ECLI:NL:GHARN:2012:BX4231
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- E.J. van Sandick
- H. Warnink
- R.F. Groos
- Rechtspraak.nl
Verantwoordelijkheid voor fouten van de gerechtsdeurwaarder in het civiele recht
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem diende, ging het om de vraag wie verantwoordelijk is voor een eventuele fout van de gerechtsdeurwaarder. De appellant, die in eerste aanleg als eiser was opgetreden, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De rechtbank had de appellant niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering om het dwangbevel van de gemeente Lelystad, dat hem een bedrag van € 50.000,- oplegde, te vernietigen. De appellant stelde dat hij tijdig verzet had aangetekend tegen het dwangbevel, maar dat de deurwaarder hierin een fout had gemaakt door de dagvaarding niet tijdig uit te brengen.
Het hof oordeelde dat de appellant niet kon aantonen dat de deurwaarder opzettelijk stukken had weggemaakt of dat er sprake was van een fout die niet voor zijn rekening kwam. De appellant had geen bewijs geleverd voor zijn stellingen en de correspondentie tussen de deurwaarder en zijn advocaat toonde aan dat de deurwaarder niet had ontvangen wat de advocaat beweerde te hebben verzonden. Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank en verklaarde de appellant in zijn verzet niet-ontvankelijk, waarbij het de kosten van het hoger beroep voor de appellant vaststelde op € 3.400,-.
Het arrest benadrukt de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever voor fouten van de deurwaarder en bevestigt dat, tenzij er overtuigend bewijs is van opzet of grove nalatigheid, de gevolgen van fouten van de deurwaarder voor rekening van de opdrachtgever komen. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de grenzen van aansprakelijkheid van deurwaarders en hun opdrachtgevers verduidelijkt.