ECLI:NL:GHARN:2012:BV9609

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
20 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.070.393/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Contractspartij en vertegenwoordigingsbevoegdheid in civiele rechtszaak

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem werd behandeld, ging het om een hoger beroep van Vitrina B.V. tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. Vitrina had in eerste aanleg betaling gevorderd van onbetaalde facturen van Deventer Hearcare B.V. De rechtbank had de vordering in conventie afgewezen en de reconventionele vordering van Deventer Hearcare toegewezen, omdat Vitrina niet had gereageerd op de conclusie van antwoord. Vitrina stelde dat Deventer Hearcare haar contractspartij was en dat de directeur A van Deventer Hearcare bevoegd was om namens de vennootschap te contracteren. Het hof moest beoordelen of Vitrina terecht meende dat Deventer Hearcare contractspartij was en of er sprake was van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid.

Het hof oordeelde dat Vitrina niet had aangetoond dat Deventer Hearcare de contractspartij was en dat de directeur A niet bevoegd was om de vennootschap te vertegenwoordigen. Het hof concludeerde dat Vitrina zich niet voldoende had bekommerd om de vraag wie haar contractspartij was en dat zij niet had aangetoond dat de overeenkomst op naam van Deventer Hearcare was gesloten. De grieven van Vitrina werden verworpen, en het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank. Vitrina werd in de kosten van beide procedures veroordeeld.

De zaak benadrukt het belang van duidelijkheid over contractspartijen en vertegenwoordigingsbevoegdheid in commerciële overeenkomsten. Het hof wees erop dat het vertrouwen dat partijen hebben in de vertegenwoordigingsbevoegdheid van een persoon niet altijd voldoende is om een contractuele relatie te rechtvaardigen, vooral als er geen duidelijke afspraken zijn gemaakt over wie de contractspartij is.

Uitspraak

Arrest d.d. 20 maart 2012
Zaaknummer 200.070.393/01
(zaaknummer rechtbank: 478496 CV EXPL 09-4120)
HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden
Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:
Vitrina B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
hierna te noemen: Vitrina,
advocaat: mr. P.J. Stuy, kantoorhoudende te Amsterdam,
tegen
Deventer Hearcare B.V.,
gevestigd te Deventer,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
hierna te noemen: Deventer Hearcare,
advocaat: mr. I.S. Oosterhoff, kantoorhoudende te Amsterdam.
Het geding in eerste instantie
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis uitgesproken op 17 juni 2010 door de rechtbank Zwolle-Lelystad, sector kanton, locatie Deventer (hierna: de kantonrechter).
Het geding in hoger beroep
Bij exploot van 5 juli 2010 is door Vitrina hoger beroep ingesteld van genoemd vonnis met dagvaarding van Deventer Hearcare tegen de zitting van 20 juli 2010.
De conclusie van de memorie van grieven, waarbij producties zijn gevoegd, luidt:
"het vonnis (…) te vernietigen en opnieuw rechtdoende, zo nodig met verbetering en/of aanvulling van de gronden, bij arrest, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
in conventie:
Deventer Hearcare te veroordelen tot betaling aan Vitrina B.V. tegen behoorlijk bewijs van kwijting een bedrag van € 10.854,55 (…) te vermeerderen met de contractuele rente ad 1% per maand vanaf 15 oktober 2009 tot de dag der algehele voldoening;
in reconventie:
Deventer Hearcare in haar vorderingen niet ontvankelijk te verklaren althans haar deze te ontzeggen;
met veroordeling van Deventer Hearcare in de kosten van beide procedures, zowel in conventie als in reconventie."
Bij memorie van antwoord, vergezeld van producties, is door Hearcare verweer gevoerd met als conclusie:
"in conventie en reconventie:
Vitrina niet ontvankelijk te verklaren, althans haar appel ongegrond te verklaren;
Vitrina, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen in de kosten van het geding in appel en in de eerste aanleg, een en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van het arrest, en -voor het geval voldoening binnen bedoelde termijn niet plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening, alsmede voor nakosten met een bedrag van EUR 205,00, dan wel indien betekening van dit arrest plaatsvindt, op
EUR 273,00. "
Ten slotte heeft Deventer Hearcare de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.
De grieven
Vitrina heeft twee uitdrukkelijk door haar als zodanig aangemerkte grieven opgeworpen (op p 6 en 17 van haar memorie van grieven).
De beoordeling
De feiten
1. De kantonrechter heeft geen feiten vastgesteld, zodat het hof dat zal moeten doen. In hoger beroep staat tussen partijen, als gesteld en erkend of niet voldoende gemotiveerd weersproken, het volgende vast.
