Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 13 augustus 2013
[appellant],
de maatschap naar burgerlijk recht [de maatschap],
Het geding
Beoordeling van het incident
1. de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst zoals deze van kracht was van 1 januari 2009 tot 1 januari 2011 en alle allonges en/of aanvullingen hierop waarin onkostenvergoedingen en bonussen zijn geregeld;
2. alle arbeidsovereenkomsten welke sedert 1 januari 2011 van kracht zijn en alle allonges en/of aanvullingen hierop waarin onkostenvergoedingen en bonussen zijn geregeld;
3. kopieën van alle salarisspecificaties alsmede de jaaropgaven over de periode vanaf 1 januari 2009 tot en met heden;
4. kopieën van alle belastingaangiften inkomstenbelasting over de periode van 2009 tot en met 2012, alsmede kopieën van alle opgelegde belastingaanslagen over deze periode;
alles op straffe van een dwangsom van € 5.000,- per dag, met veroordeling van [appellant] in de kosten van het incident.
Wat betreft de salarisspecificaties en belastinggegevens beroept [appellant] zich bovendien op artikel 843a lid 4 Rv. Hij stelt dat gewichtige redenen, te weten zijn recht op privacy, zich tegen overlegging verzetten, temeer omdat redelijkerwijs aangenomen mag worden dat de hoofdzaak ook zonder deze gegevens behandeld en beoordeeld kan worden.
vierweken. [de maatschap] zal – in aansluiting op de stand van de procedure voorafgaande aan het openen van het incident – voor het nemen van haar memorie van antwoord direct peremptoir worden gesteld, bij gebreke waarvan akte niet dienen zal worden gegeven.
Beslissing
in het incident:
- wijst de vordering van [de maatschap] af;
- veroordeelt [de maatschap] in de kosten van het incident, welke aan de zijde van [appellant] worden begroot op € 2.682,- aan salaris advocaat;
in de hoofdzaak:
- verwijst de zaak naar de rol van 10 september 2013 voor het nemen van een memorie van antwoord aan de zijde van [de maatschap], direct peremptoir, bij gebreke waarvan akte niet dienen zal worden gegeven;
- houdt iedere verdere beslissing aan.