ECLI:NL:GHARN:2012:BW8612
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- C.J. Laurentius - Kooter
- H.L. van der Beek
- R. Krijger
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep alimentatieprocedure; ontvankelijkheid verzoeker
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 24 mei 2012 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een alimentatieprocedure. De man, verzoeker in hoger beroep, was niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek. Het hof oordeelde dat de man niet kon worden ontvangen in zijn hoger beroep, ondanks zijn stelling dat hij de beschikking van de rechtbank niet had ontvangen. Het hof stelde vast dat de beschikking op de juiste wijze was verzonden, conform artikel 805 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De man had de beschikking tijdig moeten aanvechten, maar deed dit pas na het verstrijken van de beroepstermijn van drie maanden, zoals bepaald in artikel 806 lid 1 aanhef en onder a Rv. Het hof ging voorbij aan de argumenten van de man over slechte postbezorging door PostNL, aangezien de wet voorschrijft dat de beschikking op de voorgeschreven wijze aan hem was verzonden. De man had bovendien het inleidende verzoekschrift van de vrouw wel ontvangen en was op de hoogte van de aanhangige alimentatieprocedure. Het hof handhaafde zijn eerdere tussenbeschikking en verklaarde de man niet-ontvankelijk in zijn beroep, waarbij de kosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij met de eigen kosten belast bleef.