1.1 Op initiatief van Vitrina heeft op 17 april 2008 een bespreking plaatsgevonden tussen haar vertegenwoordiger [vertegenwoordiger Vitrina] en audicien [directeur A], destijds directeur A van Deventer Hearcare, in de winkel van Harderwijk Specsavers B.V. te Harderwijk (hierna: Harderwijk Specsavers) alwaar zij die dag praktijk hield. [directeur A] heeft aldaar twee gedeeltelijk voorbedrukte overeenkomsten ondertekend.
1.2 De overeenkomsten houden blijkens hun tekst in dat opdrachtgever Harderwijk Specsavers respectievelijk Arnhem Specsavers B.V. (hierna: Arnhem Specsavers) voor de duur van vijf jaar, met automatische verlenging voor vijf jaar indien niet twaalf maanden voor het verstrijken van de termijn aangetekend is opgezegd, van Vitrina reclamepaneelruimte huren op een rolstoel in het Sint Jansdalziekenhuis te Harderwijk respectievelijk het Ziekenhuis Rijnstate te Arnhem. De prijs daarvoor is per contract € 1.000,- exclusief BTW per jaar en met een eenmalig bedrag van
€ 225,- exclusief BTW voor de vervaardiging van de panelen.
1.3 Het te gebruiken logo is met medewerking van [directeur A] naar Vitrina gestuurd en [directeur A] heeft op een later moment de reclamepanelen goedgekeurd.
1.4 Bij brieven van 28 en 29 mei 2008 aan "Specsavers Hearcare Deventer bv" t.a.v. [directeur A] op het adres van Arnhem Specsavers heeft Vitrina meegedeeld dat de reclamepanelen op de rolstoelen zijn bevestigd. De aan datzelfde adres gerichte facturen voor het eerste huurjaar zijn niet betaald. [directeur A] heeft bij mail van 6 juni 2008 aan Vitrina verzocht een nieuwe rekening toe te sturen voor Arnhem en Harderwijk naar het adres Specsavers Hearcare in Deventer. Vitrina heeft vervolgens twee facturen d.d. 9 juni 2008 naar "Specsavers Hearcare Deventer bv" t.a.v. [directeur A] in Deventer gestuurd voor de jaarhuur 2008 en de productiekosten (in totaal € 1.457,75 inclusief BTW per factuur), waarna deze zijn voldaan, voorafgegaan door een "remittance advice" dat Vitrina ontving van Specsavers Optical Group Ltd.
1.5 De aan "Specsavers Hearcare Deventer bv" toegezonden facturen van 16 maart 2009 voor het tweede huurjaar naar het adres van Deventer Hearcare t.a.v. [directeur A] zijn, ondanks aanmaningen en sommatie, onbetaald gebleven. [directeur A] heeft medio juni 2009 telefonisch aan Vitrina bericht dat het hoofdkantoor betaling tegenhoudt en de zaak heeft voorgelegd aan een advocaat.
1.6 Blijkens een door Vitrina overgelegd internet-uittreksel uit het handelsregister van 14 oktober 2009 heeft Deventer Hearcare twee bestuurders (te weten Specsavers Hearcare Netherlands B.V., directeur B, en eerdergenoemde [directeur A], directeur A, die gezamenlijk bevoegd zijn met andere bestuurder(s), zie statuten.
1.7 De hiervoor bedoelde statuten zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. In art. 10 staat dat het bestuur van de vennootschap bestaat uit één of meer directeuren A en één directeur B. Art. 14 lid 1 bepaalt:
"Het bestuur vertegenwoordigt de vennootschap. De bevoegdheid de vennootschap te vertegenwoordigen komt mede toe aan één directeur A en één directeur B gezamenlijk handelend."
De vorderingen en de beoordeling daarvan in eerste aanleg
2. Vitrina heeft in conventie betaling gevorderd van de onder 1.4 genoemde facturen alsmede, krachtens art. 14 van de algemene voorwaarden, betaling van de nog niet vervallen termijnen 2010, 2011 en 2012, te vermeerderen met buitengerechtelijke kosten, contractuele rente en kosten van een uittreksel uit het handelsregister, samen € 10.854,55, nog te vermeerderen met 1% contractuele rente per maand vanaf 15 oktober 2009 tot voldoening.
In reconventie heeft Deventer Hearcare terugbetaling gevorderd van € 2.380,- met wettelijke handelsrente omdat zij de onder 1.4 bedoelde facturen over 2008 onverschuldigd heeft betaald.
De kantonrechter heeft de vordering in conventie afgewezen en in reconventie toegewezen omdat Vitrina niet heeft gereageerd op de conclusie van antwoord in conventie/eis in reconventie en daarmee het verweer en de vordering van Deventer Hearcare niet heeft tegengesproken.
