ECLI:NL:GHARN:2011:BT6594
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- K.E. Mollema
- J.M. Rowel-van der Linde
- M.C.D. Boon-Niks
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige ontruiming van gehuurde woning na vernietiging kort geding vonnis
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 4 oktober 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen een verhuurder en een huurder. De huurder, aangeduid als [appellant], had vanaf juni 2004 een woning gehuurd, maar werd in maart 2008 door de verhuurder, [geïntimeerde], de toegang tot de woning ontzegd na de vervanging van de sloten. De huurder vorderde in kort geding toegang tot de woning, maar de voorzieningenrechter wees deze vordering af en gaf de verhuurder toestemming om de woning te ontruimen. Dit kort geding vonnis werd later door het hof vernietigd, waardoor de ontruiming onrechtmatig werd verklaard.
De huurder had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter, die op 12 mei 2009 had geoordeeld dat de huurovereenkomst ontbonden moest worden en de huurder een bedrag van € 2.400,-- aan achterstallige huur moest betalen. In hoger beroep heeft het hof de vordering van de verhuurder tot ontbinding van de huurovereenkomst afgewezen en de vordering van de huurder tot schadevergoeding van € 2.500,-- toegewezen, als compensatie voor de gedwongen verhuizing en het ontnomen huurgenot.
Het hof oordeelde dat de verhuurder onrechtmatig had gehandeld door de huurder de toegang tot de woning te ontzeggen en dat de huurder recht had op schadevergoeding. De kosten van de procedure werden toegewezen aan de huurder, terwijl de verhuurder in de kosten van de procedure in eerste aanleg werd veroordeeld. Het hof bevestigde de ontbinding van de huurovereenkomst per 12 mei 2009, maar vernietigde het eerdere vonnis voor het overige, waarbij de vordering van de verhuurder werd afgewezen.