ECLI:NL:GHDHA:2013:3213
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- P.M. Verbeek
- I.M. Davids
- J.M. Willink
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verkeersongeval met letselschade en appelverbod
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Allianz Schadeverzekering N.V. tegen een beschikking van de rechtbank Rotterdam, gegeven op 6 februari 2013, in een deelgeschilprocedure. Het deelgeschil betreft een verkeersongeval dat op 2 juli 2006 heeft plaatsgevonden, waarbij de verweerder, als bestuurder van een personenauto, frontaal is aangereden door een verzekerde van Allianz. De verweerder heeft als gevolg van het ongeval 'whiplashachtige' klachten ontwikkeld en heeft de rechtbank verzocht om te verklaren dat zijn klachten aan het ongeval moeten worden toegerekend, alsook om de kosten van de procedure te begroten en Allianz in die kosten te veroordelen.
De rechtbank heeft in haar beschikking geoordeeld dat de verweerder ontvankelijk is in zijn verzoek, maar heeft de gevraagde verklaring voor recht afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor een causaal verband tussen de klachten van de verweerder en het ongeval. Desondanks heeft de rechtbank de kosten van de procedure begroot op € 3.000,- en Allianz veroordeeld in deze kosten, omdat Allianz aansprakelijkheid voor het ongeval had erkend.
Allianz is in hoger beroep gegaan, waarbij zij aanvoert dat de rechtbank de deelgeschilprocedure ten onrechte heeft toegepast door haar in de kosten te veroordelen. Het hof heeft echter geoordeeld dat Allianz ontvankelijk is in haar hoger beroep, maar dat de door Allianz aangevoerde gronden voor doorbreking van het appelverbod niet opgaan. Het hof bevestigt dat de rechtbank de deelgeschilprocedure correct heeft toegepast en dat de kostenveroordeling niet onterecht was. Het beroep van Allianz wordt verworpen en zij wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die op nihil worden begroot, aangezien de verweerder niet is verschenen.