ECLI:NL:GHARN:2011:BQ7266
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de hardheidsclausule in het kader van schuldsanering na systeemstoring
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 26 mei 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de appellant, die in eerste aanleg door de rechtbank Zwolle-Lelystad was beëindigd. De rechtbank had geoordeeld dat de appellant toerekenbaar tekortgeschoten was in de nakoming van zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling, omdat hij een nieuwe bovenmatige schuld had laten ontstaan aan het UWV door het niet melden van zijn fulltime werk in de horeca. De appellant verzocht het hof om het vonnis te vernietigen en hem een 'schone lei' te verlenen, omdat hij meende aan zijn verplichtingen te hebben voldaan.
Het hof heeft de ontvankelijkheid van de appellant in het hoger beroep beoordeeld, waarbij het griffierecht te laat was betaald door een systeemstoring op het advocatenkantoor. De advocaat heeft verklaard dat deze storing twee weken heeft geduurd, waardoor de betaling pas na de deadline kon plaatsvinden. Het hof heeft geoordeeld dat deze omstandigheden een grond vormen voor toepassing van de hardheidsclausule van artikel 282a, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, waardoor de appellant ontvankelijk is in zijn appel.
Vervolgens heeft het hof de inhoudelijke gronden van het hoger beroep beoordeeld. Het hof concludeert dat de appellant toerekenbaar tekortgeschoten is in zijn verplichtingen, omdat hij een nieuwe schuld heeft laten ontstaan en zijn informatieverplichting heeft geschonden. De appellant heeft niet aangetoond dat hij onder psychische druk heeft gehandeld, en het hof oordeelt dat de tekortkomingen niet van dien aard zijn dat deze buiten beschouwing kunnen blijven. Het hof bekrachtigt daarom het vonnis van de rechtbank, waarmee de schuldsaneringsregeling van de appellant wordt beëindigd.