ECLI:NL:GHARN:2012:BV9258

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
23 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
TBS P11/0517
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging zonder machtiging proefverlof

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 23 februari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde. De rechtbank had eerder op 29 september 2011 besloten om de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van een beroep van de terbeschikkinggestelde, die van mening was dat een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging mogelijk was zonder dat er een machtiging tot proefverlof aanwezig was. Het hof oordeelde dat de rechtbank onjuist had geoordeeld door te stellen dat een voorwaardelijke beëindiging alleen mogelijk was met een machtiging tot proefverlof. Het hof baseerde zijn oordeel op rapportages van deskundigen en de kliniek, waaruit bleek dat de terbeschikkinggestelde sinds januari 2012 over begeleid verlof beschikte en dat het recidivegevaar als laag werd ingeschat. De terbeschikkinggestelde had echter twijfels over de kliniek en was van mening dat deze het resocialisatietraject vertraagde. Het hof weigerde het verzoek van de terbeschikkinggestelde om de zaak aan te houden voor verder onderzoek door de reclassering, omdat het te vroeg werd geacht. Uiteindelijk bevestigde het hof de beslissing van de rechtbank en gaf het de terbeschikkinggestelde in overweging om toestemming te verlenen voor een CT-scan om een lichamelijke oorzaak voor zijn cognitieve achteruitgang uit te sluiten.

Uitspraak

TBS P11/0517
Beslissing d.d. 23 februari 2012
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[naam terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
verblijvende in [kliniek]
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Dordrecht van 29 september 2011, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van beroep van de terbeschikkinggestelde van 7 oktober 2011;
- de aanvullende informatie van [kliniek] van 31 januari 2012, met als bijlagen de wettelijke aantekeningen van het tweede en derde kwartaal van 2011;
- de brief van de raadsvrouw met bijlagen van 6 februari 2012.
Het hof heeft ter zitting van 9 februari 2012 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J. Serrarens, advocaat te Maastricht, en de advocaat-generaal, mr G.J. de Haas.
Overwegingen
Het standpunt van het openbaar ministerie
Naar aanleiding van een eerdere beslissing van het hof betreffende de terbeschikking-gestelde van 19 april 2011 heeft een onafhankelijk deskundige onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van begeleid verlof. Voorts hebben de zesjaarsrapporteurs in augustus 2011 geadviseerd om het resocialisatieproces van de terbeschikkinggestelde voortvarend in gang te zetten. De kliniek heeft hun adviezen ter harte genomen en de terbeschikkinggestelde beschikt sinds januari 2012 over begeleid verlof. Voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging is het, gelet op de rapportages van de kliniek en de door de externe deskundigen opgemaakte zesjaarsrapportages, thans nog te vroeg.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw
De negatieve reactie van de terbeschikkinggestelde op het voorstel van de kliniek om een CT-scan te laten uitvoeren, heeft te maken met zijn beperkte vertrouwen in de kliniek.
De terbeschikkinggestelde heeft het gevoel dat de kliniek iedere keer weer iets bedenkt om het resocialisatietraject te vertragen. Om dezelfde reden is de terbeschikkinggestelde het oneens met een verlenging van de maatregel voor de duur van een jaar.
Een onvoorwaardelijke beëindiging van de terbeschikkingstelling is nog niet aan de orde, maar een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging behoort wel degelijk tot de mogelijkheden, nu de verdere behandeling van de terbeschikkinggestelde ook in een FPK, FPA of in een ambulante setting kan plaatsvinden. Uit de rapportages blijkt dat het recidivegevaar als laag wordt ingeschat. Slechts in het geval van een psychose bestaat er een verhoogd recidiverisico. De terbeschikkinggestelde heeft echter al negen jaar geen psychotische terugval gehad en de externe rapporteurs geven aan dat antipsychotische medicatie niet langer noodzakelijk is. Gelet op het wantrouwen tussen de terbeschikkinggestelde en de kliniek is een verder intramuraal verblijf contraproductief.
De raadsvrouw heeft verzocht om de zaak drie maanden aan te houden, teneinde de reclassering in staat te stellen om onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging.
Het oordeel van het hof
Het hof zal het verzoek tot aanhouding teneinde de reclassering een maatregelrapport op te laten maken afwijzen, omdat het hof het hiervoor te vroeg acht.
Uit de rapportages blijkt dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een psychotische stoornis, thans in remissie, alsmede een persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale trekken. Beide zesjaarsrapporteurs hebben geadviseerd de terbeschikkingstelling met een jaar te verlengen, waarbij met name geïnvesteerd dient te worden in het resocialisatietraject. Uit de aanvullende rapportage blijkt dat de kliniek de aanbevelingen van de externe rapporteurs ter harte heeft genomen. De terbeschikkinggestelde beschikt sinds 13 januari 2012 over een machtiging tot begeleid verlof en er zijn duidelijke vorderingen gemaakt in het resocialisatietraject. Naar het oordeel van het hof dient voornoemd resocialisatietraject thans te worden voortgezet.
Het hof is van oordeel dat de rechtbank op juiste gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist. Daarom zal de beslissing waarvan beroep met overneming van die gronden worden bevestigd.
Wel merkt het hof op dat voor zover de rechtbank in haar beslissing van 29 september 2011 met de overweging:
‘Zolang de terbeschikkinggestelde nog niet op proefverlof is geweest en er nog geen begin is gemaakt met zijn resocialisatieproces, is voorwaardelijk opheffen van de dwangverpleging niet aan de orde’.
tot uitdrukking heeft willen brengen dat een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging slechts mogelijk is indien de terbeschikkinggestelde over een machtiging tot proefverlof beschikt, deze opvatting onjuist is.
Overigens geeft het hof de terbeschikkinggestelde in overweging om alsnog zijn toestemming te verlenen voor het laten maken van een CT-scan teneinde een lichamelijke oorzaak voor diens achteruitgang in zijn cognitieve vermogens uit te sluiten.
Beslissing
Het hof:
Wijst af het verzoek tot aanhouding van het onderzoek.
Bevestigt de beslissing van de rechtbank Dordrecht van 29 september 2011 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde [terbeschikkinggestelde].
Aldus gedaan door
mr E. van der Herberg als voorzitter,
mr E.A.K.G. Ruys en mr A.J. Smit als raadsheren,
en drs. T. van Iersel en drs. R. Vecht-van den Bergh als raden,
in tegenwoordigheid van mr C.M.M. van der Waerden als griffier,
en op 23 februari 2012 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.