Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
Overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Leerplichtwet 1969.
BESLISSING
geldboetevan
€ 250,- (honderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
2 (twee) dagen hechtenis.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 17 september 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter te Rotterdam. De verdachte, een vader, werd beschuldigd van het niet inschrijven van zijn leerplichtige dochter in een school, in strijd met de Leerplichtwet 1969. De verdachte had zijn dochter niet naar school gestuurd en voerde aan dat hij overwegende bedenkingen had tegen het onderwijs op nabijgelegen scholen, gebaseerd op zijn objectivistische levensvisie. In eerste aanleg was de verdachte vrijgesproken, maar de officier van justitie ging in hoger beroep.
Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal in behandeling genomen en geconcludeerd dat de verdachte niet op juiste gronden een beroep heeft gedaan op de vrijstelling van inschrijving op school. Het hof oordeelde dat de bedenkingen van de verdachte niet als overwegende bezwaren tegen de richting van het onderwijs konden worden aangemerkt. De verdachte had weliswaar bezwaren tegen de neutraliteit van het openbaar onderwijs en de richting van christelijk onderwijs, maar deze bezwaren voldeden niet aan de eisen die de wet stelt voor vrijstelling van inschrijving.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zijn leerplichtige dochter niet heeft ingeschreven, terwijl zij op 1 april 2011 de leerplichtige leeftijd had bereikt. De verdachte werd veroordeeld tot een geldboete van € 250,-, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van twee dagen bij gebreke van betaling. Het hof heeft de ernst van de zaak en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van ouders onder de Leerplichtwet en de voorwaarden waaronder vrijstelling van inschrijving kan worden verleend.