ECLI:NL:GHARN:2011:BQ5312
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- K.E. Mollema
- H. de Hek
- M.C.D. Boon-Niks
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van huurkoop- en financieringsovereenkomst door echtgenote van huurkoper
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem op 10 mei 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep over de nietigheid van een huurkoopovereenkomst en een financieringsovereenkomst. De appellant, [appellant], en zijn echtgenote, [Y], waren betrokken bij een geschil met RCI Financial Services B.V. (hierna: RFS) over een autofinancieringsovereenkomst die op 22 februari 2008 was ondertekend. De echtgenote van de appellant stelde dat de overeenkomst nietig was omdat deze zonder haar instemming was aangegaan, wat volgens artikel 1:88 van het Burgerlijk Wetboek vereist is. Het hof oordeelde dat de huurkoopovereenkomst betrekking had op een bedrijfsauto en dat de appellant geen eigen onderneming had, waardoor de toestemming van zijn echtgenote noodzakelijk was. Het hof verwierp het verweer van RFS dat de toestemming niet vereist was omdat het om een bedrijfsauto ging. Het hof concludeerde dat de huurkoopovereenkomst niet in stand kon blijven, wat ook gevolgen had voor de financieringsovereenkomst. De vordering van RFS werd afgewezen en het vonnis van de kantonrechter werd vernietigd. RFS werd veroordeeld in de proceskosten van beide instanties.