ECLI:NL:GHARN:2012:BW0022

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
27 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.047.478-01
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toerekening van schijn volmachtverlening aan vertegenwoordigde in civiele procedure

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem werd behandeld, ging het om een hoger beroep van Vitrina B.V. tegen Almere Specsavers B.V. over de toerekening van schijn volmachtverlening. Vitrina had een overeenkomst gesloten met een voormalig directeur van Almere Specsavers, die later bleek niet bevoegd te zijn om deze overeenkomst aan te gaan. De kantonrechter had in eerste aanleg de vordering van Vitrina afgewezen, omdat zij niet had aangetoond dat de directeur bevoegd was en omdat zij de statuten en volmachten niet had geraadpleegd. Vitrina stelde dat zij gerechtvaardigd had vertrouwd op de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de directeur, mede omdat zij eerder soortgelijke contracten had gesloten met andere filialen van Specsavers.

Het hof oordeelde dat de kantonrechter terecht had geoordeeld dat Vitrina niet kon vertrouwen op de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de directeur, omdat zij niet had aangetoond dat er een schijn van volmachtverlening was gewekt door Almere Specsavers. Het hof benadrukte dat het enkele feit dat Almere Specsavers deel uitmaakt van een concern niet betekent dat Vitrina er zonder meer op mocht vertrouwen dat de directeur over de benodigde bevoegdheden beschikte. De vordering van Vitrina werd afgewezen en het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter, waarbij Vitrina werd veroordeeld in de kosten van de procedure in appel.