De beoordeling van de grieven
3. Bij de beoordeling van de grieven houdt het hof rekening met het feit dat Vitrina nog niet heeft kunnen reageren op de bij memorie van antwoord gevoegde producties.
4. Met haar eerste grief, die zich richt tegen de beslissing in conventie, betoogt Vitrina het volgende.
4.1 Ten eerste is Deventer Hearcare haar contractspartij. Dit is van meet af aan ook de bedoeling geweest en [directeur A] heeft namens die partij gecontracteerd. Tegen de op naam van Specsavers Hearcare Deventer B.V. gestelde facturen is nimmer geprotesteerd en die facturen zijn ook betaald. Vitrina maakt [directeur A] het verwijt dat zij onzorgvuldig omspringt met de bedrijfsnamen. Dat op de contracten de adressen van Specsavers in Harderwijk en Arnhem staan, heeft te maken met de tekst op de reclamepanelen en het feit dat Deventer Hearcare op die adressen kantoor hield.
4.2 Ten tweede stelt Vitrina dat zij ervan mocht uitgaan dat [directeur A] bevoegd was Specsavers en Deventer Hearcare te vertegenwoordigen. Daartoe voert Vitrina aan dat Specsavers en Deventer Hearcare het vertrouwen hebben gewekt dat sprake is van vertegenwoordigingsbevoedheid. Vitrina wijst erop dat zij in het verleden met onder meer Specsavers Amersfoort B.V. en Specsavers Groningen B.V. contracten heeft gesloten die gedurende 5 jaar zonder problemen zijn nagekomen. Ook die winkels staan, net zoals de hearcare-winkels, onder directe leiding van een hoofdkantoor in Nederland, dat op haar beurt direct wordt aangestuurd door het hoofdkantoor op Guernsey dat ook voor de betalingen heeft gezorgd, aldus Vitrina met verwijzing naar diverse uittreksels uit het handelsregister en informatie afkomstig via internet. Vitrina trekt hieruit de conclusie dat het hoofdkantoor op Guernsey volledige zeggenschap heeft over alle winkels in Nederland, waardoor deze niet als zelfstandige rechtspersonen mogen worden gezien en vereenzelvigd moeten worden, zodat handelingen van zo'n onderdeel als handeling van het concern gezien moet worden.
4.3 Ten derde handelen Specsavers en Deventer Hearcare in strijd met de redelijkheid en billijkheid door zich op onbevoegdheid van [directeur A] te beroepen nu alle partijen uitvoering hebben gegeven aan de overeenkomst, waaraan het hoofdkantoor heeft meegewerkt door het ter beschikking stellen van het logo en te zorgen voor betaling over 2008.
5. Voor de vraag wie de contractspartij van Vitrina is, is in dit geval van belang namens wie [directeur A] bij de totstandkoming van de overeenkomsten is opgetreden, nu niet ter discussie staat dat het ook voor Vitrina duidelijk was dat [directeur A] niet zichzelf wilde binden. Daarbij is naar het oordeel van het hof bepalend wat [directeur A] en [vertegenwoordiger Vitrina] van Vitrina daaromtrent jegens elkaar hebben verklaard en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden (vgl. HR 11 maart 1977, NJ 1977,521).
5.1 [directeur A] heeft in haar in eerste aanleg overgelegde schriftelijke verklaring gesteld dat het haar een goed idee leek dat reclame zou worden gemaakt voor de vennootschappen Arnhem Specsavers en Harderwijk Specsavers, in welke vestigingen zij ook als audicien werkt. Vitrina heeft toen twee overeenkomsten opgemaakt op naam van die vennootschappen en [directeur A] heeft die overeenkomsten, ondanks eigen twijfel aan haar bevoegdheid, op aandrang van Vitrina namens die vennootschappen ondertekend, nadat zij vergeefs gepoogd had het hoofdkantoor van Specsavers te bereiken, aldus [directeur A].
5.2 Het hof constateert dat de door [vertegenwoordiger Vitrina] ingevulde namen en adressen van de opdrachtgevers van de twee overeenkomsten, waarop Vitrina zich beroept, stroken met de verklaring van [directeur A]. In de (handels-)naam van Deventer Hearcare komt het element "Specsavers" niet voor.
