ECLI:NL:GHARN:2012:BX0890
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- E.A.K.G. Ruys
- Y.A.J.M. van Kuijck
- F.W. Bleichrodt
- T. van Iersel
- W.J. Schudel
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging van een terbeschikkinggestelde
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 25 juni 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep over de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde. De terbeschikkinggestelde, die al meer dan tien jaar onder de maatregel valt, heeft in 2006 een TBS met voorwaarden opgelegd gekregen, welke later is omgezet naar een terbeschikkingstelling met dwangverpleging. De behandeling in een kliniek verliep aanvankelijk goed, maar na een veroordeling wegens drugsdelicten en een daaropvolgende overplaatsing naar een andere kliniek, ontstonden er problemen met de diagnose en het verloftraject. Dit leidde tot een vertrouwensbreuk tussen de terbeschikkinggestelde en de kliniek.
Tijdens de behandeling in eerste aanleg heeft de rechtbank de zaak aangehouden om de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging te onderzoeken. De reclassering was echter van mening dat het nog te vroeg was voor een dergelijke beëindiging, omdat er geen zicht was op de huidige relatie van de terbeschikkinggestelde. De terbeschikkinggestelde heeft in de tussentijd geen fysieke incidenten vertoond en het recidiverisico is door een onafhankelijke deskundige als laag ingeschat. De terbeschikkinggestelde is bereid zich aan de voorwaarden van de reclassering te houden.
Het openbaar ministerie heeft echter twijfels geuit over de begeleidbaarheid van de terbeschikkinggestelde en heeft verzocht om aanhouding van de zaak voor nader onderzoek. Het hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat het verzoek om nader onderzoek naar de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging moet worden afgewezen. Het hof achtte het nog te vroeg voor een voorwaardelijke beëindiging, omdat er onvoldoende inzicht was in de huidige situatie van de terbeschikkinggestelde. De beslissing van de rechtbank Assen van 1 maart 2012, die het verzoek tot voorwaardelijke beëindiging had afgewezen, werd bevestigd.