ECLI:NL:GHARN:2012:BX9958

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
9 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
21-004248-10
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van openlijk geweld tegen verbalisanten in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 9 oktober 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Almelo. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor openlijk geweld tegen verbalisanten, maar heeft hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de zaak onderzocht op de terechtzittingen van 31 januari 2012 en 25 september 2012, waarbij ook het dossier van de eerste aanleg is bekeken. De advocaat-generaal heeft een vordering ingediend, die door het hof is overwogen.

Het hof heeft vastgesteld dat de verbalisanten, hoofdagent [verbalisant 1] en brigadier [verbalisant 2], op 4 juli 2010 in Hengelo betrokken waren bij de aanhouding van een medeverdachte. De verdachte zou openlijk in vereniging geweld hebben gepleegd tegen deze verbalisanten. Echter, na het horen van getuigen en het bestuderen van de aangiftes, kon het hof niet buiten redelijke twijfel vaststellen dat de verdachte daadwerkelijk geweld had gebruikt of een significante bijdrage had geleverd aan het geweld tegen de verbalisanten. Het hof concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor de tenlastegelegde feiten.

Daarom heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlasteleggingen. Tevens zijn de vorderingen van de benadeelde partijen, [verbalisant 1] en [verbalisant 2], niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. Het hof heeft ook het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven, waarmee de verdachte zijn vrijheid terugkreeg.

Uitspraak

Sector strafrecht
Parketnummer: 21-004248-10
Uitspraak d.d.: 9 oktober 2012
TEGENSPRAAK
Promis
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Almelo van
30 november 2010 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [woonplaats], [adres].
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 31 januari 2012 en 25 september 2012 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman,
mr V.P.J. Tuma, naar voren is gebracht.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Feit 1:
hij op of omstreeks 04 juli 2010 te Hengelo (O), toen de aldaar dienstdoende [verbalisant 1], hoofdagent van politie Twente, en/of [verbalisant 2], brigadier van politie Twente een zekere [medeverdachte] - op heterdaad - op verdenking van het overtreden van artikel 424 Wetboek van Strafrecht, in elk geval op verdenking van het gepleegd hebben van enig strafbaar feit, had(den) aangehouden en vastgegrepen, althans vast had(den) teneinde deze onverwijld voor te geleiden voor een hulpofficier van justitie en deze daartoe over te brengen naar een plaats van verhoor, te weten politiebureau Hengelo, zich, tezamen met anderen of een ander, met verenigde krachten en met geweld en/of bedreiging met geweld heeft verzet (om te verijdelen dat genoemde persoon werd opgebracht) tegen bovengenoemde opsporingsambtena(a)r(en), werkzaam in de rechtmatige uitoefening zijner/hunner bediening, door, opzettelijk gewelddadig:
- te zeggen/te roepen: - zakelijk weergegeven - dat "er niemand wordt aangehouden, niemand gaat met de politie mee " en/of "laat hem los, laat hem gaan", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- zich (daarbij) in de richting van die [verbalisant 2] en/of [verbalisant 1] te begeven en/of
- in te dringen op die [verbalisant 2] en/of [verbalisant 1] en/of
- de vuisten te ballen en/of een gevechtshouding aan te nemen en/of
- die [verbalisant 2] en/of [verbalisant 1] te duwen en aan hem/hen te trekken en/of - die [medeverdachte] (te proberen) los te trekken en/of
- meermalen, althans eenmaal, slaan en/of stompen van die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] en/of
- meermalen, althans eenmaal, schoppen en/of trappen van die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2].
Feit 2:
hij op of omstreeks 04 juli 2010, in de gemeente Hengelo (O), met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Marktstraat en/of de Willemstraat en/of de Langestraat, in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [verbalisant 1], hoofdagent van politie Twente, en/of [verbalisant 2], brigadier van politie Twente, welk geweld bestond uit het opzettelijk gewelddadig
- indringen op en/of aanvallen van die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] en/of
- die [verbalisant 2] en/of [verbalisant 1] te duwen en aan hem/hen te trekken en/of - meermalen, althans eenmaal, slaan en/of stompen van die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] en/of
- meermalen, althans eenmaal, schoppen en/of trappen van die [verbalisant 3] en/of [verbalisant 2].
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak van het onder 1 en 2 tenlastegelegde
Vastgesteld kan worden dat de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] zijn mishandeld nadat zij probeerden [medeverdachte] aan te houden op 4 juli 2010 te Hengelo. Op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep kan echter niet buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat het verdachte is geweest die openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] en (samen met (een) ander)en)) verzet heeft gepleegd tegen die [verbalisant 1] en [verbalisant 2] tijdens de aanhouding van [medeverdachte]. Op basis van de aangiftes alsmede de getuigenverklaringen kan niet worden vastgesteld dat verdachte zelf geweld heeft gebruikt tegen [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] of dat hij een andere significante bijdrage aan het tegen de verbalisanten gepleegde geweld heeft geleverd. Voorts is van belang dat uit het dossier kan worden afgeleid dat een grotere groep mannen ter plaatse aanwezig was, maar slechts een deel daarvan, de meeste getuigen verklaren over 5 of 6 personen, direct bij de schermutseling betrokken is geweest. Of verdachte tot die groep van 5 of 6 personen heeft behoord kan het hof op basis van de getuigenverklaringen en de aangiftes niet buiten twijfel vaststellen. Ook is er onvoldoende bewijs aanwezig om te kunnen vaststellen dat verdachte zelf wederspannigheidshandelingen heeft verricht. Het hof heeft derhalve – overeenkomstig de vordering van de advocaat-generaal – uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Vordering van de benadeelde partij [verbalisant 1]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.287,73. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
Vordering van de benadeelde partij [verbalisant 2]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.354,49. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het onder 1 en 2 tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in haar vordering niet worden ontvangen.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [verbalisant 1]
Verklaart de benadeelde partij, [verbalisant 1], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Vordering van de benadeelde partij [verbalisant 2]
Verklaart de benadeelde partij, [verbalisant 2], in haar vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Verwijst de benadeelde partij in de door verdachte gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
De voorlopige hechtenis
Heft op het geschorste, tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door
mr J.I.M.W. Bartelds, voorzitter,
mr R. van den Heuvel en mr P.L. van Dijke, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr K. van Laarhoven, griffier,
en op 9 oktober 2012 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr R. van den Heuvel is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.