ECLI:NL:GHARN:2011:BU4098
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot gezamenlijk gezag na echtscheiding en de beoordeling van gewijzigde omstandigheden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 1 november 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de vader om gezamenlijk gezag over zijn twee minderjarige kinderen, [kind 1] en [kind 2]. De vader, die eerder het gezag over de kinderen had uitgeoefend, was in eerste aanleg door de rechtbank Zwolle-Lelystad in zijn verzoek afgewezen. De vader heeft zijn verzoek ingediend na de ontbinding van het huwelijk met de moeder, die sindsdien alleen het gezag over de kinderen heeft. De ouders zijn op 10 maart 2000 in Nederland getrouwd, maar het huwelijk is ontbonden bij beschikking van de rechtbank Vila Velha in Brazilië op 21 juni 2007. De moeder heeft de kinderen meegenomen naar Nederland, terwijl de vader in Brazilië is blijven wonen.
Het hof heeft de ontvankelijkheid van het verzoek van de vader beoordeeld en geconcludeerd dat, hoewel de vader niet kan worden ontvangen in zijn verzoek tot gezamenlijk gezag op grond van artikel 1:253c lid 2 BW, er wel sprake is van gewijzigde omstandigheden die het hof dwingen om ambtshalve de rechtsgronden aan te vullen. De vader is inmiddels naar Nederland verhuisd, wat de mogelijkheid voor gezamenlijk gezag opnieuw ter discussie stelt. Het hof heeft de Raad voor de Kinderbescherming verzocht om onderzoek te doen naar de situatie van de kinderen en de wenselijkheid van gezamenlijk gezag.
De ouders hebben ieder een andere visie op de communicatie en omgangsregeling, wat het hof in overweging heeft genomen. De moeder vreest dat gezamenlijk gezag niet in het belang van de kinderen is, gezien de communicatieproblemen tussen de ouders. Het hof heeft besloten de behandeling aan te houden en de zaak opnieuw te behandelen op een nader te bepalen datum, waarbij het hof de Raad om advies heeft gevraagd over de gezagskwestie.