ECLI:NL:GHARN:2011:BQ9856
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift tegen een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting na detentie
In deze zaak gaat het om de ontvankelijkheid van een bezwaarschrift dat te laat is ingediend door belanghebbende tegen een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting. De naheffingsaanslag, gedateerd op 10 juni 2009, betrof een bedrag van € 186 voor het tijdvak van 22 maart 2009 tot en met 21 juni 2009. Belanghebbende heeft het bezwaarschrift, dat op 21 januari 2010 was gedateerd, pas op 25 januari 2010 ingediend. De Inspecteur verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de bezwaartermijn. Belanghebbende heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Arnhem, die het beroep ongegrond verklaarde op 7 september 2010.
Belanghebbende heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem. In het hoger beroep heeft belanghebbende aangevoerd dat hij gedurende een deel van de bezwaartermijn gedetineerd was, waardoor hij niet in staat was om tijdig een bezwaarschrift in te dienen. Het Hof heeft de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in overweging genomen, met name artikel 6:7, dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift regelt, en artikel 6:11, dat de mogelijkheid biedt om een bezwaarschrift dat na de termijn is ingediend niet-ontvankelijk te verklaren, achterwege te laten indien er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding.
Het Hof oordeelde dat belanghebbende, ondanks zijn detentie, niet tijdig een bezwaarschrift had ingediend. Het Hof concludeerde dat hij niet zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk was een bezwaarschrift had ingediend na zijn vrijlating. De termijnoverschrijding was derhalve niet verschoonbaar. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. De beslissing werd op 21 juni 2011 in het openbaar uitgesproken.