ECLI:NL:GHDHA:2013:4511
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige overheidsaansprakelijkheid en conservatoir beslag in strafrechtelijk onderzoek
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de Staat der Nederlanden, naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage. [appellant] was betrokken bij een strafrechtelijk financieel onderzoek (SFO) dat op 10 januari 2005 was ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de inbeslagname van verschillende goederen, waaronder voertuigen, op 18 mei 2005. [appellant] heeft in eerste aanleg gevorderd dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld door het beslag te leggen en te laten voortduren, terwijl er geen fiscale schulden waren die de beslaglegging rechtvaardigden. De rechtbank heeft de vorderingen van [appellant] afgewezen.
In hoger beroep heeft [appellant] zijn eis gewijzigd en opnieuw gesteld dat de Staat onrechtmatig heeft gehandeld door het beslag te laten voortduren tot 1 november 2008. Het hof heeft vastgesteld dat de feiten die door de rechtbank zijn vastgesteld niet ter discussie staan. Het hof heeft geoordeeld dat de Staat aansprakelijk kan zijn voor schade veroorzaakt door de toepassing van strafvorderlijke dwangmiddelen, maar dat in dit geval het beslag rechtmatig was gelegd en dat er geen onrechtmatige daad van de Staat is vastgesteld.
Het hof heeft de grieven van [appellant] verworpen en het vonnis van de rechtbank bekrachtigd. [appellant] is niet-ontvankelijk verklaard voor zover hij zijn vordering baseerde op het derdenbeslag dat door de Ontvanger was gelegd. De kosten van het geding in hoger beroep zijn voor rekening van [appellant].