ECLI:NL:GHARN:2012:BX7366

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
20 augustus 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
TBS P12/0252
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 20 augustus 2012, staat de ontvankelijkheid van de officier van justitie centraal in het kader van de verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene. De terbeschikkinggestelde, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], verblijft in een TBS-kliniek. De verdediging voert aan dat het verlengingsadvies van de kliniek van 3 februari 2010, dat ten grondslag ligt aan de eerdere verlengingsbeslissing van 2 september 2010, niet ondertekend is door een bevoegde medical expert, maar door een onbevoegde psychiater. Dit zou volgens de raadsvrouw betekenen dat de eerdere verlengingsbeslissing onbevoegd is genomen en dat de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in zijn vordering tot verlenging.

Het hof overweegt dat, hoewel het voorlaatste verlengingsadvies inderdaad is ondertekend door een onbevoegde psychiater, de eerdere verlengingsbeslissing inmiddels onaantastbaar is. Het meest recente verlengingsadvies is wel door een bevoegde psychiater ondertekend, waardoor het gebrek in het eerdere advies geen gevolgen heeft voor de huidige verlengingsbeslissing. Het hof verwerpt het ontvankelijkheidverweer en verklaart de officier van justitie ontvankelijk in zijn vordering.

De advocaat-generaal vordert een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar, terwijl de raadsvrouw pleit voor een verlenging van slechts één jaar, met de mogelijkheid tot onderzoek naar een overgang naar een behandelafdeling. Het hof bevestigt de beslissing van de rechtbank Utrecht van 21 mei 2012, die de terbeschikkingstelling met twee jaar heeft verlengd, en oordeelt dat de rechtbank op juiste gronden heeft beslist. De beslissing wordt met overneming van die gronden bevestigd.

Uitspraak

TBS P12/0252
Beslissing d.d. 20 augustus 2012
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in [TBS-kliniek].
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Utrecht van 21 mei 2012, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van hoger beroep van de terbeschikkinggestelde d.d. 4 juni 2012;
- de aanvullende informatie van de [tbs-kliniek], van 27 juli 2012, met als bijlagen de wettelijke aantekeningen over de periode 9 september 2011 tot 21 juli 2012.
Het hof heeft ter zitting van 6 augustus 2012 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr H.S.K. Jap A Joe, advocaat te Utrecht, en de advocaat-generaal
mr G.J. de Haas.
Overwegingen:
Het standpunt van de betrokkene en zijn raadsvrouw
Primair heeft de raadsvrouw zich op het standpunt gesteld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vordering tot verlenging. Het verlengingsadvies van de kliniek van 3 februari 2010, dat ten grondslag heeft gelegen aan de verlengingsbeslissing van het hof van 2 september 2010, is niet ondertekend door een medical expert zoals vereist is gelet op artikel 5 EVRM, doch door een onbevoegde psychiater. De verlengingsbeslissing van 2 september 2010 is derhalve onbevoegd genomen. Zodoende kan thans geen verlenging worden gevorderd van een terbeschikkingstelling, die onbevoegd verlengd is en dus onrechtmatig voortduurt.
Subsidiair kan volgens de raadsvrouw uit de voorhanden zijnde stukken onvoldoende worden opgemaakt wat het risico op delictherhaling is. In ieder geval kan niet gesteld worden dat het recidiverisico zodanig hoog is dat een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar aangewezen is. In de voorgaande verlengingsbeslissing van 2 september 2010 heeft het hof de kliniek reeds verzocht om in een volgend verlengingsadvies aandacht te besteden aan de mogelijkheden voor de overgang van betrokkene van de longstay-afdeling naar een behandelafdeling dan wel een andere klinische en beschermde omgeving. Er ligt inmiddels een advies van de Landelijke Adviescommissie Plaatsing (LAP). De kliniek en de LAP verschillen van mening over het beveiligingsniveau van de omgeving waarin betrokkene zal moeten verblijven. De raadsvrouw bepleit daarom dat de terbeschikkingstelling met slechts één jaar dient te worden verlengd en dat in dat jaar onderzoek dient plaats te vinden of betrokkene van de longstay-afdeling naar een behandelafdeling of een andere klinische en beschermde omgeving kan overgaan.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Volgens de advocaat-generaal is de officier van justitie ontvankelijk in zijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling. De voorlaatste verlengingsbeslissing staat in rechte vast. Gelet op de onaantastbaarheid van de eerdere procedure, heeft het gebrek, dat het eerdere verlengingsadvies ondertekend is door een onbevoegde psychiater, geen consequenties voor de huidige verlengingsbeslissing.
De advocaat-generaal vordert dat de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
Het oordeel van het hof
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vordering constateert het hof dat het voorlaatste verlengingsadvies van de kliniek van 3 februari 2010 is ondertekend door een onbevoegde psychiater. Nu de voorlaatste verlengingsbeslissing van 2 september 2010 inmiddels onaantastbaar is en het meeste recente verlengingsadvies wel door een bevoegde psychiater is ondertekend, heeft dit gebrek geen consequenties voor de huidige verlengingsbeslissing. Het ontvankelijkheidverweer wordt verworpen. De officier van justitie is ontvankelijk in zijn vordering.
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op juiste gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist. Daarom zal de beslissing waarvan beroep met overneming van die gronden worden bevestigd.
Beslissing
Het hof:
Bevestigt de beslissing van de rechtbank Utrecht van 21 mei 2012 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde [terbeschikkinggestelde].
Aldus gedaan door
mr E.A.K.G. Ruys als voorzitter,
mr C. Caminada en mr G. Oldekamp als raadsheren,
en prof. dr. W.J. Schudel en dr. W. van Kordelaar als raden,
in tegenwoordigheid van mr B.P. Snijder als griffier,
en op 20 augustus 2012 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.