5.3 Door Vitrina is niets aangevoerd ter onderbouwing van haar stelling dat [directeur A] de overeenkomst op 17 april 2008 op naam van Deventer Hearcare heeft gesloten en evenmin heeft zij feiten aangevoerd waaruit blijkt dat dit toen de bedoeling is geweest, waarbij zij ook onbelicht heeft gelaten wiens bedoeling dat was. Het hof kan de link die Vitrina tracht te leggen tussen het in de overeenkomst vermelde adres van de opdrachtgever en de reclametekst dan ook niet volgen. De stelling van Vitrina verdraagt zich er voorts niet mee dat de rekeningen nimmer op naam zijn gesteld van de beweerde, correcte, partij en dat rekeningen pas na verzoek van [directeur A] naar het postadres van Deventer Hearcare zijn verstuurd.
Het hof passeert het ongespecificeerde bewijsaanbod van Vitrina.
5.4 Het hof heeft de indruk dat Vitrina zich ten tijde van de totstandkoming van de overeenkomsten in het geheel niet heeft bekreund over de vraag wie haar contractspartij zou worden en of haar gesprekspartner wel bevoegd was deze contractspartij te binden. Het door Vitrina aan [directeur A] gemaakte verwijt heeft dan ook een hoog "pot verwijt ketel-gehalte".
Het hof verwerpt de stelling onder 4.1.
6. Omdat het hof ervan uitgaat dat niet is komen vast te staan dat Deventer Hearcare contractspartij van Vitrina zou worden, is ook niet relevant of [directeur A] die contractspartij bevoegd zou hebben vertegenwoordigd, dan wel of Vitrina gerechtvaardigd heeft mogen vertrouwen op schijn van vertegenwoordigings-bevoegdheid die kan worden toegerekend aan Deventer Hearcare.
Of Vitrina ervan mocht uitgaan dat [directeur A] bevoegd was Specsavers Arnhem en/of Specsavers Harderwijk te vertegenwoordigen doet voor deze procedure, waarin Vitrina juist heeft betwist dat deze vennootschappen haar contractspartijen zijn, niet ter zake. Stelling 4.2 wordt derhalve bij gebrek aan belang van Vitrina verworpen. Datzelfde lot treft de onder 4.3 weergegeven stelling van Vitrina.
7. Daarmee is de tegen het oordeel in conventie gerichte grief ongegrond.
8. De tweede grief van Vitrina is gericht tegen de toewijzing van de reconventionele vordering van Deventer Hearcare wegens onverschuldigde betaling. Deventer Hearcare heeft aan die vordering ten grondslag gelegd dat zij meende een schuld van Harderwijk Specsavers en Arnhem Specsavers te voldoen, terwijl deze vennootschappen niet aan de overeenkomst met Vitrina gebonden waren.
Vitrina heeft, ter onderbouwing van haar grief en met verwijzing naar wat zij bij de voorgaande grief heeft betoogd, aangevoerd dat "die gebondenheid er wel degelijk is".
Zoals het hof hiervoor al heeft overwogen, heeft Vitrina in deze procedure betwist dat Specsavers Arnhem en/of Specsavers Harderwijk haar wederpartij waren, zodat voor contractuele gebondenheid geen plaats is. Vitrina heeft haar standpunt omtrent gebondenheid niet nader toegelicht. Het is het hof niet duidelijk wat Vitrina met haar toelichting beoogt, zodat de grief op dit punt dient te falen.
9. Vitrina heeft voorts, op zichzelf terecht, betoogd dat niet Deventer Hearcare maar het op Guernsey gevestigde moederbedrijf zorg heeft gedragen voor betaling.
Bij memorie van antwoord heeft Deventer Hearcare de nieuwe stelling betrokken dat Specsavers Finance Guernsey de vordering inmiddels aan haar heeft gecedeerd en dat daarvan schriftelijk mededeling is gedaan aan Vitrina. Ten bewijze daarvan heeft zij een kopie van de akte en de mededeling overgelegd, waarop Vitrina nog niet heeft kunnen reageren. Die gelegenheid behoort Vitrina alsnog te krijgen.
Mocht Vitrina de cessie en mededeling daarvan niet gemotiveerd betwisten, dan zal het hof ook de tweede grief ongegrond verklaren.
10. Het hof zal de zaak naar de rol verwijzen voor akte aan de kant van Vitrina, waarbij zij zich mag uitlaten omtrent de bij memorie van antwoord overgelegde akte van cessie en de kopie van de mededeling daarvan aan haar.
De beslissing
Het gerechtshof:
verwijst de zaak naar de rol van dinsdag 17 april 2012 teneinde Vitrina in de gelegenheid te stellen zich bij akte uit te laten over de bij memorie van antwoord gevoegde akte van cessie en de kopie van de mededeling die daarvan aan haar zou zijn gedaan;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Aldus gewezen door mrs. K.E. Mollema, voorzitter, M.E.L. Fikkers en
M.C.D. Boon-Niks en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 20 maart 2012 in bijzijn van de griffier.