ECLI:NL:GHARN:2012:BY7526
Gerechtshof Arnhem
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om vergoeding kosten rechtsbijstand ex artikel 591a Wetboek van Strafvordering
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 17 december 2012 uitspraak gedaan over een verzoek om vergoeding van kosten van rechtsbijstand, ingediend door appellant. Het verzoek was gebaseerd op artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering, dat de mogelijkheid biedt om een vergoeding aan te vragen voor gemaakte kosten in gevallen waarin de zaak eindigt zonder oplegging van straf of maatregel. De rechtbank Groningen had eerder, op 4 april 2012, een beschikking gegeven waarin een vergoeding voor reiskosten werd toegekend, maar het verzoek om vergoeding van de kosten van de raadsman werd afgewezen. Het hof heeft vastgesteld dat de raadsman onvoldoende onderbouwing heeft geleverd voor de gevraagde kosten, waardoor het hof niet in staat was om een vergoeding toe te kennen. De raadsman had weliswaar enkele facturen en voorschotnota's overgelegd, maar deze waren niet specifiek genoeg en betroffen ook andere juridische werkzaamheden. Het hof benadrukte dat van een advocaat verwacht mag worden dat hij zijn declaraties helder en inzichtelijk presenteert, vooral in het kader van een verzoek als dit. Het hof heeft uiteindelijk de beschikking van de rechtbank vernietigd en een vergoeding van € 2.862,09 toegekend voor de reiskosten van appellant, maar de kosten voor rechtsbijstand werden afgewezen. Het hof heeft ook een vergoeding van € 810,00 vastgesteld voor de kosten verbonden aan het indienen en behandelen van het verzoekschrift. De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.