Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest d.d. 2 april 2013 (bij vervroeging)
[geïntimeerde],
Het geding
De beoordeling
8).
gedurende de bestuursperiode van [geïntimeerde] zodanigslecht was, althans dat er
zodanigeonregelmatigheden plaatsvonden, dat van [geïntimeerde] actie had mogen worden verwacht. De curator spreekt over forse overboekingen (circa € 250.000,-) en pinopnames (ruim € 165.000,-) door [Y] ten behoeve van zijn BV en zichzelf, maar [geïntimeerde] heeft hiervoor mogelijk plausibele verklaringen gegeven. Zonder nadere informatie, die ontbreekt, is er onvoldoende basis voor de conclusie dat op enig moment gedurende de bestuursperiode van [geïntimeerde] sprake was van een zodanige situatie dat [geïntimeerde] had moeten beseffen dat actie geboden was omdat het geld van Green05 c.s. anders verloren zou gaan, laat staan dat er voldoende grond is voor de conclusie dat reeds ten tijde van de storting door Green05 c.s. (pleitnota Green05 c.s. van 11 maart 2013 sub 34 en 35) of nog eerder, ten tijde van het aangaan van de overeenkomst (pleitnota Green05 c.s. sub 7), bij [geïntimeerde] bekend was of bekend moest zijn dat het gestorte bedrag “als een druppel op een gloeiende plaat zou verdwijnen in het negatieve vermogen van Skis” dan wel dat “geen enkele mogelijkheid (bestond) om (….) de crediteuren van Lidoplant te betalen”. Dat
ten tijde van het faillissementmogelijk een tekort bestond van 2 miljoen en een schuldenlast van concurrente schuldeisers van 7 ton, zoals uit de faillissementsverslagen blijkt, is niet voldoende, omdat er zoals gezegd inmiddels bijna zes maanden waren verstreken na het vertrek van [geïntimeerde] als bestuurder. Onduidelijk is in hoeverre het uiteindelijke faillissement juist door ontwikkelingen in die latere periode, toen [Y] zelf (middellijk) bestuurder was, zijn veroorzaakt. Dat Skis in augustus 2008 al “miljoenen in het rood” stond (pleitnota Green 05 c.s. 11 maart 2013 sub 12) blijkt in elk geval uit niets.