ECLI:NL:GHARN:2011:BU7567
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Uithuisplaatsing van minderjarige na zelfmoordpoging in Egypte
In deze zaak gaat het om de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [kind], die door haar vader naar Egypte was overgebracht en daar een zelfmoordpoging heeft gedaan. De kinderrechter in de rechtbank Zwolle-Lelystad verleende op 6 september 2011 een machtiging aan Bureau Jeugdzorg Flevoland (BJZ) om [kind] uit huis te plaatsen in een crisisvoorziening, met ingang van 11 september 2011. De vader heeft tegen deze beschikking hoger beroep aangetekend, waarbij hij verzocht om de beschikking te vernietigen en het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming (de raad) af te wijzen.
Tijdens de zitting op 22 november 2011 zijn de vader, de moeder en de vertegenwoordiger van de raad verschenen. De vader heeft aangegeven dat [kind] zich in Egypte ernstig geïsoleerd en depressief voelde, wat leidde tot haar zelfmoordpogingen. Het hof heeft kennisgenomen van de zorgen die er waren over de veiligheid en het welzijn van [kind]. De raad heeft onderzoek gedaan naar de noodzaak van de uithuisplaatsing en heeft geconcludeerd dat er ernstige zorgen waren over [kind]'s situatie.
Het hof heeft vastgesteld dat [kind] in de opvang geen zorgelijk gedrag vertoont, maar dat haar vertrouwen in haar ouders, met name in haar vader, ernstig is beschadigd. De angst van [kind] om terug te keren naar Egypte en de onduidelijkheid over haar situatie zijn belangrijke factoren in deze zaak. Het hof is van oordeel dat de uithuisplaatsing van [kind] noodzakelijk was om haar veiligheid te waarborgen en heeft de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd.