ECLI:NL:GHARN:2012:BX7292
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake alimentatie en lijfsdwang
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een kort geding vonnis waarin lijfsdwang is toegewezen vanwege achterstallige alimentatie. De vrouw, hierna aangeduid als de vrouw, had in eerste aanleg gevorderd dat de man, haar ex-echtgenoot, werd gedwongen tot betaling van alimentatie door middel van lijfsdwang. De voorzieningenrechter had deze vordering toegewezen, maar de man ging in hoger beroep. Tijdens het hoger beroep bleek dat de vrouw inmiddels haar alimentatie had ontvangen, waardoor zij geen spoedeisend belang meer had bij de voortzetting van de lijfsdwang. Het hof oordeelde dat de man ontvankelijk was in zijn hoger beroep, omdat zijn belang lag in de proceskostenveroordeling. Het hof vernietigde het vonnis van de voorzieningenrechter voor zover het betrekking had op de periode na de betaling van de alimentatie, maar bekrachtigde het vonnis voor de periode ervoor. De man werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. Het hof overwoog dat de vrouw niet kon worden verplicht om beslag te leggen op de woning van de man, aangezien zij deze zelf bewoonde en er al executoriaal beslag op rustte. De man had niet aannemelijk gemaakt dat hij niet in staat was om te betalen, en zijn argumenten werden verworpen. Het hof concludeerde dat de voorzieningenrechter destijds een juiste beslissing had genomen en dat de man niet kon volhouden dat hij niet in staat was om aan zijn verplichtingen te voldoen.