Uitspraak

Arrest d.d. 27 maart 2012
Zaaknummer 200.047.478/01
(zaaknummer rechtbank: 422716 CV 08-14163)
HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
Vitrina B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna te noemen: Vitrina,
advocaat: mr. P.J. Stuy, kantoorhoudende te Amsterdam,
tegen
Almere Specsavers B.V.,
gevestigd te Almere,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna te noemen: Almere Specsavers,
advocaat: mr. I.S. Oosterhoff, kantoorhoudende te Amsterdam.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis uitgesproken op 10 juni 2009 door de rechtbank Zwolle-Lelystad, sector kanton, locatie Lelystad (hierna: de kantonrechter).
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 27 augustus 2009, hersteld bij exploot van 19 oktober 2009, is door Vitrina hoger beroep ingesteld van bovengenoemd vonnis met dagvaarding van Almere Specsavers tegen de zitting van 10 november 2009.
De conclusie van de memorie van grieven, waarbij producties zijn gevoegd, luidt:
"het vonnis (…) te vernietigen en opnieuw rechtdoende, zo nodig met verbeteringen en aanvullingen van gronden, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, Specsavers te veroordelen tot betaling aan Vitrina B.V. tegen behoorlijk bewijs van kwijting, een bedrag ad
€ 2.766,75 (zegge…) te vermeerderen met de contractuele rente van 1% per maand, vanaf
1 mei 2008 tot de dag der algehele voldoening, met veroordeling van Almere Specsavers in de kosten van beide procedures."
Bij memorie van antwoord, waarbij een productie is gevoegd, is door Almere Specsavers verweer gevoerd met als conclusie:
"Vitrina niet ontvankelijk te verklaren, althans haar appel ongegrond te verklaren;
Vitrina, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen in de kosten van het geding in appel en in eerste aanleg, een en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het arrest en -voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening, alsmede voor nakosten met een bedrag van EUR 205,00, dan wel indien betekening van dit arrest plaatsvindt, op
EUR 273,00."
Ten slotte heeft Almere Specsavers de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De grieven
Vitrina heeft één als zodanig genummerde grief opgeworpen.
De beoordeling
De feiten
1. Tegen de door de kantonrechter vastgestelde feiten is niet gegriefd. Samen met wat in hoger beroep als vaststaand heeft te gelden komen deze feiten op het volgende neer.
1.1 Op initiatief van Vitrina heeft op 3 april 2008 een bespreking plaatsgevonden tussen haar vertegenwoordiger [vertegenwoordiger] en [destijds directeur van Almere Specsavers], destijds directeur van Almere Specsavers, in de winkel te Almere. [voormalig directeur Almere Specsavers] heeft aldaar een gedeeltelijk voorbedrukte overeenkomst ondertekend.
1.2 De overeenkomst houdt in dat Almere Specsavers van Vitrina voor de duur van vijf jaar, met automatische verlenging voor vijf jaar indien niet twaalf maanden voor het verstrijken van de termijn aangetekend is opgezegd, reclamepaneelruimte huurt op twee rolstoelen in het Flevoziekenhuis te Almere. De prijs daarvoor is
€ 2.000,- excl. BTW per jaar en met een eenmalig bedrag van € 325,- excl. BTW voor de vervaardiging van de panelen.
1.3 Vitrina heeft bij brief van 7 april 2008 aan [voormalig directeur Almere Specsavers] de overeenkomst bevestigd. Bij factuur van 8 april 2008 heeft Vitrina de huur voor het eerste jaar en de vervaardigingskosten in rekening gebracht, € 2.766,75 inclusief BTW, te betalen binnen 14 dagen. Betaling is uitgebleven.
1.4 Op 7 mei 2008 heeft Vitrina een bezoek gebracht aan de winkel om de proefdruk/werktekening van de reclameuiting voor akkoord te laten tekenen. Aldaar is namens Almere Specsavers meegedeeld dat [voormalig directeur Almere Specsavers] op 4 april 2008 is ontslagen en niet bevoegd was de overeenkomst aan te gaan. Ook in latere correspondentie heeft Specsavers Almere beroep gedaan op de onbevoegdheid van [voormalig directeur Almere Specsavers].
1.5 Blijkens een internet-uittreksel uit het handelsregister van 28 mei 2008 heeft Almere Specsavers drie bestuurders (te weten Specsavers International B.V., directeur B, [voormalig directeur Almere Specsavers], directeur A, en [directeur A], directeur A), die gezamenlijk bevoegd zijn met andere bestuurder(s), zie statuten. Voorts vermeldt het uittreksel dat [voormalig directeur Almere Specsavers] en [directeur A] gevolmachtigd zijn en dat wordt verwezen naar het dossier om de inhoud van de volmacht te raadplegen.
1.6 De hiervoor bedoelde statuten zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. In art. 13 daarvan staat:
1. De directie vertegenwoordigt de vennootschap.
2. Indien de directie uit twee of meer personen bestaat, zijn daarnaast twee directeuren gezamenlijk bevoegd tot vertegenwoordiging van de vennootschap, mits één van hen directeur A en één van hen directeur B is.
1.7 In de eveneens gedeponeerde volmacht van [voormalig directeur Almere Specsavers] staat dat, voor zover het gaat om rechtshandelingen die niet het dagelijks bestuur betreffen, directeuren A geen overeenkomsten mogen sluiten die een waarde hebben van meer dan € 1.500,-.
De vordering en de beoordeling daarvan in eerste aanleg
2. Vitrina heeft betaling gevorderd van de onder 1.3 genoemde factuur, te vermeerderen met buitengerechtelijke kosten en contractuele rente.
De kantonrechter heeft de vordering afgewezen omdat het voor rekening van Vitrina komt dat zij de volmacht en statuten niet heeft geraadpleegd. De verwijzing naar eerdere, wel nagekomen overeenkomsten die Vitrina heeft gesloten met Specsavers in andere steden biedt geen grond voor het beroep van Vitrina op opgewekt vertrouwen in vertegenwoordigingsbevoegdheid door Almere Specsavers. De uitleg die Vitrina geeft aan het onder 1.6 weergegeven
art. 13 lid 1 van de statuten wordt door de kantonrechter verworpen. Vitrina is veroordeeld in de proceskosten, onder afwijzing van de door Almere Specsavers tevens gevorderde nakosten.
De beoordeling van de grief
