ECLI:NL:GHARN:2011:BQ4993
Gerechtshof Arnhem
- Hoger beroep
- J.H. Kuiper
- M.C.D. Boon-Niks
- W.A. Zondag
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over niet-ontvankelijkheid van vordering en proceskostenveroordeling in kort geding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin hij niet-ontvankelijk is verklaard in zijn vordering. De appellant had op 14 april 2010 een overeenkomst gesloten met Victron Energy B.V. voor werkzaamheden als verkoper/marktontwikkelaar, maar er ontstond onenigheid over de afwikkeling van deze opdracht. Op 24 augustus 2010 legde de appellant conservatoir derden-beslag onder de ABN AMRO Bank, en op 15 september 2010 dagvaardde hij Victron voor een kort geding. Op de avond voor de zitting, op 22 september 2010, diende de advocaat van de appellant een uitstelverzoek in, maar dit verzoek werd niet tijdig aan de wederpartij, Victron, gecommuniceerd. De voorzieningenrechter verklaarde de appellant niet-ontvankelijk in zijn vordering, omdat hij niet had voldaan aan de vereisten van het procesreglement voor kort gedingen. In hoger beroep vorderde de appellant vernietiging van de niet-ontvankelijkverklaring en de kostenveroordeling. Het hof oordeelde dat de appellant geen spoedeisend belang meer had bij zijn vordering, omdat hij geen voorziening meer vroeg. Het hof bekrachtigde de beslissing van de voorzieningenrechter en verklaarde de appellant niet-ontvankelijk in zijn vordering, met veroordeling in de proceskosten. Het hof benadrukte dat de advocaat van de appellant niet voldoende had gedaan om het uitstelverzoek tijdig bij de wederpartij bekend te maken, en dat de voorzieningenrechter terecht had geoordeeld dat er geen sprake was van consensus over het uitstelverzoek.