ECLI:NL:GHARN:2012:BV3129
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Y.A.J.M. van Kuijck
- E.A.K.G. Ruys
- B.F.A. van der Krabben
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van beslissingen inzake terbeschikkingstelling na overlijden terbeschikkinggestelde
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 12 januari 2012 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissingen van de rechtbank 's-Hertogenbosch van 22 oktober 2010 en 23 mei 2011. De rechtbank had de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met een jaar verlengd en geoordeeld dat er geen termen waren om de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen. De terbeschikkinggestelde is echter overleden op [datum van overlijden], zoals blijkt uit een brief van de kliniek aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie van 1 december 2011. Hierdoor is het recht tot uitvoering van de maatregel vervallen, conform artikel 75 van het Wetboek van Strafrecht.
Het hof heeft de stukken in de zaak bestudeerd, waaronder een tussenbeslissing van 26 september 2011 en een faxbericht van de kliniek. Tijdens de zitting op 12 januari 2012 was de advocaat-generaal, mr. E.J. Julsing-Nijenhuis, aanwezig, terwijl de raadsman van de terbeschikkinggestelde, mr. J.Y. Taekema, niet verschenen was. Het hof heeft geconcludeerd dat de beslissingen van de rechtbank vernietigd moeten worden, aangezien de terbeschikkinggestelde niet meer in leven is. Het openbaar ministerie wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling.
De uitspraak van het hof is openbaar uitgesproken en de raden waren niet in staat deze beslissing mede te ondertekenen. Deze zaak benadrukt de gevolgen van het overlijden van een terbeschikkinggestelde voor de voortzetting van de terbeschikkingstelling en de rol van het openbaar ministerie in dergelijke procedures.