ECLI:NL:GHARN:2012:BW9723
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Fiscale consequenties van afspraak afwikkeling van een maatstaf
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem diende, gaat het om de fiscale consequenties van een afspraak tussen partijen over de afwikkeling van een maatstaf na het overlijden van de vader van de appellanten. De appellanten, bestaande uit drie kinderen, hebben in hoger beroep de vernietiging van een vonnis van de Rechtbank Zwolle-Lelystad van 4 mei 2011 gevorderd, waarin hen was bevolen een bedrag van € 26.116,75 aan de geïntimeerde te betalen. De geïntimeerde had een aandeel in de maatschap van haar overleden vader en ontving een uitkering op basis van een anti-winstnemingbeding. Na de verkoop van het melkquotum door de appellanten, ontstond er onduidelijkheid over de fiscale afhandeling van de uitkering aan de geïntimeerde. De appellanten stelden dat de geïntimeerde op de hoogte was van de fiscale implicaties en dat zij bewust had gekozen voor een netto uitbetaling, terwijl de geïntimeerde betoogde dat zij niet goed geïnformeerd was over de belastingverplichtingen. Het hof oordeelde dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld dat de geïntimeerde zich niet meer aan haar instemming met de belastinginhouding hoefde te houden. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank en wees de vordering van de geïntimeerde af, met veroordeling van de geïntimeerde in de proceskosten van beide instanties. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken en informatie over fiscale gevolgen in overeenkomsten.