In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem werd behandeld, gaat het om een geschil tussen twee appellanten en ASR Schadeverzekering N.V. De appellanten, eigenaren van een woning in Cuijk, hebben een schadevergoeding van € 154.377,50 gevorderd na een brand die op 3 of 4 oktober 2007 in hun woning heeft gewoed. ASR heeft de uitkering geweigerd en de verzekering opgezegd, wat leidde tot een hoger beroep na eerdere afwijzingen door de rechtbank. De appellanten stellen dat de heer [Y], destijds directeur van Fortis Bank, bevoegd was om ASR te vertegenwoordigen en dat hij hen niet heeft gewezen op de gevolgen van leegstand van de woning. Het hof heeft de appellanten in de gelegenheid gesteld bewijs te leveren dat de heer [Y] op de hoogte was van de leegstand en dat hij deze heeft aanvaard. Het hof oordeelt dat de bewijslast voor de stelling dat de woning langer dan twee maanden leeg heeft gestaan, bij ASR ligt. De appellanten hebben aangeboden bewijs te leveren dat de woning niet langer dan twee maanden leeg heeft gestaan, en het hof heeft hen daartoe toegelaten. De beslissing van het hof houdt in dat de appellanten hun bewijsvoering verder moeten onderbouwen, en dat er getuigenverhoren zullen plaatsvinden om de feiten te verifiëren. Het hof heeft de verdere behandeling van de zaak aangehouden tot na de bewijslevering.