ECLI:NL:GHARN:2011:BU6999
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- K.E. Mollema
- R.A. Zuidema
- H. de Hek
- Rechtspraak.nl
Arrest over openbare betekening en herstel van vormfouten in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 6 december 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, vertegenwoordigd door mr. S.L. Elzinga, had hoger beroep ingesteld tegen vonnissen van de rechtbank Zwolle-Lelystad, sector kanton, die op 26 oktober 2010 en 4 januari 2011 waren uitgesproken. De appellant vorderde betaling van € 2.750,00 aan achterstallige huur en bijkomende kosten, maar de geïntimeerde was niet verschenen en had geen bekende woon- of verblijfplaats. De rechtbank had de geïntimeerde veroordeeld tot betaling van een lager bedrag van € 1.050,00, vermeerderd met rente en proceskosten.
Het hof oordeelde dat de betekening van de appeldagvaarding niet correct had plaatsgevonden, omdat deze niet aan het juiste adres was gedaan, zoals vereist door artikel 54 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Dit betekende dat er sprake was van een betekeningsgebrek, wat in beginsel de nietigheid van het exploot van dagvaarding met zich meebracht. Het hof gaf de appellant de gelegenheid om deze vormfout te herstellen door het uitbrengen van een herstelexploot, waarbij hij de geïntimeerde opnieuw diende op te roepen.
Het hof bepaalde dat de appellant bij het inschrijven van het herstelexploot stukken moest overleggen waaruit bleek van recent onderzoek naar de woon- of verblijfplaats van de geïntimeerde. Indien de geïntimeerde wel een adres had, diende de betekening aan dat adres te geschieden. Het hof hield iedere verdere beslissing aan, wat betekent dat de zaak nog niet definitief was afgerond en verdere stappen nodig waren om de procedure voort te zetten.