3. Bij de beoordeling van de grief zal het hof de bij memorie van antwoord gevoegde productie buiten beschouwing laten, nu Vitrina daarop niet heeft gereageerd.
Zoals uit het navolgende zal blijken wordt Almere Specsavers daardoor niet in haar belangen geschaad.
4. Met haar grief betoogt Vitrina dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat:
a) alleen indien Almere Specsavers zelf de schijn heeft gewekt van
vertegenwoordigingsbevoegdheid, Vitrina wordt beschermd;
b) de andere filialen zelfstandige rechtspersonen zijn die niet zonder meer kunnen
worden vereenzelvigd met Almere Specsavers;
c) het beroep op onbevoegde vertegenwoordiging moet worden gehonoreerd en
Almere Specsavers dus geen partij is bij de bewuste overeenkomst;
d) Vitrina in de proceskosten moet worden veroordeeld.
Vitrina meent hiermee het geschil in volle omvang aan het hof voor te leggen.
5. Het hof constateert dat Vitrina niet heeft gegriefd tegen de verwerping van haar uitleg van de statuten, zodat er geen sprake van is dat het hof over het geschil in volle omvang moet oordelen.
6. Op zichzelf is, anders dan Almere Specsavers meent, het onder 4a verwoorde bezwaar van Vitrina terecht. De Hoge Raad heeft immers geoordeeld dat voor toerekening van de schijn van volmachtverlening aan de vertegenwoordigde ook plaats kan zijn ingeval Vitrina:
- op grond van feiten en omstandigheden die voor risico van Almere Specsavers komen;
- waaruit naar verkeersopvattingen zodanige schijn van vertegenwoordigings-bevoegdheid kan worden afgeleid;
- gerechtvaardigd heeft vertrouwd op volmachtverlening aan [voormalig directeur Almere Specsavers] (zie HR 19 februari 2010, LJN: BK7671 en HR 3 februari 2012, LJN: BU4909).
In zoverre is de grief dus gegrond, maar of dit Vitrina zal baten, zal uit de toetsing aan de door de Hoge Raad genoemde criteria moeten blijken.
7. De door Vitrina genoemde feiten en omstandigheden zijn, dat zij met Specsavers Amersfoort B.V. en Specsavers Groningen B.V. contracten heeft gesloten die gedurende 5 jaar zonder problemen zijn nagekomen. Ook die winkels staan onder directe leiding van het hoofdkantoor Specsavers International B.V. in Nederland, dat op haar beurt direct wordt aangestuurd door het hoofdkantoor op Guernsey dat ook voor de betalingen heeft gezorgd, aldus Vitrina met verwijzing naar diverse uittreksels uit het handelsregister en informatie afkomstig via internet. Vitrina trekt hieruit de conclusie dat het hoofdkantoor op Guernsey volledige zeggenschap heeft over alle winkels in Nederland, waardoor deze niet als zelfstandige rechtspersonen mogen worden gezien en vereenzelvigd moeten worden, zodat handelingen van zo'n onderdeel als handeling van het concern gezien moet worden.
Het hof kan Vitrina in dit betoog niet volgen. Het enkele feit dat Almere Specsavers deel uitmaakt van een concern brengt, ook als dat concern strak geleid zou worden en de beleidsvrijheid voor directeuren zoals [voormalig directeur Almere Specsavers] beperkt is, niet mee dat Vitrina er zonder meer op mag vertrouwen dat [voormalig directeur Almere Specsavers] over dezelfde bevoegdheden beschikt als degenen die indertijd, bij het aangaan van de vijfjarige contracten waarop Vitrina zich beroept, de winkels in Amersfoort en Groningen vertegenwoordigden. Het hof laat dan nog onbesproken dat Vitrina niet eens heeft gesteld dat het om vergelijkbare contracten ging, met een vergelijkbaar financieel belang. Daar komt nog bij dat er in de loop van de tijd wijzigingen kunnen zijn geweest in de bevoegdheid van vertegenwoordigers of in het beleid met betrekking tot het bekrachtigen van bepaalde onbevoegd aangegane overeenkomsten namens (zelfstandige) winkels van Specsavers. Door Vitrina is derhalve niets aangevoerd waaruit volgt dat zij er zonder voorafgaand onderzoek redelijkerwijs van mocht uitgaan dat [voormalig directeur Almere Specsavers] over toereikende bevoegdheden beschikte.
Het betoog van Vitrina komt voorts, naar het oordeel van het hof, veeleer neer op een poging om handelingen van de lokale winkeliers toe ter rekenen aan het hoofdkantoor op Guernsey in plaats van aan Almere Specsavers, maar Vitrina heeft niet dat hoofdkantoor aangemerkt als haar contractspartij.
8. Andere feiten en omstandigheden die de basis kunnen vormen voor toerekening aan Almere Specsavers van schijn van volmachtverlening, zoals bedoeld in overweging 6, zijn door Vitrina niet aangevoerd. Daarmee faalt de grief, nu de overige bezwaren, los van hetgeen hiervoor is overwogen, niet tot vernietiging van het beroepen vonnis kunnen leiden.
De slotsom
9. Het vonnis, voor zover daarvan beroep is ingesteld, zal onder verbetering van gronden worden bekrachtigd en Vitrina zal, als de in het ongelijk te stellen partij, worden veroordeeld in de kosten van de procedure in appel (geliquideerd salaris advocaat 1 punt, tarief I). Het hof begrijpt dat Almere Specsavers daarbij aanspraak maakt op toekenning van nasalaris volgens het liquidatietarief en niet op andere kosten. Dat nasalaris is in appel, anders dan bij kantonzaken in eerste aanleg waar het speciale liquidatietarief voor kantonzaken niet voorziet in nasalaris, toewijsbaar, doch tegen een lager tarief dan Almere Specsavers vordert nu geen sprake is van conventie en reconventie.
De beslissing
Het gerechtshof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt Vitrina in de kosten van het geding in hoger beroep, en begroot die aan de zijde van Almere Specsavers tot aan deze uitspraak op € 262,- aan verschotten en € 632,- aan geliquideerd salaris voor de advocaat, te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van dit arrest en, voor het geval voldoening binnen deze termijn niet plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf deze termijn voor voldoening alsmede met € 131,- nasalaris, dan wel
€ 199,- indien betekening van dit arrest plaatsvindt;
verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af wat meer of anders is gevorderd.
Aldus gewezen door mrs. K.E. Mollema, voorzitter, M.E.L. Fikkers en
M.C.D. Boon-Niks en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 27 maart 2012 in bijzijn van de griffier.