circa 10% daarvan geen deugdelijke indicatie te noemen. Dit zou bovendien in strijd komen met het aanbestedingsrechtelijke beginsel dat de aanbesteder optimale transparantie moet betrachten bij het geven van relevante informatie.
De uitleg dat de aanbesteding betrekking had op 4.000 tot 6.000 stuks wordt bovendien bevestigd door enerzijds het gegeven dat Stedin in de Nvi desgevraagd bevestigd heeft dat de indicatie correct was en anderzijds door de stellige mededelingen van en namens Stedin in de hierboven sub 1.9 en 1.12 aangehaalde documenten, terwijl de daar en sub 1.11 geciteerde teksten eveneens bevestigen dat in de visie van Stedin voor een bestelling boven 6.000 moffen een nieuwe aanbesteding zou moeten plaatsvinden. Het hof houdt het ervoor dat hier sprake is van een authentieke interpretatie van de aanbestedingsdocumenten door Stedin.
Hieraan doet niet af dat in het preselectie-document een verwachte jaaromzet van 2,5 miljoen euro wordt genoemd. In de offerteaanvraag is dit niet vertaald in een corresponderende indicatie van de verwachte jaarafname, terwijl na een vraag van Filoform in de Nvi bevestigd is dat de wel gegeven indicatie correct is. Filoform mocht daar dus op vertrouwen.
Evenmin doet hieraan af dat Filoform in de begeleidende brief bij haar inschrijving een aantal van 40.000 moffen heeft genoemd en de verwachting heeft uitgesproken dat mettertijd de gebruikelijke jaarafzet zou worden afgenomen. In de berekening van het voordeel, die bij de brief is genoemd, neemt Filoform als uitgangspunt een afname van 4.000 moffen per jaar. Over dit aantal wordt het voordeel berekend, waarna wordt gememoreerd dat bij afname van 40.000 moffen het voordeel het tienvoud daarvan zal bedragen. Filoform schrijft wel dat zij bij haar prijsstelling rekening heeft gehouden met een hogere afname, maar uit de brief als geheel genomen valt niet op te maken dat zij bij haar inschrijving de facto is uitgegaan van de aanname dat de raamovereenkomst een veelvoud van 4.000 moffen als inzet had. Dit wordt bevestigd door het feit dat ook Filoform in het overleg na de gunningsbeslissing, toen het debat nog niet een juridische kleuring had, heeft gesteld dat de aanbesteding maar een relatief klein deel van de totale jaarbehoefte betrof en dat voor het surplus een nieuwe aanbesteding zou (moeten) volgen (zie de hierboven sub 1.8 aangehaalde e-mail).
Daargelaten of de door Stedin gegeven interpretatie van artikel 38 Bass juist is, komt daaraan voor het onderhavige vraagstuk geen betekenis toe. De nota van toelichting biedt geen aanknopingspunt voor de uitleg die Stedin eraan geeft en kan er in elk geval niet aan afdoen dat Filoform bij haar offerte is uitgegaan en mocht uitgaan van het door Stedin uitgevraagde indicatieve afnamevolume en dat zij onweersproken heeft gesteld dat zij een andere offerte zou hebben ingediend als zij tevoren had geweten dat het om meer dan 30.000 moffen ging.
Onderdeel (ii) is niet toewijsbaar omdat het aan Stedin voorbehouden is om te bepalen hoe zij in haar verdere behoefte zal voorzien. Een nieuwe aanbesteding kan in de rede liggen, maar het is niet aan het hof om een veroordeling daartoe uit te spreken.
Hieruit vloeit voort, dat ook de onderdelen (iii) en (v) niet voor toewijzing in aanmerking komen.
Beslissing
en opnieuw recht doende:
- in eerste aanleg € 665,71 voor verschotten en € 816,- voor salaris advocaat,
- in hoger beroep € 836,42 voor verschotten en € 1.788,- voor salaris advocaat;