ECLI:NL:GHARN:2011:BU6826
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Onder curatelestelling van een meerderjarige met geestelijke stoornis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 10 november 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondercuratelestelling van [betrokkene]. De rechtbank Zwolle-Lelystad had eerder op 30 december 2010 het verzoek van [appellant] tot ondercuratelestelling afgewezen en in plaats daarvan een bewind en mentorschap ingesteld voor [betrokkene]. [Appellant] heeft in hoger beroep verzocht deze beschikking te vernietigen en het verzoek tot ondercuratelestelling alsnog toe te wijzen. Het hof heeft de vraag aan de orde gesteld of de vader en broer van [betrokkene] als belanghebbenden in deze procedure moeten worden aangemerkt. [Appellant] heeft aangevoerd dat er al zeven jaar geen contact is tussen [betrokkene] en zijn vader en broer, en dat hun betrokkenheid niet in het belang van [betrokkene] zou zijn. De moeder van [betrokkene] heeft ter onderbouwing van deze stelling stukken overgelegd, waaruit blijkt dat omgang met zijn vader en broer niet in het belang van [betrokkene] wordt geacht, gezien zijn PDD-NOS problematiek en de onderliggende gezinsproblematiek. Het hof heeft geoordeeld dat, gezien de langdurige afwezigheid van contact, de vader en broer van [betrokkene] niet als belanghebbenden in deze procedure kunnen worden aangemerkt.
Het hof heeft vastgesteld dat [betrokkene] lijdt aan een geestelijke stoornis die hem belemmert in het waarnemen van zijn belangen. Dit is bevestigd door diverse medische stukken. Het hof heeft geconcludeerd dat er voldoende grond is voor een ondercuratelestelling, waarbij [appellant] als curator is benoemd. De beschikking van de rechtbank is vernietigd en de ondercuratelestelling is toegewezen. De uitspraak is gepubliceerd in de dagbladen "Stentor" en "Trouw".