ECLI:NL:GHARN:2012:BW9758

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
26 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.070.393-01
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Liquiditeitstarief in kantonzaken en nasalaris in hoger beroep

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerechtshof Arnhem op 26 juni 2012, ging het om een hoger beroep van Vitrina B.V. tegen Deventer Hearcare B.V. De zaak betreft de vraag of het liquiditeitstarief voor kantonzaken een nasalaris kent. Vitrina, de appellante, had in eerste aanleg de rol van eiseres in conventie en verweerster in reconventie, terwijl Deventer Hearcare de geïntimeerde was, gedaagde in conventie en eiseres in reconventie. Beide partijen werden vertegenwoordigd door advocaten uit Amsterdam.

Tijdens de procedure had Vitrina de mogelijkheid om te reageren op een akte van cessie die door Deventer Hearcare was overgelegd, maar maakte hier geen gebruik van. Het hof oordeelde dat de tweede grief van Vitrina ongegrond was, omdat zij de cessie door Specsavers Finance Guernsey aan Deventer Hearcare en de mededeling daarvan niet gemotiveerd had betwist. Deventer Hearcare vroeg om een herziene veroordeling in de proceskosten van de eerste aanleg, maar het hof oordeelde dat er geen reden was om dit toe te wijzen zonder een grief.

Het hof verduidelijkte dat het liquidatietarief in kantonzaken geen nasalaris kent, maar dat voor de procedure in hoger beroep wel nasalaris kan worden toegekend, zij het tot een lager bedrag dan door Deventer Hearcare was gevraagd. Uiteindelijk werd Vitrina veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, met een specificatie van de verschotten en het geliquideerd salaris van de advocaat. Het arrest werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de kosten dienden binnen 14 dagen na de uitspraak te worden voldaan, met wettelijke rente in geval van niet-tijdige betaling.

De uitspraak van het hof bevestigde het vonnis waarvan beroep, waarbij Vitrina als de in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt en veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

Arrest d.d. 26 juni 2012
Zaaknummer 200.070.393/01
(zaaknummer rechtbank: 478496 CV EXPL 09-4120)
HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
Vitrina B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
hierna te noemen: Vitrina,
advocaat: mr. P.J. Stuy, kantoorhoudende te Amsterdam,
tegen
Deventer Hearcare B.V.,
gevestigd te Deventer,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
hierna te noemen: Deventer Hearcare,
advocaat: mr. I.S. Oosterhoff, kantoorhoudende te Amsterdam.
De inhoud van het tussenarrest d.d. 20 maart 2012 wordt hier overgenomen.
Het verdere procesverloop
Vitrina mocht zich uitlaten over de door Deventer Hearcare overgelegde akte van cessie en de kopie van de aan haar gedane mededeling van die cessie. Van die geboden mogelijkheid heeft Vitrina geen gebruik gemaakt.
Vervolgens heeft Deventer Hearcare de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest.
De verdere beoordeling
1. Zoals het hof reeds onder overweging 9 van voormeld tussenarrest in het vooruitzicht stelde, wordt de tweede grief ongegrond verklaard nu Vitrina de cessie door Specsavers Finance Guernsey aan Deventer Hearcare en de mededeling daarvan aan haar, Vitrina, niet gemotiveerd heeft betwist.
2. Nu de grieven worden verworpen, dient het vonnis waarvan beroep te worden bekrachtigd, met veroordeling van Vitrina als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding in hoger beroep (geliquideerd salaris advocaat 1 punt, tarief I).
3. Deventer Hearcare wenst, blijkens de conclusie van haar memorie van antwoord, een herziene veroordeling in de proceskosten van eerste aanleg. Daarvoor is, zonder grief, bij bekrachtiging geen reden. Overigens merkt het hof op dat het liquidatietarief in kantonzaken geen nasalaris kent.
Voor de procedure in hoger beroep kan wel nasalaris worden toegekend, zij het dat dit toewijsbaar is tot een lager bedrag dan waarom Deventer Hearcare heeft gevraagd: € 131,- zonder betekening, te verhogen met € 68,- na betekening.
De beslissing
Het gerechtshof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt Vitrina in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die aan de zijde van Deventer Hearcare tot aan deze uitspraak op € 263,- aan verschotten, € 632,- aan geliquideerd salaris en € 131,- wegens nasalaris voor de advocaat, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van dit arrest, en - voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening en, in geval van betekening, met € 68,- voor nasalaris;
verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mrs. K.E. Mollema, voorzitter, M.E.L. Fikkers en
M.C.D. Boon-Niks en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 26 juni 2012 in bijzijn van de griffier.