ECLI:NL:GHARN:2012:BV5423

Gerechtshof Arnhem

Datum uitspraak
13 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
P11/0501
Instantie
Gerechtshof Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de beslissing tot niet-gemaximeerde terbeschikkingstelling na agressieve bedreiging via e-mail

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 13 februari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep met betrekking tot de terbeschikkingstelling van een verdachte. De rechtbank 's-Hertogenbosch had eerder op 6 oktober 2011 besloten tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar. De verdachte had een e-mail gestuurd met als bijlage een foto van een kogel, wat door het hof werd gekwalificeerd als niet-verbaal agressief handelen. Het hof bevestigde de beslissing van de rechtbank dat er geen sprake was van een gemaximeerde terbeschikkingstelling. De advocaat-generaal concludeerde tot bevestiging van de eerdere beslissing, terwijl de raadsman van de terbeschikkinggestelde betoogde dat het versturen van de e-mail niet als agressief kon worden gekwalificeerd. Het hof oordeelde dat de rechtbank op juiste gronden had geoordeeld en dat de terbeschikkingstelling niet gemaximeerd diende te worden. Het hof besloot het onderzoek te heropenen en schorste de behandeling voor maximaal drie maanden, met de opdracht aan de Reclassering Nederland om een rapport op te stellen over de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging. Het hof benadrukte het belang van proportionaliteit in relatie tot de aard van het delict en wenste geïnformeerd te worden over de voorwaarden voor de terugkeer van de terbeschikkinggestelde in de maatschappij. De uitspraak werd openbaar gedaan door de voorzitter en de raadsheren, met de griffier aanwezig.

Uitspraak

TBS P11/0501
Beslissing d.d. 13 februari 2012
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
(naam terbeschikkinggestelde),
geboren te (plaats) op (datum),
verblijvende in (de kliniek).
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 6 oktober 2011, houdende verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
Het hof heeft gelet op de stukken, waaronder:
- de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 4 juni 2007;
- het verlengingsadvies van (de kliniek) van 25 juli 2011;
- de vordering van de officier van justitie van 18 augustus 2011;
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van hoger beroep van de terbeschikkinggestelde van 18 oktober 2011;
- de aanvullende informatie van (de kliniek) van 17 januari 2012.
Het hof heeft ter zitting van 30 januari 2012 gehoord de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr N.A. Heidanus, advocaat te Groningen en de advocaat-generaal
mr A.A. Schut.
Overwegingen:
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Het sturen van een e-mail, waarin als bijlage een foto van een kogel is gevoegd, is niet-verbaal handelen dat naar zijn aard agressief was jegens de bedreigde zoals door het gerechtshof bedoeld in de beslissing van 30 mei 2011. Aldus is er geen sprake van een gemaximeerde terbeschikkingstelling. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank.
Het standpunt van de terbeschikkinggestelde en zijn raadsman
Het sturen van een e-mail, waarin als bijlage een foto van een kogel is gevoegd, kan kennelijk het verschil maken tussen maximaal vier jaar terbeschikkingstelling en de kans op een longstaystatus. Er is geen sprake van niet-verbaal handelen dat naar zijn aard agressief was jegens de bedreigde zoals door het gerechtshof bedoeld in de beslissing van 30 mei 2011. In die beslissing geeft het gerechtshof een aantal voorbeelden, zoals het tonen van een wapen of het met een auto inrijden op een persoon. Het sturen van een e- mail zoals in het onderhavige geval, is van een andere categorie als door het hof in voormelde beslissing is bedoeld.
In de zaak bij uw hof bekend onder nummer P11/0151 is, ondanks dat er (in de woorden van het hof) sprake was van meerdere zeer ernstige bedreigingen jegens het slachtoffer, inhoudende dat de kinderen van het slachtoffer iets zou worden aangedaan en waarbij de terbeschikkinggestelde tijdens één van deze bedreigingen had aangegeven dat hij al iets bij zich had om de kinderen om te brengen, een gemaximeerde terbeschikkingstelling aangenomen.
Gelet op het voorstaande is er sprake van een gemaximeerde terbeschikkingstelling zodat de officier van justitie niet ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vordering.
Subsidiair is verzocht de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen en de behandeling van de zaak aan te houden voor het door de reclassering laten opmaken van een maatregelrapport.
Het oordeel van het hof
Het hof is van oordeel dat de rechtbank, met betrekking tot de vraag of er sprake is van een gemaximeerde terbeschikkingstelling, op juiste gronden heeft geoordeeld en op juiste wijze heeft beslist dat dát hier niet het geval is.
Voor het overige acht het hof het voor de vorming van zijn eindoordeel noodzakelijk, mede gelet op het beginsel van de proportionaliteit in relatie tot de aard van het delict, dat de Reclassering Nederland een rapport zal opstellen omtrent de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege van de terbeschikkinggestelde. Ook in het geval de reclassering tot de conclusie komt dat een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging niet verantwoord is, wenst het hof geïnformeerd te worden over de wijze waarop en voorwaarden waaronder de terugkeer van de terbeschikkinggestelde in het maatschappelijk verkeer zal kunnen geschieden.
Het hof zal daarom het onderzoek heropenen en het onderzoek voor onbepaalde tijd, doch voor maximaal drie maanden, schorsen. Het hof acht het gewenst dat de rapportage uiterlijk twee weken voor de nog nader te bepalen zitting beschikbaar zal zijn.
Tussenbeslissing
Het hof:
Heropent de behandeling van de zaak met voormeld doel en schorst het onderzoek voor onbepaalde tijd, doch voor maximaal drie maanden.
Stelt de stukken in handen van de advocaat-generaal met het verzoek zorg te dragen voor de nadere rapportage, zoals hiervoor omschreven.
Beveelt voorts de oproeping van de terbeschikkinggestelde tegen het nog nader te bepalen tijdstip, met tijdige kennisgeving hiervan aan de raadsman.
Aldus gedaan door
mr Y.A.J.M. van Kuijck als voorzitter,
mr J.P. Bordes en mr E.A.K.G. Ruys als raadsheren,
en drs. R. Poll en M.G.E. Tervoort, als raden,
in tegenwoordigheid van mr A.H. Hettema als griffier,
en op 13 februari 2012 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.