ECLI:NL:GHARN:2012:499
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Letselschadezaak met afwijking van de twee-conclusieregel
In deze letselschadezaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 28 februari 2012 arrest gewezen in hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen de appellante en de geïntimeerde over schadevergoeding na een incident. De appellante, vertegenwoordigd door mr. P.H. Ruys, heeft hoger beroep ingesteld tegen de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. E.A. Echter. Het hof heeft het verloop van het geding in hoger beroep vastgesteld en de inhoud van een eerder tussenarrest van 6 september 2011 overgenomen. In dit tussenarrest is de geïntimeerde in de gelegenheid gesteld om stukken in het geding te brengen die relevant zijn voor de schadevergoeding, waaronder een beslissing van het Schadefonds Geweldsmisdrijven.
Het hof heeft vastgesteld dat de geïntimeerde een immateriële schadevergoeding van € 4.150 heeft ontvangen van het Schadefonds, maar dat deze uitkering niet als voorschot kan worden aangemerkt. De appellante heeft een grief ingediend, stellende dat zij niet eerder op de hoogte was van deze vergoeding. Het hof heeft geoordeeld dat de appellante alsnog bezwaren kan inbrengen tegen de beslissing van de rechtbank, ondanks de twee-conclusieregel, omdat de geïntimeerde niet heeft aangetoond dat de appellante eerder op de hoogte was van de vergoeding.
Het hof heeft de resterende immateriële schade van de geïntimeerde vastgesteld op € 15.850, na aftrek van de ontvangen schadevergoeding. Uiteindelijk heeft het hof de eerdere vonnissen van de rechtbank Almelo bekrachtigd, met uitzondering van het deel waarin de appellante werd veroordeeld tot betaling van € 30.069,58. Het hof heeft de appellante veroordeeld tot betaling van € 14.506,67 in hoofdsom en de proceskosten in hoger beroep gecompenseerd, zodat iedere partij haar eigen kosten draagt.