Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 10 september 2013
SQL Integrator B.V.,
De Posthoorn Consultancy B.V.,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
“overigens door SQL correcte weergegeven”mondelinge overeenkomst hebben gesloten, maar zij heeft gemotiveerd ontkend dat een (daarvan deel uitmakend) concurrentiebeding (en boetebeding) is overeengekomen. Het door SQL gestelde en het verhandelde ter comparitie van partijen - waarvan het in het vonnis van de kantonrechter genoemde proces-verbaal geen deel uitmaakt van de processtukken in hoger beroep nu dat proces-verbaal niet is overgelegd - gaf de rechtbank geen aanleiding SQL (vervolgens) tot bewijslevering toe te laten. SQL stelt in hoger beroep geen (nieuwe) feiten waaruit aanvaarding van een concurrentiebeding door De Posthoorn zou kunnen volgen. Hierbij is van belang dat SQL de overeenstemming over het concurrentiebeding niet baseert op wat feitelijk is besproken door betrokkenen maar - in de kern gevat - dat uit e-mails en de bekendheid van [O] met de bedrijfsvoering van SQL vanzelfsprekend volgt dat tussen SQL en De Posthoorn bedoeld concurrentiebeding zou gelden. De stellingen van SQL bevatten kwalificaties en conclusies, maar onvoldoende feitelijke onderbouwing. Zulks geldt voor het vermelde bij MvG onder 1. en 2., onder het kopje “
Feiten”, maar ook met betrekking tot “[O] is hiermee akkoord gegaan.” in de e-mail van […] van 14 september 2011 (rov. 2.10) is niet duidelijk uit welke verklaringen of gedragingen van [O] (handelend voor De Posthoorn) […] dat afleidt. De overgelegde mail van De Posthoorn van 13 oktober 2009 (rov. 2.6) bevat geen informatie met betrekking tot een gesloten (vaststellings)overeenkomst, laat staan met betrekking tot een concurrentie- en/of een boetebeding. SQL moge de e-mail van 8 februari 2011 (rov. 2.9) van De Posthoorn “interessant” vinden, de mail bevat geen feiten waaruit volgt dat De Posthoorn akkoord is gegaan met een overeenkomst met daarin een concurrentiebeding. Integendeel, De Posthoorn stelt in die mail dat zij nooit van SQL enige overeenkomst heeft ontvangen. Dat De Posthoorn akkoord zou zijn gegaan als haar een dergelijke overeenkomst voorgelegd zou zijn maakt dat niet anders.
De beslissing
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank ’s-Gravenhage van 15 augustus 2012;
- veroordeelt SQL in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van De Posthoorn tot op heden begroot op € 4.836,-- aan verschotten en € 5.160,-- aan salaris advocaat. De na de uitspraak vallende kosten (de nakosten) worden voor wat betreft het salaris voor de advocaat berekend op € 131,-- zonder betekening en op € 199,-- in geval van betekening;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.